Blad 2
D.
Aan artikel 6:5 wordt een derde lid toegevoegd, luidende:
Het is niet toegestaan dat belanghebbende gedurende de uren
dat het betaald ouderschapsverlof wordt genoten betaalde
arbeid verricht.
Burgemeester en wethouders kunnen hieromtrent nadere regels
stellen.
E.
In artikel 6:5:1, eerste en tweede lid, komt de zinsnede
"voor tenminste 14,4 per week" te vervallen.
F.
Artikel 6:5:2, tweede lid komt als volgt te luiden:
Het recht op verlof moet worden genoten voordat het kind de
leeftijd van acht jaar heeft bereikt.
Belanghebbenden waarvan het kind op 1 april 1997 de
leeftijd van vier jaar heeft bereikt, kunnen niet alsnog
een beroep doen op betaald verlof
G.
Aan artikel 6:5:2 wordt een vierde lid toegevoegd,
luidende
Indien een belanghebbende voor een kind van een regeling
betaald ouderschapsverlof gebruik heeft gemaakt, heeft hij,
wanneer hij een betrekking bij een andere werkgever
aanvaardt, niet nogmaals voor datzelfde kind recht op
betaald ouderschapsverlof.
H.
Artikel 6:5:3, eerste lid komt als volgt te luiden:
Het ouderschapsverlof bedraagt een aaneengesloten periode
van ten minste één en ten hoogste zes maanden over ten
hoogste de helft van de voor betrokkene geldende gemiddelde
formele arbeidsduur per week.
I
Er wordt een nieuw artikel 15:1:31 toegevoegd, luidende:
De gemeente draagt er zorg voor dat degene die als lid of
als plaatsvervangend lid door een organisatie is aangewezen
voor de commissie als bedoeld in artikel 12:1, tweede lid,
dan wel activiteiten vervult waarvoor hij krachtens artikel
6:4:2 buitengewoon verlof kan genieten, niet uit hoofde van
zijn lidmaatschap of activiteiten wordt benaderd in zijn
positie in de gemeentelijke organisatie.
Blad 3
II
Te bepalen dat dit besluit in werking treedt met ingang van
de dag volgend op die der vaststelling.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering
van
voorzitter.
secretaris.