Blad 2 Gezien de doelstelling van dit plan en met het oog op de rechtszekerheid willen wij nu toch de vaststellingspro cedure van het bestemmingsplan "Indische Buurt" voortzet ten Bezwaren Tegen het ontwerp-bestemmingsplan is één bezwaarschrift in gediend, namelijk door de heer mrH.J. van der Pol namens de heer T.H. Kruidhof te Leeuwarden. De heer Kruidhof is eigenaar/verhuurder van het pand Bleeklaan 145/145a/145b (begane grond met twee bovenwoningen)Het perceel Bleek laan 145 (voormalig garagebedrijf Bleeklaan hoek De Ruyter- weg) maakt deel uit van het gebied dat in het ontwerpplan is aangewezen voor "Woondoeleinden"De als zodanig aange wezen gronden zijn bestemd voor wonen en voor zover aange geven met "bedrijven" tevens bestemd voor de uitoefening van bedrijfsactiviteiten, kantoren, zakelijke dienstverle ning en overige dienstverlening. In zoverre is reclamant het eens met het ontwerpplan, maar hij wenst uitbreiding van de bestemming van de begane grond met de aanduiding "d" ("detailhandel" tevens bestemd voor detailhandelsbedrij ven) Als argument hiervoor voert hij aan dat dit pand van oudsher in gebruik is geweest als garage, autoshowroom, autoshop, alsmede ten behoeve van de verkoop van onderde len, dit alles in de ruimste zin van het woord en als zoda nig door hem aangekocht. Reclamant heeft de begane grond van het pand verhuurd, waarbij in de huurovereenkomst als bestemming/gebruik wordt genoemd autoshowroom/autoshop/ onderdelen, dit alles in de ruimste zin van het woord, voor de directe verkoop aan het publiek en zal door huurder wor den gebruikt als verkoopruimte voor de "detailhandel". Reclamant wijst in verband met de constructie en de inrich ting van het pand op de aanwezigheid van olie- en vetaf- scheiders, zoals gebruikelijk bij een garagebedrijf/quick service etc.; "bovendien wordt in de verkoophal allerhande kleingoed verkocht, meubelen, tapijten enz., - volumineus en kleingoed" Reclamant merkt verder op, dat het pand reeds gedurende een groot aantal jaren in gebruik is geweest c.q. qua gebruik vergelijkbaar is met de in de VNG-lijst "Bedrijven en mili euzonering" genoemde milieucategorieën 1, 2 en 3, waarvan hij een aantal voorbeelden noemt. Als zodanig wenst hij de begane grond minimaal aangeduid te zien. Reclamant wijst - bij het niet honoreren van zijn bezwaren - tevens op de planschade, die redelijkerwijze niet te zij nen laste behoort te blijven, dit mede in verband met het lopende huurcontract. Blad 3 Naar aanleiding van deze bezwaren merken wij het volgende op. Eind 1991 heeft de heer Kruidhof bij ons college een ver zoek ingediend om het pand Bleeklaan 145 voor detailhan delsactiviteiten te mogen gebruiken. Wij hebben hierop ge antwoord, dat een belangrijk uitgangspunt van het stadsver nieuwingsrapport Indische Buurt is het handhaven c.q. ver sterken van de woonfunctie, alsmede dat het pand Bleeklaan 145 ligt in een zone waar in beperkte mate andere functies dan wonen zijn toegestaan, hetgeen ongeveer overeen kwam met de situatie op dat moment. Dit uitgangspunt is vertaald in het ontwerp-bestemmingsplan "Indische Buurt". Daarin staat dat vestiging van nieuwe bedrijfjes aan de Bleeklaan aanvaardbaar is, mits in combinatie met en passend bij de woonfunctie. Nieuwe detailhandelsactiviteiten vallen daar volgens het ontwerpplan niet onder. In het verzoek van de heer Kruidhof ging het om detailhan del met een bovenwijks karakter. In casu betreft het hier o.a. faillissementspartijen, restantenverkoop en fabrieks- voorraden (o.a. kleding, tapijt, meubelen, gereedschappen, speelgoed, enz.). Het verzoek van de heer Kruidhof is destijds getoetst aan het toen geldende detailhandelsbeleidDit hield in dat voor detailhandel met een bovenwijks karakter gestreefd werd naar concentratie in winkelcentra, waarbij in de eer ste plaats ruimte moest worden gezocht in de binnenstad. Vervolgens kwamen de wijkwinkelcentra in beeld (bijv. Schrans, Bilgaard, Camminghaburen) en daarna de aanlooprou tes naar de binnenstad. Het gedeelte Vliet tussen Bleeklaan en binnenstad is een voorbeeld van dat laatste. Voor volu mineuze detailhandel kwam onder bepaalde voorwaarden nog een aantal locaties in de stad in aanmerking. Voor dit deel van de Bleeklaan maakte het al dan niet volumineus zijn van het assortiment niet uit voor de beoordeling van de betref fende aanvraag. Het in 1997 door u vastgestelde geactualiseerde beleid ten aanzien van perifere en grootschalige detailhandel geeft geen aanleiding tot een wijziging in het toen ingenomen standpunt ten aanzien van detailhandel in het pand Bleek laan 145. Zoals reeds opgemerkt, zou in dit geval sprake zijn van een nieuwe winkelvestiging met een bovenwijks karakter, hetgeen afwijkt van het door de gemeente te voeren beleid ter zake. Aanvankelijk hebben wij de heer Kruidhof dan ook bericht geen toestemming te zullen verlenen voor het gebruik van het pand Bleeklaan 145 voor detailhandelsactiviteiten

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 167