Blad 2 gen in het feit dat een deel van deze activiteiten steeds dichter bij de educatieve activiteiten voor volwassenen ko men te liggen. Wij zijn van mening dat naast volwasseneneducatie (VE) ook het vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen (VOV) een gerichte bijdrage kan leveren aan het gemeentelijke specifieke, probleemgerichte welzijnsbeleid dat zich richt op (voorkomen van) achterstanden. Dit sluit aan bij het voornemen van de gemeente om de leefbaarheid te versterken en de dualiteit tegen te gaan (Toekomstvisie Leeuwarden 2030)De aanbevelingen uit het rapport "Evaluatie presta ties subsidiecontract Vormings- en Ontwikkelingswerk voor Volwassenen" zijn door ons overgenomen en hebben een plaats gevonden in de nu voorliggende kadernotitie. Dit rapport is voor u ter inzage gelegd. In de notitie is het voornemen, de taakstelling neergelegd om een substantieel deel van de instrumenten VE en VOV ge richt in te zetten als instrument ten behoeve van de ge meentelijke speerpunten: werkgelegenheid (arbeidsmarkttoe- leiding) sociale activering en Grote Stedenbeleid. Een speciale voorziening derhalve ten behoeve van specifieke groepen. Daarnaast zal VE en VOV als algemene voorziening voor volwassenen in Leeuwarden beschikbaar blijven, waarbij de geboden activiteiten moeten bijdragen een de doelstel lingen zoals die voor VE en VOV zijn opgenomen. In de kadernotitie wordt aangegeven dat er naar ons idee wat betreft de (vraag-gerichte inzet sprake is van een groeiprocesOm tot een gerichte inzet te kunnen komen is het nodig dat er, naast het maken van bepaalde beleidskeu zes, ook een beeld is van de behoefte van de burgers. Dit vraagt om integrale samenwerking, zowel binnen de gemeente lijke organisatie als extern met een bepaalde partner. De gegevens om scherpere keuzes te maken ontbreken op dit mo ment nog. Een element binnen de taakstelling is dan ook dat we meer inzicht krijgen in de vraag. Op dit moment zijn we als gemeente nog niet zover dat er sprake kan zijn van gro tendeels gericht inkopen. Er is in dit verband wel een start gemaakt zoals moge blijken uit de inkoop van speciale trajecten voor bepaalde groepen bijstandsgerechtigden in fase 4 en de inkoop van speciale trajecten voor allochtone jongvolwassenen. Daarnaast is de gemeente in overleg met arbeidsvoorziening wat betreft de advisering inkoop VE en er is een relatie gelegd tussen wijkbesturen en de activi teiten vormings- en ontwikkelingswerk voor volwassenen. Op grond van de WEB moet de gemeente jaarlijks voor 1 no vember ten behoeve van het daaropvolgende kalenderjaar be sluiten welke bedragen worden toegekend aan welke (wette lijk erkende) instellingen. Deze toekenning moet vervolgens berusten op een tweezijdige overeenkomst tussen door de Blad 3 Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen erkende onderwijsinstelling(en) en de gemeente (artikelen 2.3.3 en 2.3.4 WEB) Overwegende dat er, nadat het toekenningsbesluit genomen is (artikel 2.3.3 WEBO)ter uitvoering van dit besluit een overeenkomst moet worden afgesloten conform artikel 2.3.4 WEB dat dit een jaarlijks terugkerende procedure is dat door vaststelling van de hier aan u voorgestelde beleidsnotitie de beleidsuitgangspunten zullen zijn vastgelegd waarop genoemd jaarlijks besluit en jaarlijkse overeenkomst gebaseerd kunnen worden dat de rijksbijdrage educatie doorgaans pas eind september begin oktober bekend wordt gemaakt, hetgeen besluitvorming door uw raad voor 1 november onmogelijk maakt stellen wij voor om de taken zoals sub artikelen 2.3.3 en artikel 2.3.4 WEB opgedragen aan de gemeente, over te dra gen aan ons college. Onder vermelding dat de Commissie Welzijn in haar vergade ring van 19 februari 1998 positief heeft geadviseerd over ons voorstel, stellen wij u voor te besluiten overeenkom stig bijgaand ontwerp-besluit Leeuwarden, 12 maart 1998 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 128