3. Het geven van betere service 4. Het geven van gerichtere informatie aan bewoners Over deze twee hoofdlijnen heen ligt de verbetering van de relatie tussen burgers en bestuur. De directe betrokkenheid van de burgers bij de voorbereiding van nieuw beleid zal vergroot worden. De instrumenten, vastgesteld op basis van de Notitie "Een bestuurlijk vernieuwende werkwijze, het vervolg", worden in deze Raadsperiode ontwikkeld en verder uitgebouwd. Tevens worden nieuwe vormen, zoals gebruikers- en opinieonderzoek, ontwikkeld. Specifieke aandacht is er daarbij voor de mening van jongeren. De leden van de Raad moeten meer tijd en gelegenheid hebben om contact te hebben met de burgers van Leeuwarden. Dit wordt onder andere mogelijk gemaakt door zelf meer te sturen op hoofdlijnen, korte en heldere (ambtelijke) nota's, en dergelijke. Verder zal intern een verbeteringsslag gemaakt worden die gericht is op de kwaliteit van het beleid; binnen een jaar komt het college met een notitie met concrete mogelijkheden voor meer aandacht voor die kwaliteit, bijvoorbeeld door evaluatie, een werkwijze vergelijkbaar met de Algemene Rekenkamer of door maatschappelijke effectmetingen. De mogelijkheden die de inspraakverordening biedt aan burgers om in te spreken worden optimaal benut. Inspraak wordt serieus genomen. Actiepunten 1Besturen op hoofdlijnen 2. Kortere ambtelijke nota's waarin helder aangegeven staat wat de hoofdlijnen zijn en waar op gestuurd moet worden. 3. Burgers optimaal gebruik laten maken van de inspraakverordening 4. Binnen een jaar komt het college met een notitie met concrete mogelijkheden voor meer aandacht voor kwaliteit van beleid 7.2. Een gezonde financiële huishouding Het gemeentelijk financieel beleid bestaat uit drie onderdelen: 1de gemeentelijke inkomsten 2. het financieel beheer 3. de gemeentelijke uitgaven Naast de uitkering uit het Gemeentefonds bestaan de gemeentelijke inkomsten uit gemeentelijke belastingen en heffingen. De drie elementen zijn hard nodig om de genoemde ambitie voor een deel in te kunnen vullen. 30 BESTL'L'KSPROGRAMMA 1998-2002. Gemeente Leeuwarden In de komende periode zal verder worden gewerkt aan de gezondmaking van de gemeentelijke financiën, onder gelijktijdige realisatie van lastenbeheersing. Leeuwarden heeft te maken met een negatief imago met betrekking tot de lastendruk. Vooral de grondslag van de onroerende zaakbelasting is daar de oorzaak van. Dat is weer een gevolg van de relatief lage gemiddelde woningprijs in de gemeente Leeuwarden. Bij het tarievenbeleid zal dan ook uiterste terug houdendheid moet worden betracht. Te realiseren punten: 1 Voor de onroerende zaakbelasting (OZB) is het politieke doel om de komende vier jaar de inflatiecorrectie niet door te berekenen. Na twee jaar wordt bij de perspectiefnota 2001-2004 bekeken of deze situatie voortgezet kan worden gelet op de financiële positie van de gemeente 2. Voor de afvalstoffenheffing blijft het principe gelden dat a) de vervuiler betaalt; b) de kwijtschelding voor de minima via het omslagstelsel verrekend blijft worden. Nog dit jaar zal een voorstel aan de Raad gedaan worden welke elementen onder dit principe vallen. 3. Ook voor de rioolheffing wordt het huidige beleid voortgezet, dat wil zeggen: a) basis is het principe dat de vervuiler betaalt; b) via een jaarlijkse verhoging met f 25,- blijft gespaard worden voor het aanpassen van het rioolstelsel; eventuele investeringstekorten voor een jaarprogramma zullen tijdelijk opgevangen worden door een eenmalige storting in het rioolfonds. Bij de perspectiefnota 2000-2003 zal een voorstel gedaan worden of en hoe de rioolheffing gekoppeld kan worden aan de hoeveelheid lozing op het riool. Voor de te berekenen heffing blijft dan gelden dat de totale inkomsten niet meer zullen stijgen dan op grond van de bovengenoemde jaarlijkse stijging van f 25,-. A In 1998 zal een overzicht gemaakt worden van de opbouw van de kosten van de overige tarieven en heffingen. Na een discussie daarover in de Raadsadviescommissie zullen bij de perspectiefnota 2000-2003 voorstellen gedaan worden voor eventuele aanpassingen. 5. Het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid wordt klantvriendelijk ingericht. Randvoorwaarde voor het verantwoord kunnen uitvoeren van het gemeentelijk beleid is een gezonde financiële huishouding. Daarbij gelden de volgende

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 19