Blad 4
0,9 miljaan boekwaarden van de voormalige panden
Heechterp 14 en 15 geregistreerd. Ter verkrijging van een
zuivere exploitatie zijn deze boekwaarden thans in één keer
afgeschreven
5. Aflossing gegarandeerde geldlening St. Jongerenwerk
Als gevolg van de liquidatie van de St. Jongerenwerk
Leeuwarden (JWL) werd de gemeente op grond van twee
gegarandeerde geldleningen aangesproken voor de betaling
van rente en aflossing. Het restant van een geldlening ten
bedrage van 44.000,- aan de Frieslandbank is reeds
eenmalig afgeboekt.
In 1997 is na onderhandelingen met Robeco besloten het
restant van een gegarandeerde geldlening vervroegd af te
lossen. De kosten bedroegen hiervan 475.000,-. Omdat over
de gegarandeerde geldlening jaarlijks een rentevergoeding
zou moeten worden betaald van 9,75% en de huidige
marktrente aanzienlijk lager ligt is tot vervroegde
aflossing besloten. Het bedrag van 475.000,- is ten laste
van het resultaat van 1997 gebracht.
Resultaatbestemming
Het is gebruikelijk dat het voordelig saldo van het
rekeningsjaar aan de algemene reserve wordt toegevoegd. In
dit geval zou dit betekenen dat een bedrag van 5,6 milj.
aan de algemene reserve moet worden toegevoegd en dat de
stand van deze reserve ultimo 1997 32 miljzou gaan
bedragen
Bij de vaststelling van de rekening kan de gemeenteraad
besluiten om (een gedeelte van) het voordelig saldo te
bestemmen voor bepaalde doeleinden. Uiteraard moeten deze
voorstellen dan wel goed gemotiveerd worden.
In hoofdstuk 8 "resultaatbestemming" van de rekening op
hoofdlijnen worden 3 voorstellen nader uitgewerkt. In
totaal gaat het daarbij om een bedrag van 292.000,-. Hier
wordt volstaan met het benoemen van de voorstellen, te
weten
1. de reservering van de restantbudgetten van wijkaanpak
1997 voor een bedrag van 192.000,-
2. het beschikbaar houden van een bedrag van 100.000,- van
de incidenteel beschikbaar gestelde middelen voor lokaal
onderwijsbeleid ten behoeve van werkzaamheden in 1998.
Blad 5
Indien U met deze voorstellen voor resultaatbestemming kunt
instemmen, dan zal de stand van de algemene reserve
ongeveer 31,7 milj. bedragen
Reactie op het concept verslag van bevindingen VB Deloitte
Touche
Naar aanleiding van de opmerkingen uit het verslag van
bevindingen van VB Deloitte Touche willen wij graag het
volgende commentaar geven
1. Verslaggeving 1997.
vorm van dg jaarrekening.
De titel "rekening op hoofdlijnen" doet veronderstellen
dat dit document vrij kort en bondig is en dat hierin
alleen de hoofdzaken worden genoemd. In werkelijkheid
blijkt de rekening op hoofdlijnen toch nog vrij omvangrijk
te zijn. Voortdurend moet een afweging worden gemaakt
tussen enerzijds een korte en heldere verslaglegging,
terwijl anderzijds wordt gestreefd naar een zo volledig
mogelijke informatieverstrekking, zeker ook gezien uit het
oogpunt dat de rekening op hoofdlijnen het document is op
basis waarvan u de rekening vaststelt.
Met de introductie van de produktenrekening in 1998 zal ook
moeten worden nagedacht of de rekening op hoofdlijnen in
haar huidige vorm nog zin heeft. Bekeken moet worden in
hoeverre een gedeelte van de informatie, die op dit moment
is opgenomen in de rekening op hoofdlijnen, kan worden
opgenomen in de produktenrekeningDe rekening op
hoofdlijnen zou daardoor aanzienlijk kunnen worden verkort,
zodat hierin de meest in het oog springende en van belang
zijnde punten worden behandeld.
Het resultaat en de financiële positie.
In de managementletter wordt terecht geconstateerd dat er
jaarlijks een flink bedrag wordt bespaard op de post
kapitaallastenIn principe is sprake van een structurele
besparing. Overigens is bij de vaststelling van de
begroting 1998 reeds een bedrag van 1 miljstructureel
van deze besparing ingeleverd. Wel onderkennen ook wij de
noodzakelijkheid, dat er in de komende periode meer
aandacht zal moeten worden besteed aan het opstellen van
deugdelijke investeringsplannen. Ook met het oog op een
goede invulling van de treasury functie is dit van
wezenlijk belang.
Nu de stand van de algemene reserve aanzienlijk is
verbeterd (ultimo 1997 bedroeg deze 31 miljzal nader
moeten worden overwogen of een begrote jaarlijkse
toevoeging van 1,5 min aan de algemene reserve nog steeds