OMBUIGINGSVOORSTEL 508 Dienst: Welzijn Beleidsproduct: Productcode: Huidig te realiseren bestuurlijk doel: Korte omschrijving voorstel: Meetbare prestatie? Maatregelen Onderbouwing: Aantal uitkeringsgerechtigden ABW Aanvragen levensonderhoud 610.01 Het toekennen van een rechtmatige en toereikende (periodieke) uitkering conform de wet, gemeentelijke verordeningen en interne richtlijnen. Verlagen budget bijzondere bijstand in verband met lagere aantallen klanten Streefnormen 1999 2000 2001 2002 Daling aantal uitkeringsgerechtigden 219 205 Bijdrage aan het beoogde effect in Budgetverlaging per jaar (x 1.000,-) 1999 2000 2001 2002 Uitstroombevordering 80% 1106 Tussen ultimo 1996 en ultimo 1997 is het aantal ABW-uitkeringsgerechtigden gedaald met 553 van 6022 naar 5469. Het gemiddelde aantal ABW-uitkeringsgerechtigden over 1997 bedroeg 5710. Dat is 323 lager dan het gemiddelde over 1996. Een verdere daling van het aantal ABW-uitkeringsgerechtigden wordt verwacht. Voor 1999 wordt uitgegaan van een gemiddeld aantal ABW-uitkeringsgerechtigden van 5.203. Deze voorspelling is gebaseerd op de aanname dat ultimo 1998 het aantal ABW-uitkeringsgerechtigden gedaald is met 4% (de helft van de daling van ultimo-aantallen 1996 en 1997) en dat ultimo 1999 het aantal gedaald is met nog eens 2% (wederom een halvering van de afname). Voor het jaar 2000 wordt geen verdere daling voorzien. Deze aanname is deels gedaan op basis van een eigen inschatting van de ontwikkelingen. Ook echter in de Sociale Nota 1998 van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt eveneens voor de periode vanaf 1999 geen daling van het aantal bijstandsgerechtigden voorzien. De mutatie van het aantal ABW-uitkenngsgerechtigden wordt bepaald door veel factoren waarvan de algemene economische ontwikkeling en het effect daarvan op de lokale arbeidsmarkt de belangrijkste is. Maar uiteraard hebben ook de grote inspanningen die de gemeente Leeuwarden zelf levert op het terrein van de gesubsidieerde arbeid (Melkert I en II bijvoorbeeld) en de uitstroombevordering effecten op de omvang van het aantal ABW-uitkeringsgerechtigden. Mede dankzij die inspanning is het gelukt om ook de (langdurig) ABW-uitkeringsgerechtigden mee te laten profiteren van de gunstige ontwikkelingen op de arbeidsmarkt. Daarom kan zeker 20% van de verlaging van het budget ABW als ombuiging aangemerkt worden. Als uitgangspunt voor de raming van de uitkenngskosten is een voortzetting van de economische groei genomen alsmede een voortzetting van het gemeentelijke (additionele) werkgelegenheidsbeleid. De effecten op het klantenbestand zijn vertaald in een optimistisch, realistisch en pessimistisch scenario. Voor de raming is het realistisch scenario gekozen. In 1997 heeft de daling van het aantal ABW-uitkeringsgerechtigden (-8%) met geleid tot een daling van het aantal werkimpulsen; integendeel zelfs. Naast de bestaande taakstellingen met betrekking tot de uitvoeringskosten (optimaliseringsoperatie f 184.000. inpassing Arbeidsmarkttoeleiding f 150.000, WBO f 34.000) is geen verder verlaging van de uitvoeringskosten geraamd. Uiteraard zullen de ontwikkelingen gevolgd worden en zodra er een daling van de werkdruk gemeten wordt, zal dit leiden tot een inkrimping van de organisatie. Zie ook grafiek op volgende bladzijde 26 Perspectiefnota 19999-2002 Perspectiefnota 19999 2002

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 311