jaar) nagaan welke fondsen en welk deel van het vermogen wij hiervoor vrij kunnen maken dan wel andere maatregelen voorstellen. Tegelijk zullen wij met voortvarend heid uitzoeken welke gemeentelijke bijdragen noodzakelijk zijn. Indien zich binnenkort situaties voordoen waarin middelen noodzakelijk zijn, zullen wij u daarover voorstellen doen waarvan de dekking gevonden kan worden in de algemene reserve. Tot de topprioriteiten van het bestuursprogramma behoort de groei van de w erkgele genheid Belangrijke overheidshulpmiddelen daarvoor zijn een goed vestigingsklimaat en het structuurfonds. De aanvulling van het structuurfonds, waarvoor een substantieel bedrag nodig is. zullen wij betrekken bij ons onderzoek uit de vorige alinea. Daarom hebben wij in de lijst met voorstellen voor nieuw beleid hiervoor nu een pm-post opgenomen. Zowel vanwege het vestigingsklimaat maar ook om de taak die Leeuwarden heeft voor de bouw van woningen, zullen meer plannen uitvoeringsgereed gemaakt moeten wor den. De gemeentelijke regie die daarvoor nodig is zal daarom in capaciteit tijdelijk versterkt moeten worden. Dat gaat om zowel nieuwbouw als om herstructurering van de woningvoorraad. Omdat over de omvang alsmede de dekking van de kosten van de herstructurering nog onvoldoende helderheid is, maar het belang van de herstructure ring groot is, stellen wij u voor de nog beschikbare middelen uit het stadsvernieuwings fonds, ad f9 miljoen te bestemmen voor het nieuwe herstructureringsfonds en voorts de herstructurering een hoge prioriteit te geven voorlopig te voorzien van een structurele pm-post. Het accent in het bestuursprogramma voor veiligheid en handhaving is groot. Om de wensen uit het bestuursprogramma ten aanzien van veiligheid en handhaving te honore ren, ontkomen wij met aan een personeelsuitbreding. Wij hebben er voor gekozen om daar waar mogelijk die uitbreding te realiseren binnen bestaande budgetten, dan wel om voor het eerste jaar incidentele middelen beschikbaar te stellen. Op basis van de geschetste maatschappelijke en politieke ontwikkelingen en in navol ging van de opgedane ervaringen binnen het GSB zal het welzijnsbeleid integraal, pro- bleemgeonënteerd en resultaatgericht worden ingevuld. Daarbij zal de rol van regisseur, makelaar, initiator, aanjager, facilitator en waar nodig (co)producent w orden uitgewerkt en ingevuld. Deze rol vraagt aanpassing van het gemeentelijk instrumentarium, zowel op het terrein s an de bedrijfsvoering als op het terrein van de organisatie. Het zal daarbij gaan om: - de ontwikkeling en toepassing van nieuwe besturingsmodellen, die meer aansluiten bij de nieuwe gemeentelijke rol; - de ontwikkeling van nieuwe momtoring-methoden; - een integrale aanpak. - de aanpassing van het subsidie-instrumentarium, zodanig dat een flexibele, project matige inzet s an middelen mogelijk wordt, gericht op vraaggerichte financiering en objectsubsidies; - de ontwikkeling san mousse vormen san financieel beheer en controlling. Pcrspeclie/noin 1999-2002 Personen en groepen personen die zich in een achterstandssituatie bevinden ervaren vaak problemen op meerdere terreinen tegelijkertijd. Een geïsoleerde aanpak van deel problemen is dan weinig zinvol. Dergelijke situaties vragen om een oplossing van meerdere, samenhangende problemen tegelijkertijd (cumulatieve probleemoplossing). Om dat te kunnen bereiken is er maatwerk nodig. De gemeente wordt in toenemende mate gezien als degene die dit maatwerk kan en ook moet bieden. Op lokaal niveau is het mogelijk een samenhangend beleid te ontwikkelen dat een inte grale benadering "op maat" voor diverse doelgroepen en individuen mogelijk maakt. Specifieke lokale omstandigheden kunnen worden afgestemd op de behoeften en mo gelijkheden van kwetsbare groepen burgers. Daarvoor is vereist dat instellingen die werkzaam of verantwoordelijk zijn op de verschillende teneinen op goede wijze sa menwerken. De komende beleidsperiode zal de prioriteit binnen het welzijnsbeleid worden gelegd bij het voorkomen en wegwerken van achterstanden. Daarbij zullen het jeugdbeleid en sociale activering als insteek worden gekozen. De aanpak is integraal voor wat betreft de onderdelen werkgelegenheid, onderwijs, sociale zekerheid en zorg en opvang. Wij willen op een gerichte en integrale wijze investeren in jongeren. Daarbij gaat het om het bevorderen van de zelfredzaamheid van jongeren, het voorkomen dat zij in een achterstandssituatie terechtkomen en daar waar sprake is van problemen om het vraaggericht en integraal aanpakken van problemen. Decentralisaties op het terrein van de sociale zekerheid (bijzondere bijstand, de Abw), werkgelegenheid (de Wiw), onderwijs (lokaal achterstandenbeleid) en zorg en opvang (hulpverlening, criminaliteitspreventie) vergroten de mogelijkheden om op lokaal/regionaal niveau integraal beleid te ontwikkelen en uit te voeren. In 1998 is de Wet inschakeling Werkzoekenden (Wiw) van kracht geworden. Deze wet biedt gemeenten meerdere instrumenten om langdurig werklozen gesubsidieerd werk aan te bieden. Zo kunnen er werkervaringsplaatsen ontwikkeld worden en kunnen mensen bij werkgevers gedetacheerd worden. Waar het gaat om jongeren heeft de gemeente een specifieke taak gekregen; voor alle jongeren, onder de 23 jaar. die een uitkering ontvangen of zich als werkzoekende laten inschrijven bij Arbeidsvoorziening heeft de gemeente de opdracht een sluitende aanpak te ontwikkelen. De gemeente moet in samenwerking met arbeidsvoorziening en andere uitvoeringsorganisaties zorgen dat voorkomen wordt dat jongeren langdurig en zonder uitzicht op werk in de uitkering zitten. De gemeente heeft voor bijstandsgerechtigden die nog met of met meer bemiddelbaar zijn naar (gesubsidieerde) arbeid, de taak ook andere trajecten dan alleen toeleidingstrajecten naar werk te organiseren. Deze taak wordt aangeduid met de term "sociale activering". Sociale activering is met volledig nieuw; bepaalde activiteiten die in het kader van sociale vernieuwing en het grote stedenbeleid zijn georganiseerd, kunnen worden beschouwd als voorlopers van sociale activering. De rol \an de gemeente heeft hier sterk het karakter van 3 Pcrspectiefnota 1999-2002

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 264