Blad 4 Tijdens de gesprekken over het nieuwe bestuursprogramma is de afspraak gemaakt om onder condities deze raadsperiode de OZB niet te corrigeren met het inflatiecijfer. De condities zijn dat deze afspraak in ieder geval geldt voor de jaren 1999 en 2000, en dat deze afspraak ook geldt voor de daarop volgende twee jaar mits de financiële positie, te beoorde len bij de Perspectiefnota 2001-2004, dit ook mogelijk maakt Behandeling in de Commissie Bestuur en Middelen De open benadering bij de gesprekken over het bestuurspro gramma hebben wij ook waargenomen bij de behandeling van de nota in de Commissie Bestuur en Middelen van 11 mei 1998 Er waren geen blokkades. Wel zijn op onderdelen voorbehou den gemaakt of werd nadere informatie c.q. verduidelijking gevraagd. Op de hoofdpunten daarvan willen wij ook in deze raadsbrief een reactie geven. De gedachte uit de commissie om bij de begrotingsbehande ling richting te geven aan politieke prioriteiten voor de volgende perspectiefnota spreekt ons aan omdat dit aansluit bij de visie op de bestuurlijke sturing door de raad. Wij zullen ons beraden en met u overleggen hoe daar vorm en inhoud aan gegeven kan worden. De snelheid waarmee de overgangsvertaling tussen het vorige en het huidige bestuursprogramma is gebeurd verklaart de hier en daar te constateren verschillen in cijfermatige gegevens tussen de perspectiefnota zelf en de bijlagen. Voor alle duidelijkheid merken wij daarom op dat de voor stellen van ons college zoals wij die voorleggen aan uw raad, in de perspectiefnota zelf staan. De bijlagen hebben als doel om de onderbouwing weer te geven. Tijdens de commissievergadering is de vraag gesteld (specifiek ging het daarbij over kinderopvang) of er ook overleg gevoerd was met de SKL. Met het stellen van die vraag werd een meer algemeen procedureel knelpunt aange raakt. De vraag is alleen wanneer dit overleg moet plaats vinden. Gezien het doel van de perspectiefnota, te weten het kader schetsen voor de begroting, lijkt het meer in de rede te liggen om het formele overleg met betrokken externe organisaties of instellingen pas te voeren nadat uw raad de politieke richting vastgesteld heeft en een definitief besluit te nemen bij de vaststelling van de begroting. Blad 5 In de commissie zijn bij een aantal voorstellen voorbehou den gemaakt door verschillende fracties: 412. Fonds particuliere milieu-initiatieven (ombuiging van f 30.000.-) Door een aantal fracties is gesteld dat dit fonds in het leven moet blijven en dat daarover meer voorlichting gege ven dient te worden. Wij vragen ons af wat er dan nog aan middelen over zal blijven om daadwerkelijk initiatieven te kunnen ondersteunen. Mede gelet op de in de perspectiefnota gegeven onderbouwing blijven wij u adviseren in te stemmen met dit ombuigingsvoorstel 417. Gedeeltelijke financiering milieuvoorlichting uit de afvalstoffenheffing (ombuiging van f 93.000.-) Een meerderheid van de fracties heeft uit oogpunt van las- tenbeheersing voor de burgers te kennen gegeven moeite te hebben met dit voorstel. De raad heeft in een eerder stadium besloten tot een kos tendekkende afvalstoffenheffing. Wij zijn van mening dat een deel van de milieuvoorlichting, gezien de activiteiten, toegeschreven kan worden aan het beleid met betrekking tot de verwijdering van de afvalstoffen. 418. Gedeeltelijke financiering milieuvoorlichting uit het MUP (ombuiging van f 31.000.-) Zoals bij de toelichting van voorstel 417 staat bestaat het werk van de milieuvoorlichter uit twee hoofdcomponenten: voorlichting over de afvalstroom en voorlichting bij een beperkt aantal specifieke projecten. Bij de kosten van die projecten horen dus ook de voorlichtingskosten. 507. Invoering nieuw systeem voor sociaal-medische alarme ring (ombuiging van f 80.000.-) Het systeem dat nu toegepast wordt maakt gebruik van het kabelnet. Om dit systeem bij de tijd te houden zullen er nieuwe investeringen plaats moeten vinden, waardoor de service die nu aangeboden wordt niet meer kan plaatsvinden voor de huidige prijs. Het nieuwe systeem maakt gebruik van draadloze verbinding via het telefoonnet. Sinds kort is bovendien geregeld dat zorgverzekeraars voor de alarmering een rol dienen te vervullen. Het nieuwe systeem en de rol van de zorgverzekeraars leiden er toe dat enerzijds de eigen bijdrage voor de meeste gebruikers (de geïndiceerden) kan dalen van f 22,- naar f 10,-, terwijl anderzijds de subsidie van de gemeente afgebouwd kan worden. Voor niet- geïndiceerden is de eigen bijdrage hoger, maar daar kan in het kader van het minimabeleid een bijdrage van de gemeente verstrekt worden. Per saldo blijft de kwaliteit dus in ieder geval op hetzelfde niveau en kan de subsidie van de gemeente verlaagd worden.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 256