Begroting 1998 Concern 8. ORGANISATIE EN BEDRIJFSVOERING Omdat de uitgangspunten van bedrijfsvoering in de resp. dienstbegrotingen tot in detail zijn beschreven, wordt op concernniveau volstaan met het aangeven van de hoofdlijnen. Het jaar 1998 zal vooral gericht zijn op het uitzetten van een integrale koers voor de bedrijfsvoering, gerelateerd aan het beleid. Dit betekent concreet op hoofdlijnen het: systematisch plannen van strategische projecten (ook op het gebied van de bedrijfsvoering); invoeren van een systeem van netwerkplanning voor de bedrijfsvoering; systematisch analyseren van de financiële en organisatorische gevolgen van strategische ontwikkelingen; actualiseren van het middelenbeleid; verder integreren van P-, alsmede de O&I-aspecten van de bedrijfsvoering binnen de planning- en controlcyclus; stroomlijnen en verder implementeren van richtlijnen voor de bedrijfsvoering; de ontwikkelingen van team-/productspecifieke planning- controlinstrumenten; de optimaliseren van ondersteuning van het lijnmanagement, met behulp van managementinformatie; verbeteren van het liquiditeitenbeheer. Naarmate doelstellingen, kwantitatieve en kwalitatieve kwaliteitscriteria verder worden aangescherpt, nemen ook de mogelijkheden voor doelmatigheids- en effectiviteitsonderzoek toe. Een verdere ontwikkeling van instrumenten voor beleidsonderzoek en beleidsanalyse is daarvoor noodzakelijk. Hierin ligt een belangrijke opdracht voor de concernstaf. Het daadwerkelijk uitvoeren van doelmatigheids- en effectiviteitsonderzoek zal in 1998 worden opgestart, maar dan ook als structurele activiteit in de gemeentelijke organisatie worden ingebed. Het geleerde en getrainde uit het opleidingen- en ontwikkelingsplan voor managers zal nu in de praktijk ten uitvoer moeten worden gebracht. 8.1 Financiën 8.1.1. Kaders financieel beleid Naast de financiële hoofddoelstelling, nl.: 'het nastreven van een gezonde financiële huishouding', zijn belangrijke uitgangspunten voor de beleidsperiode, de versterking van de centrale sturing door de raad en een verhoging van de beheersbaarheid en sturing van de organisatie. Om de sturing (afwegingsfunctie) door de gemeenteraad te kunnen versterken worden drie vernieuwende stappen noodzakelijk geacht: bevorderen van de budgettaire discipline; onderscheid aanbrengen tussen structurele en incidentele uitgaven en inkomsten; het beperken van de afwegingsmomenten tot twee maal per jaar (nl. bij opstellen perspectiefnota en begroting). 28

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 21