Begroting 1999 Concern welke inzet er de komende jaren gepleegd gaat worden voor het huidige uitkeringsbestand en tot welke daling dit zal leiden in de omvang van het uitkeringsbestand. Er worden doelen, beleidsinzetten en resultaten geformuleerd. Tevens wordt er een model ontwikkeld om de gevolgen van de gehele inzet voor de omvang van het uitkeringsbestand te kunnen ramen. Daarbij zijn er aannames gepleegd ten aanzien van de economische ontwikkelingen en de ontwikkeling van de lokale arbeidsmarktsituatie. Het scenario zal binnenkort ter vast stelling aan u worden voorgelegd. De in het scenario geraamde ruimte op de arbeidsmarkt, gekoppeld aan de te bereiken resultaten op het terrein van het activerend arbeidsmarktbeleid leiden ertoe dat over vier jaar het bestand aan uitkeringsgerechtigden in Leeuwarden per saldo met minimaal 1.200 zal zijn afgenomen. Een dergelijke drastische afname van het aantal uitkerings gerechtigden zal tot gevolg hebben dat er bespaard kan worden. Ten eerste kan er bespaard worden op het gemeente lijk aandeel in de kosten van de bijstandsverstrekking. Daarnaast kan er bespaard worden op de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de bijstandswet. De besparing op de uitvoeringskosten binnen de sector sociale zaken zijn geraamd op f 600.000 met ingang van 1999 oplopend tot f 1.140.000 in 2002. Om het aantal uitkeringsgerechtigden daadwerkelijk te kunnen laten dalen met 1.200, zal het niet alleen noodzakelijk zijn om te investeren in arbeidsmarkt- en sociale activering, maar ook in de uitvoeringsorganisatie. Op dit moment ligt het primaat bij de uitvoerings organisatie bij een "correcte" uitkeringsverstrekking. Centraal staat het op tijd, rechtmatig en op maat ver strekken van uitkeringen. Hierop is de laatste jaren niet alleen gestuurd maar ook fors geïnvesteerd. De uitvoerings organisatie is sterk administratief ingericht met een nadruk op administratieve procedures en controle. Wanneer de uitvoeringsorganisatie zich meer moet gaan toe leggen op arbeidsmarkt en sociale activering, dan brengt dat nieuwe taken met zich mee. De organisatie zal meer toeleidingsgericht moeten worden in plaats van procedure- gericht. Het aanpassen van de staande organisatie zal behoedzaam moeten gebeuren, omdat het uitkeringsproces niet in de knel mag komen. Daarvoor is de uitkeringsverstrekking een te "vitaal" product. De ontwikkeling zal zijn dat het bestuur meer op hoofd lijnen zal gaan sturen en dat de uitvoering meer op afstand wordt geplaatst: een relatie in de vorm van opdrachtgever versus opdrachtnemer. Een voorwaarde voor een dergelijke contractueel geregelde relatie is dat er sprake is van een transparante bedrijfsvoering. 11 Begroting 1999 Concern stagnatie in het onderhoud van bij de gemeente in beheer zijnde vaarwegen. Door achterstallig onderhoud mengen verontreinigingen zich steeds vaker met elkaar, waardoor het niet mogelijk is de eigenlijke veroorzaker van de verontreiniging aan te spreken. Hierdoor loopt de gemeente het risico dat er claims bij haar worden gelegd. Om dit gevaar te ontlopen moet er veel bagger verwijderd worden. De kosten hiervan zullen mede afhankelijk zijn van de kosten van verwerking en opslag. De gevolgen van het operationeel worden van dit risico zijn: - 1. de mogelijke saneringskosten die ten laste van de algemene middelen zullen komen 2. financiële claims; 3. stagnatie in de stedelijke ontwikkeling. Door de inzet van het instrumentarium "Actief Bodembeheer" wordt een reductie verwacht van de totale kosten van 3 0%- 50%. Het instrument is echter geen tovermiddel. Weliswaar zal het kunnen leiden tot een aanzienlijke kostenreductie, het probleem blijft zeer omvangrijk. Ook het realiseren van een structurele opslag-/verwerkingslocatie voor vervuilde bagger kan helpen om het risico te reduceren. Eveneens worden er experimenten met nieuwe technologieën en technieken gedaan om het risico te reduceren. Er zouden voorzieningen voor het gemeentelijk aandeel in deze risico's gevormd moeten worden maar de noodzakelijke grootte daarvan zou dermate onrealistisch zijn, dat volstaan wordt met opname in de risicoparagraaf. Leeuwarden, 25 september 1998 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, P.E.J. den Oudsten loco-burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 20