Blad 2 Nadat over een en ander reeds eerder met Gedeputeerde Staten was gecorrespondeerd (de belangrijkste brieven liggen voor u bij de stukken ter inzage)heeft dit college ons bij brief van 20 februari 1998 laten weten voornemens te zijn de gevraagde verklaring van geen bezwaar voor de bouw van 20 woningen in het gebied de Groene Ster te weigeren. Basis voor onze beslissing - aldus GS - is het verdeelde advies van de Werkgroep Gemeentelijke Plannen (een subgroep van de PPC)Zij waren voornemens het advies van de Inspecteur Ruimtelijke Ordening hierbij te volgen. Alvorens definitief te beslissen hebben GS ons in de gelegenheid gesteld onze zienswijze over hun voornemen (dat gebaseerd was op het advies van genoemde inspecteur) naar voren te brengen. Wij hebben hiervan gebruik gemaakt (brief van 5 maart 1998) een onderhoud aangevraagd met de Gedeputeerde van Ruimtelijke Ordening en contact gezocht met de Inspecteur Ruimtelijke Ordening Noord. Op 3 april 1998 hebben GS ons meegedeeld te hebben besloten de door ons verzochte verklaringen van geen bezwaar ex artikel 19 WRO/50, lid 5 Woningwet te verlenen. De bouw vergunning/vrijstelling van het bestemmingsplan is inmiddels door ons verleend. Het is niet uitgesloten dat hiertegen één of meer bezwaarschriften zullen worden ingediend Zoals u bekend is een voorbereidingsbesluit in het algemeen één jaar van kracht. Dit brengt met zich mee dat het op 17 juni 1997 genomen voorbereidingsbesluit binnenkort zal vervallen (het besluit is op 10 juli 1997 in werking getreden)Dit feit is van betekenis in verband met de vergunningverlening (heroverweging in het kader van de Algemene wet bestuursrecht)Aan het bouwplan voor de woningen kan immers slechts medewerking worden verleend, indien er een voorbereidingsbesluit geldt (voorwaarde voor het verlenen van vrijstelling)Om procedurele redenen zal er dus opnieuw een voorbereidingsbesluit genomen moeten worden. Gelet op de hiervoor geschetste omstandigheden, stellen wij u dan ook voor ten aanzien van dit deel van de Groene Stergebied opnieuw een dergelijk besluit te nemen. Er zal binnenkort daadwerkelijk een begin worden gemaakt met de herziening van dit deel van het geldende bestem mingsplan Blad 3 Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar op 9 juni 1998 gehouden vergadering heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 18 juni 1998 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, drsH.H. Apotheker burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 380