Blad 2 Vanaf het begin was het duidelijk dat voor een vertrouwing- wekkende relatie tussen gemeente en corporaties er sprake zou moeten zijn van een aantal zaken. Van corporatiezijde zou daadwerkelijk de bereidheid moeten zijn inhoudelijke, gerichte prestaties te willen afspreken en leveren t.b.v. de volkshuisvesting in Leeuwarden. Weliswaar schrijft het BBSH dit op papier voor, maar in de praktijk elders bleek dit vaak een dode letter, waarbij het BBSH vervolgens ge meenten geen enkele formele mogelijkheid bood en (biedt) dit alsnog af te dwingen. Van Federatiezijde was men hier toe bereid, maar is vanaf het begin gesteld dat men dan ook prestaties en committent van gemeentezijde wenste terug te zien. In deelconvenant 3, par 7 staan de belangrijkste we derzijdse verplichtingen vermeld. In de slotparagraaf tenslotte worden de belangrijkste for mele aspecten van deze convenanten vermeld, mede aan de hand van de checklist van de Raad uit de "Notitie betref fende wenselijke gedragslijn gemeente bij het aangaan van convenanten ed." uit 1995. Par 1. Voortgang convenanten afgelopen jaren. Sinds maart 1996 is er gekozen voor een andere methode om te komen tot een afsprakenstelsel tussen de Federatie van Leeuwarder corporaties en de gemeente. Was er voorheen een voorbereidingswerkgroep met daarin gemeentemensen en corpo ratiemensen, sinds die tijd lag het initiatief om met voor stellen te komen bij de corporaties. Voor deze werkwijze is gekozen op advies van de Nationale Woningraad, met instem ming van de corporaties en gemeente. Voordeel van deze werkwijze is dat op deze manier de vier corporaties (uiteindelijk vier zelfstandige bedrijven met ieder hun eigen belangen) genoodzaakt zijn eerst onderling tot goede afspraken te komen, waardoor een belangrijke bron voor verwarring in de gesprekken tussen gemeente en corpo ratie weggenomen is. Het nadeel van deze werkwijze is dat de andere convenantpartner de gemeente op een behoorlijke afstand is gezet van een groot deel van de inhoudelijk voorbesprekingen. Dit is echter ondervangen doordat er tus sendoor, wanneer dat nodig werd geacht door een van beide partijen, regelmatig overleg is geweest over een reeks van onderwerpen Dit heeft van zijde van de corporaties geresulteerd in voorstellen voor convenanten die respectievelijk in april 1997 (deelconvenant systematiek woonruimteverdeling) en ok tober 1997 (de resterende 3 deelconvenanten) aan de gemeen te zijn overhandigd. Omdat het voorgestelde deelconvenant woonruimteverdeling in grote lijnen inhoudelijk voortbor duurde op beproefde en bewezen beleidslijnen zijn er van gemeentezijde in dit deelconvenant geen grote veranderingen aangebracht. De enige echt nieuwe toevoeging in de voor Blad 3 stellen was het op termijn beperken van het aanbodsysteem tot de (niet-schaarse) woningen in kernvoorraadGezien de woningmarktontwikkelingen kon de gemeente vrij snel instem men met deze grondgedachte. Bij de in oktober 1997 overhandigde voorstellen voor de resterende 3 convenanten was er een divers aantal zaken waarover het nodig was als gemeente de gedachten te laten gaan en een standpunt in te nemen (vooral de herstruc turering) Ook stonden er voorstellen in waar de gemeente een ander standpunt was toegedaan dan de Federatie (bij o.a. de gevraagde tegenprestaties aan de gemeente). In de tijd gezien heeft van gemeentezijde de aandacht zich vanaf oktober eerst toegespitst op het centrale thema in de voorstellen van de Federatie in deelconvenant 3. Dat was de door de Federatie als urgent ervaren, door marktomstandig heden veroorzaakte, behoefte aan een betere afstemming tussen nieuwbouw en bestaande bouw in de gemeente en vooral stadsgewest en provincie. Ook omdat het gezamelijk geëntameerde onderzoek van gemeente en corporaties door het SOAB/OTB van oktober 1997 dezelfde noodzaak tot afstemming en herstructurering liet zien heeft de gemeente besloten deze problematiek aan te pakken. In de bestuursopdracht "Stedelijke Herstructureringsplan" is dit daarna verder uitgewerkt. 3 februari jl. heeft u als Raad ingestemd met deze bestuursopdracht. In de convenantsbesprekingen met de Federatie is deze bestuursopdracht vervolgens een belangrijk gegeven geworden. Waar nodig zijn de teksten aangepast en is uitgewerkt hoe Federatie en gemeente gezamenlijk tot het maken van het Stedelijk Herstructureringsplan zullen komen het komende jaar. Ook op andere punten is er via een viertal besprekingen in de afgelopen maanden tussen gemeente en corporaties tot andere convenantsteksten of aanvullingen gekomen. Dat geldt vooral voor de tekst rond de kernvoorraad en voor de tekst rond de gevraagde contraprestaties par 2. Het BBSH-convenant In dit convenant staan de procedure-afspraken over de (5) verantwoordingsvelden, die genoemd worden in het Besluit Beheer Sociale Huursector. Er staan opzettelijk geen inhoudelijke prestatie-afspraken in (in de geest van zoveel woningen te verkopen etc.) De inhoudelijke afstemming tussen gemeente en corporaties zal namelijk jaarlijks plaatsvinden via wat genoemd is de "Beleidsbrief" (zie paragraaf 6 van het convenant)Welke onderwerpen in ieder geval jaarlijks afgestemd zullen worden staat in dit BBSH- convenant

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 430