13.De inrichting en het beheer van nieuwe openbare ruimten/gebieden wordt
getoetst op veiligheidsaspecten.
14. Een goede openbare verlichting draagt bij aan de veiligheid van burgers op
straat. De openbare verlichting in slecht verlichte wijken zoals Schieringen
en het Valeriuskwartier moet dan ook worden verbeterd.
15.Leeuwarden moet zijn invloed op de lokale politiezorg optimaal benutten.
16. Er moet meer politie zichtbaar op straat komen en de kwaliteit en
bereikbaarheid van de politie dient verhoogd te worden. De typische,
wettelijke politietaken mogen niet overgedragen worden aan commerciële
veiligheidsbedrijven.
17.De politie dient dichtbij de burger te staan en nauwe contacten te
onderhouden met het gemeentebestuur en de gemeentelijke diensten. Met
name wijkagenten die te voet of op de fiets door de wijk surveilleren.
4.2. Handhavingsbeleid
Het handhaven van wet en regelgeving, openbare orde en veiligheid zijn
kerntaken van de gemeente.
Hiernaast hebben ook andere partijen (burgers, bedrijven, onderwijs, winkeliers,
horeca, woningcorporaties e.d.) een eigen verantwoordelijkheid, die zij dienen te
nemen.
Sociale controle en sociale samenhang vragen om een goed georganiseerd en
doeltreffend handhavingsbeleid.
Een beter handhavingsbeleid is een middel tegen onder meer overlast van
horecabedrijven, prostitutie en drugshandel, ongeoorloofd gebruik van de
openbare ruimte, milieuovertredingen enzovoort.
Snelle signalering van zaken als vernielingen, parkeerchaos, zwerfvuil en graffiti
is noodzakelijk. De stadswachten hebben hierbij een belangrijke rol.
Wijkvertegenwoordigers, woningcorporaties en gemeente kunnen via
voorlichting en een beroep doen op de verantwoordelijkheid van alle bewoners
mede zorgen voor een aantrekkelijker en schoner leefmilieu
Actiepunten:
1Verbeteren van het handhavingsbeleid door goede afspraken te maken met
de politie en daadwerkelijke controle van de wet- en regelgeving.
2. Toepassing en uitbreiding van lik op stuk beleid.
3. Het huidige beleid ten aanzien van alcohol op de openbare weg is
uitgangspunt. Op basis van de evaluatie daarvan zal gekeken worden of
uitbreiding van de instrumenten noodzakelijk is en welke prioritering aan die
instrumenten gegeven wordt. Het is in ieder geval nodig de overlast door
drankgebruik op de openbare weg tegen te gaan.
8
BESTl L 'RSPROGRAMMA 1998-2002. Gemeente Leeuwarden
4.3. Sociale zaken
Beleid op het terrein van sociale zaken is breder dan het verstrekken van
uitkeringen, een goede schuldhulpverlening en een adequaat
kwijtscheldingsbeleid. Het is vooral ook het bevorderen van het uitstromen van
klanten en het bevorderen van participatie van mensen met zeer slechte kansen
op de arbeidsmarkt. Met dit beleid van 'sociale activering' is een
accentverschuiving duorgevoerd in de opvattingen over welzijn en zorg en wordt
gekozen voor de maatschappelijke participatie van mensen in
achterstandssituaties
De aanpak van problemen die verband houden met achterstand,
zelfredzaamheid en isolement hangt nauw samen met andere beleidsterreinen
zoals werkgelegenheid, gezondheid, huisvesting en onderwijs. Alleen vanuit
geïntegreerd werkende gemeentelijke diensten en sectoren en door met elkaar
samenwerkende welzijnsinstellingen kan een sluitende aanpak van de met
elkaar samenhangende problemen worden bereikt.
Minimabeleid
Er blijft een actief minimabeleid gevoerd worden dat naast maatregelen gericht
op de verbetering van de inkomenspositie (bijzondere bijstand,
schuldhulpverlening en kwijtschelding) elementen bevat die sociaal isolement
bestrijden en participatie bevorderen.
Een deel van de bijstandsgerechtigden is te weinig bekend met de
voorzieningen en maakt er te weinig gebruik van. De bestaande instrumenten
dienen ten volle te worden benut om materiële armoede en sociale uitsluiting te
bestrijden. Het niet-gebruiken van de voorhanden zijnde voorzieningen en
faciliteiten moet worden tegengegaan. Dit kan worden verbeterd door het geven
van meer voorlichting, door vereenvoudiging van procedures en door het
tegengaan van het niet gebruiken van voorzieningen.
In beginsel spreken partijen uit dat de volgende aanvullende voorstellen ten
behoeve van de inwoners met een minimum uitkering op 1 januari 1999 zullen
worden ingevoerd:
1 De invoering van een kortingssysteem zoals bijvoorbeeld een kortingspas
waardoor de bereikbaarheid van voorzieningen (sport, cultuur, recreatie,
algemene vorming, enzovoort) en daarmee de maatschappelijke participatie
daadwerkelijk groter wordt. Dit systeem moet een vorm hebben die niet
stigmatiserend is, geen drempel kent zoals een ingewikkelde
aanvraagprocedure en de korting moet bij gebruik van het systeem direct
geïncasseerd kunnen worden.
Het systeem wordt vooralsnog voor een periode van 2 jaar ingevoerd,
waarna het zal worden beoordeeld op effectiviteit. Als het instrument effectief
blijkt te zijn zal het worden voortgezet.
BESTl L RSPROGRAMMA 1998-2002, Gemeente Leeuwarden