Blad 2
Tevens is er in de periode maart-juli van dit jaar een
leefbaarheids- en participatie-onderzoek door het Centrum
voor arbeidsmarktbeleid van de Rijksuniversiteit Groningen
uitgevoerd onder een representatieve steekproef van 300
bijstandsgerechtigden in fase 4 in Leeuwarden. Voor de in
houd en resultaten van dit onderzoek wordt verwezen naar
het rapport getiteld "Kansarmen in Beeld" van het Centrum
voor arbeidsmarktbeleid dat ter inzage is gelegd.
Mede op basis van dit onderzoek zijn er voorstellen ontwik
keld voor de aanpak van sociale activering in Leeuwarden.
Deze voorstellen zijn neergelegd in een concept-kadernota
sociale activering.
Deze concept-kadernota is vervolgens besproken met organi
saties in het veld en met de doelgroep. De verslagen van
deze bijeenkomsten zijn voor u ter inzage gelegd.
Uit het overleg is gebleken dat de bij het overleg aanwezi
ge organisaties positief staan tegenover de voorstellen en
bereid zijn een bijdrage te leveren aan het gemeentelijk
sociaal activeringsbeleid.
2. De kadernota sociale activering
Sociale activering is geen op zichzelf staand beleid en ook
geen nieuw beleid.
Het bestaande welzijnsbeleid van de gemeente richt zich in
belangrijke mate op het creëren en instandhouden van vang
netvoorzieningen voor mensen in achterstandssituaties,
waartoe ook de groep bijstandsgerechtigden in fase 4 be
hoort
Hiervoor beschikt de gemeente in de eerste plaats over een
groot aantal reguliere budgetten onder meer voor basis-edu
catie, verslaafdenzorg, maatschappelijke opvang, kinderop
vang, bijzondere bijstand etc.
In de tweede plaats zijn de afgelopen jaren, eerst onder de
noemer "sociale vernieuwing" en sinds een jaar in het kader
van het grote stedenbeleid, tal van specif Leke activiteiten
ontwikkeld die erop gericht zijn de achterstanden te ver
minderen en participatie te bevorderen. Veel van deze acti
viteiten komen ook ten goede aan bijstandsgerechtigden in
fase 4
Voorbeelden van dergelijke activiteiten zijn de portiek-
blokgesprekken in de wijk Heechterp, opvoedingsondersteu
ning voor allochtonen ouders, project drang op maat, laag
drempelige nachtopvang etc.
In de derde plaats zijn er projecten in het kader van de
Melkert III-regeling gestart.
Blad 3
Bij sociale activering gaat het er vooral om te bepalen
welke keuzen er worden gemaakt en hoe de gemeente een en
ander het beste kan organiseren. In dit verband is de stu
rende rol van de gemeente als regisseur van het beleid van
belang
Het gegeven dat sociale activering raakvlakken heeft met
alle sectoren van de dienst Welzijn maakt een integrale
aanpak noodzakelijk.
De nota sociale activering biedt een beleidskader en
formuleert een aantal actiepunten die op kortere danwel
middellange termijn moeten worden uitgevoerd.
Voor de inhoud van de beleidsvoorstellen en de daaruit
voortvloeiende actiepunten wordt verwezen naar de kadernota
sociale activering.
Op basis van de besprekingen met organisaties in het veld
en met de doelgroep is de concept-nota aangepast.
De belangrijkste aanpassing betreft het punt van de sociale
activeringsactiviteiten voor de groep bijstandsgerechtigden
die niet meer naar betaalde arbeid kan worden toegeleid.
Uit het onderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen en ook
uit de reacties van de doelgroep zelf is gebleken dat een
belangrijk deel van deze groep het in sociaal opzicht rede
lijk redt en het liefst met rust zou willen worden gelaten.
Daarbij wordt verwezen naar beperking van heronderzoeken,
inkomenstoetsen etc. Deze groep heeft geen behoefte aan
door de gemeente georganiseerde activiteiten. In de aange
paste kadernota wordt voorgesteld om de mogelijkheden deze
groep zoveel mogelijk met rust te laten te onderzoeken.
Als rode draad door alle reacties vanuit de doelgroep zelf
liep daarnaast het verzoek aan de gemeente alles in het
werk te stellen de slechte financiële positie van blijvers
in de bijstand te verbeteren. Ook dit aandachtspunt is in
de aangepaste nota opgenomen.
3Financiën
Voor sociale activeringsactiviteiten als zodanig worden
door het Rijk geen extra middelen ter beschikking gesteld.
Wel heeft het Rijk in het Werkfonds van de Wet Inschakeling
Werkzoekenden (W.I.W.) middelen voor sociale activering ter
beschikking gesteld, die ook voor dat doel geoormerkt zijn.
Daarnaast zijn er ook budgetten ter beschikking gesteld
voor beleidsterreinen die raakvlakken met het sociaal acti
veringsbeleid hebben. Hierbij moet worden gedacht aan onder
meer de middelen voor kinderopvang alleenstaande ouders,
incentivebeleid, basiseducatie en vormingswerk, drugs
hulpverlening, maatschappelijke opvang en welzijnswerk.
