Blad 2
a. het in koop aanbieden van een onverdeeld aandeel in
de voor het stichten van het Bastiongebouw benodigde
grond;
b. de splitsing in 2 appartementsrechten van de eigendom
van dit (toekomstige) gebouw met ondergrond (t.w. 1
appartementsrecht rechtgevende op het gebruik van de
parkeergarage en 1 rechtgevende op het gebruik van de
supermarkt)
c. vervolgens het door de gemeente en Heijmans ieder
voor zich aan Heijmans als aannemer op "turnkey"
basis opdragen van de verwezenlijking van de,
ingevolge de gevormde appartementsrechten, afzon
derlijk te gebruiken ruimten.
Inmiddels zijn, onder de voorwaarden en op de wijze als in
de samenwerkingsovereenkomst is vastgesteld, de benodigde
onderhandelingen met Heijmans gevoerd. Het resultaat
hiervan is geweest dat er over de inhoud van de gemelde
overeenkomsten volledig overeenstemming is ontstaan. De
desbetreffende concept-overeenkomsten zijn voor u ter
inzage gelegd. Ter toelichting op deze overeenkomsten
merken wij nog het volgende op:
1. De grondtransactie in hoofdlijnen:
1.1. Waarom noodzakelijk:
Omdat de gemeente en Heijmans ieder voor zich geldelijk
verantwoordelijk is voor de verwezenlijking van de
afzonderlijk door hen te gebruiken ruimten in het
Bastiongebouw, dienen zij gezamenlijk over te gaan tot de
splitsing in appartementsrechten van dit toekomstige gebouw
met bijbehorende grond. Omdat artikel 106, lid 1, boek 5
Burgerlijk Wetboek eist dat een splitsing in
appartementsrechten moet geschieden door de eigenaren van
een (toekomstig) gebouw met ondergrond, dient alvorens tot
deze splitsing kan worden overgegaan, een onverdeeld
aandeel in eigendom van de desbetreffende grond te worden
overgedragen aan Heijmans.
1.2. Bepaling breukdeel:
Het breukdeel in de eigendom van de grond dat aan Heijmans
zal worden overgedragen is gelijk aan het breukdeel dat
voor de turnkey overeenkomst is vastgesteld voor de
verdeling tussen de gemeente en Heijmans van de bouw- en
overige kosten van het Bastiongebouw. Dit breukdeel moet
vervolgens ook de grondslag zijn van de splitsing en
appartementsrechten en het geeft uiteindelijk de verhouding
weer waarin de gemeente en Heijmans na de splitsing in de
eigendom van het gebouw met ondergrond gerechtigd zullen
zijn.
Blad 3
1.3. Koopsom:
De koopsom van de grond is al in de samenwerkingsovereen
komst vastgelegd en deze stond derhalve tussen partijen
vast
1.4. Risico verkrijgen bouwvergunning etc.:
De notariële akte van levering van het onverdeeld aandeel
in de eigendom van de grond zal plaatsvinden binnen 5
werkdagen na de dag waarop er voor de bouw van het
Bastiongebouw een in rechte onherroepelijke bouwvergunning
is verleend en voorts alle overige vergunningen zijn
afgegeven. Mocht onverhoopt komen vast te staan dat deze
vergunningen niet zullen worden afgegeven dan heeft zowel
de gemeente als Heijmans ieder voor zich het recht de
overeenkomst te ontbinden. In dat geval is de gemeente aan
Heijmans een op voorhand bepaald bedrag aan
schadevergoeding van f 500.000,- verschuldigd. Dit bedrag
geldt als een toegemoetkoming in de externe kosten die
Heijmans voor de ontwikkeling van de plannen voor het
Bastiongebouw heeft moeten maken. Hieraan is nadrukkelijk
de voorwaarde verbonden dat Heijmans zich in redelijkheid
heeft ingespannen om de benodigde vergunningen te krijgen.
Gezien de op dat moment door beide partijen gemaakte kosten
en ieders belangen gaan wij ervan uit dat Heijmans zich
samen met de gemeente maximaal zal inspannen.
1.5. Bodemrisico:
1.5.1. Algemeen
Ter plaatse van het voormalige gasfabrieksterrein
Hoeksterend, waartoe ook de grond voor het Bastiongebouw
behoort, zullen saneringsmaatregelen worden uitgevoerd als
een "I.B.C. variant" (isoleren, beheersen, controleren).
Dit vindt plaats in de vorm van geohydrologische isolatie,
ondermeer inhoudende dat het middeldiepe- en diepe
grondwater permanent beheerst zal worden door een nog aan
te brengen grondwateronttrekkingssysteem en het aanbrengen
van nazorgvoorzieningen. De kosten vallende op deze
sanering zullen als projectfinanciering in het kader van de
Wet Bodembescherming worden gedragen door de Staat der
Nederlanden, de Provincie Friesland en de gemeente
Leeuwarden. Bij deze sanering is de Provincie Friesland het
bevoegd gezag. Dit houdt ondermeer in dat het aanbrengen,
gebruiken en instandhouden van al datgene wat voor het
grondwateronttrekkingssysteem noodzakelijk is door en voor
rekening van de Provincie Friesland zal plaatsvinden.