Begroting 1998 Concern 4. de gemeentelijke bijdrage Basiseducatie in 1998 verlagen met 45.000,- en in 1999 met 55.000,-; 5. de subsidie voor de verpleegafdeling Buitenschool met ingang van 1999 verlagen met 150.000,-; 6. een verlaging ingaande 1998 van de storting van 52.000,- in het fonds Stadsvernieuwing; 7. de begrotingspost 'mondiaal beleid' verlagen met 20.000,-; 8. de opbrengsten, ad 40.000, van de commissariaten opnemen in de begroting van de dienst Algemene Zaken; 9. beperking van het aantal raadsadviescommissies en een veranderde werkwijze (bezuiniging van 50.000). Per saldo hebben deze besluiten geleid tot een bezuiniging voor 1998 van f486.400,- en voor 1999 van 205.000,-. Tezamen een bezuiniging van 691.400,- (structureel) 2.2.2 Onderzoeken Verder heeft uw raad besloten ons college op grond van de voorstellen uit de perspectiefnota op te dragen nader onderzoek te doen naar bezuinigings- c.q. ombuigingsmogelijkheden met betrekking tot: het lik-op-stukbeleid met betrekking tot de milieucontrole, een veranderde werkwijze bij de milieu-educatie, de privatisering van het peuterspeelzaalwerk, de vervoerskosten van schoolkinderen, de verkoop van gemeentelijke panden, het doorlichten van de kosten van het Facilitair Bedrijf, de verhuur van de stadshal aan derden, de sluitingsmogelijkheden van het stadskantoor, het optimaliseren van het gebruik van het stadskantoor, de reiskostenvergoeding van dienstreizen, decentralisatie van de middelenfiincties en onderzoek naar de exploitatielasten van het bedrijfsrestaurant. Gebleken is dat de periode tussen het vaststellen van de perspectiefnota en het aanleveren van goed onderbouwde voorstellen op grond van de uit te voeren onderzoeken, te kort is. Dat heeft ons er toe gebracht om opdracht te geven een zodanig proces voor het opstellen van de perspectiefnota 1999 te maken dat er voldoende tijd is om de begroting 1999 in concept gereed te hebben voor de zomervakantie. 9 Begroting 1998 Concern 2.2.3 Aangenomen moties 1 Eventuele vrijvallende middelen binnen het minimabeleid door extra rijksmiddelen blijven ten goed komen aan het minimabeleid. De besteding van die vrijvallende middelen inzetten voor het verhogen van de kwijtscheldingsnorm voor de afvalstoffenheffing naar 100% en het uitbreiden van activeringsprojecten voor uitkeringsgerechtigden voor wie het perspectief op werk niet of nauwelijks aanwezig is. In de junicirculaire is aangekondigd dat er extra geld door het Rijk beschikbaar gesteld zal worden voor bijzondere bijstand. Daarbij is slechts vermeld dat voor de besteding daarvan aparte uitvoeringsvoorschriften zullen komen. De septembercirculaire heeft daarover echter nog geen inzicht verschaft. Op dit punt is in deze circulaire een afzonderlijke schrijventoegezegd. Ter verdere informatie merken wij op dat er inmiddels een evaluatie gestart is naar de uitvoering van de bijzondere bijstand. Dit naar aanleiding van berichten dat voor 1997 opnieuw gerekend moet worden op een tegenvaller in de buurt van de f 1 miljoen. De evaluatie richt zich op de mogelijke oorzaken. Naar verwachting zal het dossieronderzoek enige maanden in beslag nemen. Mocht uit de evaluatie blijken dat er sprake is van een structurele uitzetting, dan zal deze gedekt moeten worden uit de bij de vaststelling van de perspectiefnota gereserveerde post voor onvoorzienestructurele uitzettingen (groot f 1,7 miljoen) Voor wat betreft de afvalstoffenheffing komen wij hierop terug in paragraaf 6. 2 Voor het einde van de beleidsperiode 1998-2001 de onttrekking ad 148.000,- uit het investeringsfonds ongedaan maken door met alternatieve dekking te komen. In paragraaf 5.1 komen wij hierop terug 3 De opzet voor een gemeentelijke informatiewinkel in de stadshal nader uit te werken en deze uitwerking in januari 1998 voor te leggen aan de raadsadviescommissie Bestuur en Middelen. 6 De post onderhoud gaat deel uitmaken bij de planvorming en kredietaanvraag aan de raad terwijl deze post per project jaarlijks deel uit gaat maken van de begroting. De motie spreekt voor zich. In het verlengde hiervan ligt de discussie in uw raad over het achterstallig onderhoud. Daarover willen wij hier opmerken dat het ons niet gelukt is binnen de tijd die ter beschikking stond, om voor deze begroting invulling te geven aan een gewenste prioritering. De bestuurlijke toets op de technische prioritering neemt meer tijd dan verwacht werd. Het ontwikkelen van deze toets zal naast de technische staat van onderhoud ook rekening dienen te houden met de belevingswaarde van de onderhoudssituatie (bijvoorbeeld opschietend groen in de verharding). Dat er een omvangrijke achterstand is op het onderhoud, is ook op basis van de second opinion onweerspreekbaar. Inmiddels is het onderhoudsbudget wel in korte tijd verdubbeld. Gezien de beleving van de staat van onderhoud van de fysieke leefomgeving en de feitelijke staat van het onderhoudsniveau stellen wij u in paragraaf 5.2 desalniettemin voor om een substantieel bedrag in de begroting op te nemen voor het verbeteren van deze onderhoudssituatie. 10 Voor de college-onderhandelingen een onderzoek afronden naar de (on)mogelijkheden van een indikkingsoperatie van de Leeuwarder sportvelden en vanaf het tweedejaar van de nieuwe beleidsperiode de uitkomsten van het onderzoek en de daarop volgende discussie met een nog nader te bepalen taakstelling door te voeren. Kortheidshalve verwijzen wij u naar het stappenplan 'Sportzoals dat besproken is in de raadscommissie Bestuur en Middelen en dat voor u ter inzage gelegd is. 10

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1997 | | pagina 9