Blad 16 a. populieren en wilgen als wegbeplantingen en éénrijïge beplantingen op of langs landbouw gronden, tenzij deze zijn geknot; b. fruitbomen, en windschermen om boomgaarden; c. fijnsparren of andere coniferen, niet ouder dan twaalf jaar, bestemd om te dienen als kerstbomen en geteeld op daarvoor in het bijzonder bestemde terreinen; d. kweekgoed; e. houtopstand, die deel uitmaakt van als zodanig bij het Bosschap geregistreerde bosbouwondernemingen, tenzij de houtopstand een zelfstandige eenheid vormt en, ofwel geen grotere oppervlakte beslaat dan 10 are, ofwel in geval van rijbeplanting, gerekend over het totale aantal rijen, niet meer bomen omvat dan 20; 3 Het in het eerste lid gesteld verbod geldt verder niet voor a. houtopstand die moet worden geveld krachtens de Plantenziektenwet of krachtens een aanschrijving op last van burgemeester en wethouders, zulks onver minderd het bepaalde in artikel 4.5.10 van deze verordening b. het periodiek vellen van hakhout ter uitvoering van het reguliere onderhoud; c. het periodiek knotten of kandelaren als cultuur maatregel bij daarvoor geschikte boomsoorten. 4. De burgemeester kan, in afwijking van het eerste lid, toestemming geven tot direct vellen indien er sprake is van grote gevaarzetting of een vergelijkbaar spoed eisend belang. Artikel 4.5.3 Aanvraag vergunning 1. De vergunning moet schriftelijk gemotiveerd en onder bijvoeging van een situatieschets, worden aangevraagd door of namens dan wel met toestemming van degene, die krachtens zakelijk recht, of door degene die krachtens publiekrechtelijke bevoegdheid, gerechtigd is over de houtopstand te beschikken. 2. Wanneer de team-manager van de Landelijke Service bij Regelingen (LASER) van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij aan burgemeester en wethouders een afschrift heeft toegezonden van de ontvangstbeves tiging als bedoeld in artikel 2 van de Boswet, beschou wen burgemeester en wethouders dit afschrift mede als een vergunningaanvraag Artikel 4.5.4 Weigering ex lege De vergunning wordt geacht te zijn geweigerd, indien geen beslissing is genomen binnen acht weken. Blad 17 Artikel 4.5.5 Weigeringsgronden Burgemeester en wethouders kunnen de vergunning weigeren in het belang van onder meer: - natuur- en milieuwaarden; - landschappelijke waarden; - cultuurhistorische waarden; - waarden van stads- en dorpsschoon; - waarden voor recreatie en leefbaarheid. Artikel 4.5.6 Openbaarmaking Indien een vergunning wordt verleend of geweigerd, wordt deze beslissing direct openbaar gemaakt in een lokaal dag- of nieuwsblad. Artikel 4.5.7 Standaardvoorwaarde van niet-gebruik Een vergunning wordt verleend onder de voorwaarde van fei telijk niet-gebruik tot het moment van het onherroepelijk van kracht worden van een vergunning. Artikel 4.5.8 Vervaltermijn vergunning De vergunning, als bedoeld in het vorig artikel, vervalt indien daarvan niet binnen één jaar na het onherroepelijk van kracht worden gebruik is gemaakt Artikel 4.5.9 Bijzondere vergunningvoorschriften 1. Tot de aan de vergunning te verbinden voorschriften kan behoren het voorschrift dat binnen een bepaalde termijn en overeenkomstig de door burgemeester en wethouders te geven aanwijzingen moet worden herplant. 2. Wordt een voorschrift als bedoeld in het eerste lid gegeven, dan kan daarbij tevens worden bepaald op wel ke wijze en binnen welke termijn niet-geslaagde beplanting moet worden vervangen. 3Tot aan de vergunning te verbinden voorschriften kunnen behoren aanwijzingen ter bescherming van in en rond de houtopstand voorkomende flora en fauna. Artikel 4.5.10 Herplant-/instandhoudingsplicht 1. Indien houtopstand waarop het verbod tot vellen als bedoeld in deze afdeling van toepassing is, zonder vergunning van burgemeester en wethouders is geveld, dan wel op andere wijze teniet is gegaan, kunnen burgemeester en wethouders aan de zakelijk gerechtigde van de grond waarop zich de houtopstand bevond, danwel aan degene die uit andere hoofde tot het treffen van voorzieningen bevoegd is, de verplichting opleggen te

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 467