Blad 2 Voor meer achtergrondinformatie verwijzen wij u naar de ter inzage gelegde stukken. De laatste jaren is de opvatting gegroeid, dat veel onderwijstaken beter op lokaal niveau kunnen worden ontwikkeld. Dat geldt ook voor het beleid ten aanzien van de bestrijding van achterstanden. Achterstanden beperken zich zelden tot één terrein. Een laag scholingsniveau, een laag inkomen, een slechte huisvestingssituatie en woonomgeving en een geringe maatschappelijke participatie gaan vaak samen. Het voorkomen en bestrijden van achterstanden moet dan ook zoveel mogelijk in samenhang geschieden. Lokale afstemming en krachtenbundeling zijn daarbij een voorwaarde. 3. HET LANDELIJK BELEIDSKADER (LBK) Hoewel het achterstandenbeleid per 1 augustus 1998 gedecentraliseerd wordt, blijft de landelijke overheid verantwoordelijk voor het resultaat van het landelijk beleid. Het Landelijk Beleidskader (LBK) geeft aan wat de landelijke prioriteiten zijn en op welke wijze het beleid geëvalueerd wordt. Het is richtinggevend voor het handelen van de lagere overheden. Een en ander betekent o.a. dat in het gemeentelijk onder wijsachterstandenplan bij de analyse van de lokale situatie aan alle doelstellingen van het LBK aandacht moet worden besteed. Voor de periode tot 2002 gaat het om de volgende onderwerpen/deelterreinen - de voor- en vroegschoolse educatie; - de beheersing van de Nederlandse taal; - de vermindering van de verwijzing naar speciale voorzieningen; - de vermindering van schooluitval; - de evenredige deelname aan het onderwijs; - de monitoring. In een bijlage bij het LBK zijn de landelijke doel stellingen op de verschillende deelterreinen geformuleerd. In de nota wordt aan alle hierboven genoemde terreinen aandacht besteed. Bij het opstellen van de nota en bij het formuleren van voorstellen is echter duidelijk geworden dat in veel gevallen de noodzakelijke gegevens ontbreken of onvolledig zijn. Dat maakt het formuleren van doelstellingen, die immers gerelateerd moeten zijn aan de uitgangssituatie, moeilijk. Het aspect "monitoring" zal dan ook in de komende jaren bijzondere aandacht moeten krijgen. Blad 3 4. GOAL EN ANDERE BELEIDSONTWIKKELINGEN De verantwoordelijkheid van de gemeente voor het onderwijs gaat verder dan het achterstandenbeleid. Ook op andere onderdelen heeft of krijgt de gemeente meer taken. Dat geldt o.a. voor het leerplichtbeleid, de schoolbegeleiding, het onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT)de volwasseneneducatie en de huisvesting. Daarnaast heeft het GOA raakvlakken met of maakt het onderdeel uit van het Jeugdbeleid, het Grote Stedenbeleid en de vernieuwing van het Welzijnsbeleid. Veel elementen uit de nota GOAL komen dan ook in het Jeugdbeleid en het GSB terug. Op enkele terreinen en aspecten gaan wij in deze paragraaf nader in. a. Jeugdbeleid De kadernota Jeugdbeleid wordt u binnenkort ter vast stelling aangeboden. Binnen het jeugdbeleid neemt het onderwijs een centrale positie in, met name waar het gaat om de positie en de taak van de school in relatie tot de buurt. Het gaat daarbij niet uitsluitend om het oplossen van problemen, maar ook en vooral om het ontwikkelen van een preventief beleid. Algemeen doel van het jeugdbeleid in het optimaliseren van de positie van de jeugd in de samenleving Waar het gaat om het onderwijs is dan de vraag welke bijdrage het onderwijs daaraan kan leveren, met inacht neming van de primaire taak van het onderwijs. b. Grote Stedenbeleid Sinds 1995 neemt Leeuwarden deel aan het zogenoemde Grote Stedenbeleid. Het GSB biedt de mogelijkheid om die activiteiten en ontwikkelingen te stimuleren, waarvan reguliere financiering op een bepaald moment ontbreekt. Wat onderwijs betreft gaat het daarbij vooral om het vergroten van de zorgstructuur in het primair onderwijs, de RMC- functie met betrekking tot (potentiële) voortijdige school verlaters en de versterking van de relatie school en buurt. Belangrijk verschil is dat het GSB zich vooral richt op de effecten voor Leeuwarden-oost, terwijl veel van boven staande ontwikkelingen voor de gehele gemeente van belang zi jn c. Het Onderwijs in Allochtone Levende Talen Ook de verantwoordelijkheid van het onderwijs in Allochtone Levende Talen (OALT, voorheen Onderwijs in Eigen Taal en Cultuur) wordt per 1 augustus 1998 naar de gemeente(n) gedecentraliseerd. Tegelijkertijd is in de wettelijke regeling een aantal belangrijke wijzigingen aangebracht.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 341