begroting 1999
Dienst Welzijn
U i
begroting 1999
Dienst Welzijn
3 VERANDERINGEN EN ONTWIKKELINGEN
Onderwijs
De vergroting van de mogelijkheden voor het voeren van lokaal onderwijsbeleid is
het resultaat van een ontwikkeling in de bestuurlijke verhoudingen tussen de
rijksoverheid, de gemeenten en de schoolbesturen. Lokaal onderwijsbeleid biedt
meer mogelijkheden het onderwijs op de lokale situatie af te stemmen en meer
samenhang tussen verschillende beleidsterreinen aan te brengen. De gemeente zal
daarbij initiërend, coördinerend en stimulerend moeten optreden. De uitvoering van
het beleid zal naar verwachting vooral op instellingsniveau moeten plaatsvinden.
Daarnaast is van belang dat regelmatig evaluaties plaatsvinden van het uitgevoerde
beleid. Dat betekent dat het te voeren beleid waar mogelijk 'vertaald' moet worden
in meetbare doelstellingen. Hiervoor is weer nodig dat inzicht bestaat in de
uitgangssituatie. In het kader van het Grote Stedenbeleid wordt daarom gewerkt aan
de zogenoemde monitoringfunctie. Resultaat moet zijn een instrument, waarmee op
eenvoudige wijze inzicht kan worden verkregen in de resultaten van het gevoerde
onderwijsbeleid en waarmee bovendien vergelijkingen met andere gemeenten
getrokken kunnen worden.
De nieuwe (regie-)rol en zorgplicht van de gemeente, voortkomend uit het streven
naar bestuurlijke vernieuwing en de decentralisatie van overheidstaken, komt
duidelijk tot uitdrukking in onder meer de Wet Primair Onderwijs, de Wet
Gemeentelijk Onderwijs Achterstandsbeleid en de Wet Decentralisatie Huisvesting.
Een afstemming met andere gemeentelijke sectoren zal voor een groot aantal (deels
nieuwe) beleidstaken moeten worden gevonden. Vermeldenswaard is de reeds in
gang gezette geïntegreerde aanpak met betrekking tot bijvoorbeeld het huisves
tingsbeleid, het lokaal (onderwijs)achterstandsbeleid, Weer Samen Naar School, de
schoolbegeleiding, de volwasseneneducatie, het Jeugdbeleid, het Grote Steden
beleid en het Werkgelegenheidsbeleid.
Samenlevingszaken en Cultuur
In 1999 zal de implementatie van een groot aantal veranderingen plaatsvinden. Hiertoe
zijn en worden op onder meer de volgende beleidsterreinen voorstellen ontwikkeld:
jeugdbeleid; beleid kinderopvang, tussenschoolse opvang, buitenschoolse opvang en
peuterspeelzaalwerk; speelruimtebeleid; cultuurbeleid; beleid Maatschappelijke
Opvang; beleid Vluchtelingenwerk en Nieuwkomers; verslavingsbeleid en
minderhedenbeleid.
Voor 1999 wordt, bij ongewijzigd beleid, een stijging van de uitgaven van de WVG
verwacht als gevolg van enerzijds een stijging van het collectieve vervoer (VEONN) en
anderzijds een stijging van het aantal aanvragen voor voorzieningen via het bureau
WVG.