I Blad 4 lijk te vrijwaren van ongegronde inbreuken op de persoon lijke levenssfeer, maar ook om aan de door het Platform aangevoerde en ook door ons gevoelde bezwaren tegemoet te komen Ook wij menen dat de mogelijkheid om informatie te geven zonder de identiteit prijs te geven afbreuk kan doen aan het ideaal van een samenleving van burgers die verantwoor delijkheid nemen ten opzichte van elkaar. Alleen verbinden wij daaraan niet de door het Platform voorgestane absolute consequentie dat het belang van een juiste toedeling van gemeenschapsgelden zonder meer daaraan ondergeschikt wordt gemaakt. Wij staan voor een meer genuanceerde benadering, waarbij door een zorgvuldige toetsing van de informatie beide belangen voor zoveel mogelijk worden gediend en de maatschappelijke schade waarop het Platform doelt zoveel mogelijk binnen aanvaardbare perken blijft. Verder meent het Platform dat de gemeente het gebruik van anonieme meldingen moet staken, omdat anoniem klikken laf, onfatsoenlijk en onsportief is en niet in een democratische samenleving past Wij menen daarentegen dat aan het gebruik van anonieme mel dingen niet zodanig absolute bezwaren zijn verbonden dat bij voorbaat het gebruik daarvan moet worden afgewezen. Het gebruik van burgerinformatie is uit oogpunt van handha ving nodig en juridisch geoorloofd. Het gebruik is niet bij wet of ongeschreven rechtsbeginsel verboden. Dit wordt niet anders als het gaat om anonieme berichten. Uit oogpunt van handhaving is het aanbrengen van onder scheid tussen anonieme en niet anonieme berichten niet ef fectief. Immers, een zodanig criterium brengt bij voorbaat een scheiding tussen gevallen waarin wel een onderzoek wordt geëntameerd en gevallen waarin dit onderzoek niet plaatsvindt, ongeacht de objectieve zakelijke waarde van de informatie. Deze scheiding leidt tot willekeur. De mogelijk respectabele keuze van de burger voor anonimiteit bepaalt dan de prioriteiten van gemeentelijk beleid. Het op eigen initiatief verstrekken van informatie over vermeend misbruik van met name genoemde medeburgers staat in een kwade reuk. Dit blijkt uit het gebruik van beladen termen als "klikspaan" of "verklikken" en uit gevoelsmatige associaties met niet loyaal, laf en achterbaks gedrag van de brenger van de boodschap. Allereerst menen wij dat de weerstand tegen burgerinformatie enigszins selectief is. Aangifte van de dader van een milieudelict, vernieling of diefstal wordt niet afgekeurd maar bij diefstal van het collectief - en dat is in feite sociale zekerheidsfraude - is dit volgens sommigen anders. De opvattingen verschillen kennelijk al naar gelang het delict. Blad 5 Ook is het niet reëel te denken, dat de burger die zich stoort aan vermeend onrechtmatig gebruik van overheidsvoor zieningen, de medeburger daarop aanspreekt. In het minste geval zal hij voor de voeten geworpen krijgen dat hij zich met zijn eigen zaken dient te bemoeien. Om begrijpelijke redenen durft niet iedere burger deze con frontatie aan en meldt zijn bevindingen aan de verantwoor delijke instantie. Zeer velen rechtvaardigen hun gedrag door erop te wijzen dat de vermeende fraudeur zich ten on rechte een voordeel toeeigent ten opzichte van hem of haar die zich wel houdt aan de regels en met veel moeite rond moet komen van het sociaal minimum. Hier is dus sprake van irritatie die van misbruik van collectieve voorzieningen uitgaat Aldus handelend kan de burger die informeert niet worden afgeschilderd als een persoon die afbreuk doet aan de soli dariteit als fundament van de samenleving. Wij ontkennen niet dat sommigen een persoonlijk belang heb ben bij de melding. Een selectie naar motief is evenwel niet reëel en het voert te ver om bij voorbaat alle berich ten van burgers te negeren. Nog afgezien van de financiële schade moet het voortduren van misbruik als gevolg van het niet reageren op burgerinformatie worden gezien als een vorm van betonrot van het draagvlak van de collectieve voorzieningen. Daarom hebben wij gekozen voor een genuan ceerd en kritisch beleid. Een dergelijk beleid laat ook ruimte voor gebruik van berichten van burgers die zich niet met naam bekend willen maken. De anonimiteit kan een bewus te keus zijn, die niet voorkomt uit gevoelens van lafheid o.i.d. maar uit een reëel ervaren vrees voor confrontatie met de medeburger. Zolang de gemeente de vertrouwelijkheid van de naam niet kan garanderen en evenmin de burger kan vrijwaren van onheuse bejegening door de medeburger over wie informatie wordt verstrekt, is het niet verstandig de burger aan te sporen zijn anonimiteit af te leggen. Ander zijds voorkomt het door ons voorgestane beleid van zorgvul dige en kritische toetsing van de melding, dat de uitke ringsgerechtigde onder de dekmantel van anonimiteit op zijn beurt wordt geconfronteerd met op achterklap gebaseerde on derzoeken 5. Advies Wij stellen voor om het Platform Uitkeringsgerechtigden Friesland te berichten dat op gronden als hiervoor aangege ven het gemeentelijk beleid inzake het gebruik van door al dan niet anonieme burgers gedane meldingen over vermeend misbruik van uitkeringen wordt voortgezet De Commissie Economische en Sociale Zaken is gehoord in haar vergadering van 26 januari 1998.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 58