Blad 2
Is dit niet het geval, dan wordt de melding genegeerd. Mede
met het oog op het belang van de bestrijding van misbruik,
is het niet van belang of de informant zich al dan niet be
kend maakt. Zeer zorgvuldige behandeling van deze informa
tie wordt gewaarborgd door procedurele voorschriften, on
dermeer door het schriftelijk vastleggen van de tip, het
leggen van de besluitvorming op een hoger leidinggevend ni
veau en het formuleren van de onderzoeksopdracht op dat ni
veau
Achterliggende overwegingen
In de nieuwe Algemene bijstandswet is meer nadruk gelegd op
de primaire bestuurlijke verantwoordelijkheid van de ge
meente voor de rechtmatige en doelmatige uitvoering van de
wet
Tot die uitvoeringsverantwoordelijkheid behoort ondermeer
het treffen van die organisatorische en administratieve
maatregelen die een goed niveau van handhaving verzekeren,
zowel gericht op het voorkomen van onregelmatigheden als
het adequaat reageren op (signalen van) misbruik. Detectie
en opsporing zijn daarbij belangrijke functies, zeker op
het terrein van sociale zekerheid waar misbruik zich niet
voltrekt in de volle openbaarheid en in tegenstelling tot
de bestrijding van andere criminaliteit (schending openbare
orde, vernieling etc.) de daad niet onmiddellijk herkenbaar
is. In het streven om uitkeringsfraude te beperken is het
uitvoeringsorgaan in het bijzonder afhankelijk van meldin
gen van derden, zowel instellingen als particulieren. Dit
is overigens niets bijzonders, want elk opsporingsapparaat
reageert op signalen anders dan door eigen onderzoek ver
kregen
Ook merken wij op dat niet altijd de gemeente de eerst ver
antwoordelijke is om te bepalen of signalen van burgers al
dan niet in onderzoek worden genomen. Feitelijk goed onder
bouwde burgerinformatie kan zonder nader onderzoek een ver
moeden van een strafbaar feit opleveren en aanleiding geven
tot een opsporingsonderzoek in de zin van het Wetboek van
Strafvordering. Daarbij is niet van belang of de melding
afkomstig is van een anonieme burger. In deze situatie is
het Openbaar Ministerie de verantwoordelijke instantie.
Mede met het oog daarop kan de gemeente geen beleid voeren
dat als uitgangspunt heeft dat op eigen initiatief van bur
gers gedane meldingen zonder meer terzijde worden gelegd.
De zakelijke waarde van de informatie zal moeten worden ge
toetst. Een kort onderzoek moet uitwijzen, of het bericht
iets toevoegt aan de beschikbare gegevens in het persoons
dossier
De juridisch geoorloofde mogelijkheid tot gebruik van in
formatie beschouwen wij zeker niet als een vrijbrief voor
Blad 3
ongebreideld gebruik van elke burgerinformatie. Na toetsing
van de gebruikswaarde wordt beoordeeld of het belang van de
privacy-bescherming van de uitkeringspartij hoger gesteld
moet worden dan het belang van de handhaving. Steeds weer
dient een afweging van de belangen plaats te vinden aan de
hand van de omstandigheden van het geval. Ter verzekering
van een zorgvuldige afweging is de bevoegdheid tot het
stellen van een nader onderzoek gelegd op het leidinggevend
niveau
Ter afsluiting van de beschrijving van het gemeentelijk be
leid wijzen wij op de stellingname van de regering, die
meent dat gebruik van burgerinformatie onmisbaar is voor
fraude bestrijding. Het belang van de bestrijding van mis
bruik kan volgens haar prevaleren boven dat van privacy
bescherming. Het is bekend dat het OM dit standpunt onder
steunt. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
heeft onlangs tijdens een PVDA-bijeenkomst in de Bres des
gevraagd laten weten dat sociale diensten anonieme tips in
behandeling moeten nemen.
Een gemeentelijk besluit om in het geheel geen gebruik te
maken van door burgers op eigen initiatief verstrekte in
formatie wordt strijdig geacht met een goede uitvoering van
de Abw. Op een categorische weigering zal de minister rea
geren met een bestuurlijke aanwijzing.
4. Standpunt over de open brief van PUF
Uit het voorafgaande blijkt dat de gemeente staat voor een
terughoudend en zorgvuldig beleid ten opzichte van het ge
bruik van burgerinformatie. Daarin past niet het actief
uitlokken van deze informatie of het faciliteren van deze
informatiestroom door middel van meldlijnen. Voor wat be
treft de sociale zekerheidsfraude is bij een dergelijke
vorm van tipbevordering elke redelijke verhouding tussen
doel en middel zoek.
Anders dan het Platform meent ligt in het gemeentelijk be
leid zeker niet een aansporing tot "klikken" besloten.
Evenmin wordt het "klikken" tot onderdeel van het systeem
van handhaving gemaakt. Wij doen op geen enkele wijze een
beroep op de burger om fraude te melden. Het initiatief
ligt geheel bij de burger. Dat de gemeente zich niet af
sluit voor deze informatie en deze kritisch voor gebruik
toetst kan toch naar ons oordeel niet op één lijn worden
gesteld met het bevorderen van een - in de woorden van het
Platform- "klikmaatschappij
Het gemeentelijk beleid wordt gekenmerkt door terughoudend
heid en zorgvuldigheid bij het gebruik van al dan niet ano
nieme meldingen. Deze uitgangspunten zijn niet alleen inge
geven om de individuele uitkeringsgerechtigde zo veel moge-