begroting 1999
Dienst Welzijn
Sociale Zaken
In 1998 is een begin gemaakt met het herzien van de organisatie van de sector
sociale zaken. Dit heeft onder andere geresulteerd in het starten van een aantal
experimenten waarvan de experimentele vorming van een zgn. Product Verant
woordelijke Eenheid (PVE) één van de belangrijkste is. Op basis van de resultaten
van onder meer dit experiment zal worden besloten of de gehele sector op basis
hiervan opnieuw ingedeeld moet worden.
De invoering van de nieuwe Algemene Bijstandswet in 1996 was de laatste grote
operatie in het kader van herziening van het sociale zekerheidsstelsel. Wijzigingen van
het stelsel van sociale verzekeringen en voorzieningen blijven voor de nabije toekomst
beperkt.
CWI
De betrekkelijke rust in het sociale zekerheidsstelsel gaat gepaard met grote
veranderingen in de organisatie van de (uitvoering van de) sociale zekerheid. In
1997 heeft het kabinet besloten over te gaan tot de vorming van centra voor werk
inkomen (CWI). Gemeenten (sociale diensten), arbeidsvoorziening en de
uitvoeringsinstellingen voor de sociale verzekeringen (UVI's) zullen daarin
gezamenlijk diensten verlenen aan werkzoekende uitkeringsgerechtigden.
Voor 1 januari 1999 moeten genoemde partijen hierover nadere afspraken hebben
gemaakt, die in 1999 en 2000 worden geoperationaliseerd, zodat op 1 januari 2001
overal in Nederland CWI's werkzaam zijn.
Tegelijkertijd is er discussie over de mogelijkheden van private uitvoering van delen
van sociale zekerheid. De uitkomst van deze discussie zal zeker gevolgen hebben
voor de CWI-vorming en voor de uitvoering van (delen van) de algemene
bijstandswet.
Bijstandsschulden
Op 1 januari 1999 wordt een wijziging voorzien van de voorschriften van het Rijk
met betrekking tot het invorderen van bijstandsschulden. Deze wijziging behelst o.a.
een verandering van de verrekening van de opbrengsten van invordering met het
rijksaandeel in de uitkeringskosten. Door het financiële belang van gemeente bij de
invordering van bijstandsschulden te vergroten wordt beoogd de omvang van de
bijstandsschulden terug te brengen.
Additionele Werkgelegenheid
Het Grote Stedenbeleid
Het Grote Stedenbeleid (GSB) zal gecontinueerd en geïntensiveerd worden. Meer
dan tot nu toe zal de aanpak op langere termijn bewaakt gaan worden. De inzet is
om het GSB duidelijker te verbinden met lange termijn perspectieven als Levi 2030
en zodoende een verbinding te leggen tussen de problemen van de stad en de
oplossingen. Het gaat om economische, fysieke en sociale vitalisering. Op deze
manier zal het GSB zich gaan ontwikkelen tot een samenhangend programma dat
onlosmakelijk is verbonden met het gehele gemeentelijke beleid. Het memorandum
dat de 21 steden, die bij het GSB zijn aangesloten, aan het kabinet hebben
aangeboden voor de kabinetsformatie is daarbij een zeer bruikbaar richtsnoer.
In het GSB-jaarprogramma 1998/1999 is prioriteit gelegd bij de onderwerpen
Leeuwarden-oost (reparatie van de duale stad) en Leeuwarden full-service-city.
6
begroting 1999
Dienst Welzijn
Bij de aanpak van Leeuwarden-oost gaat het om de bestrijding van de werkloosheid
en overlast, de ontwikkeling van sociale activering, de verbetering van de
leefbaarheid, het treffen van voorzieningen voor jongeren (ook in relatie tot school)
en de ondersteuning van de multiculturele samenleving.
A rbeidsmarkttoeleiding
In het kader van de nABW (nieuwe Algemene Bijstandswet) heeft de gemeente tot
taak om aan mensen die werkloos zijn middelen ter beschikking te stellen om in de
noodzakelijke kosten van het bestaan te voorzien. Daarnaast moet zij ook maat
regelen treffen die ertoe bijdragen dat mensen weer zelf in hun onderhoud kunnen
voorzien. Dat houdt in dat mensen worden gemotiveerd en gestimuleerd om zich
actief bezig te houden met de verbetering van hun kansen op de arbeidsmarkt. De
gemeente helpt daarbij door ondersteuning te bieden via trajecten voor arbeids-
markttoeleiding. Bij de uitvoering van die trajecten werkt de gemeente samen met
arbeidsvoorziening.
De beleidsmatige verantwoordelijkheid voor de gemeentelijke taak op het gebied van
de arbeidsmarkttoeleiding is neergelegd bij de sector Additionele Werkgelegenheid.
Deze sector zorgt voor de voorbereiding van het beleid en regelt en regisseert de
uitvoering daarvan. Daartoe worden afspraken gemaakt met de uitvoerende partijen.
Wet Inschakeling Werkzoekenden (WIW)
Met ingang van 1 januan 1998 is de Wiw in werking getreden. Met de invoering
van de Wiw heeft er een stroomlijning plaats gevonden van diverse regelingen op
het terrein van de gesubsidieerde arbeid. De Wiw biedt de gemeente de mogelijk
heid een samenhangend instrumentarium te ontwikkelen en in te zetten voor
werkzoekenden.
In het kader van het integraal jeugdbeleid is van belang dat de WIW een sluitende
aanpak voor jongeren tot 23 jaar voorschrijft. Ter uitvoering van deze opdracht is
ondermeer het jongerenloket ingericht en deze zal de komende periode verder
worden uitgewerkt. Met het jongerenloket is een instrument gegeven om alle
(gemeentelijke) activiteiten op het terrein van arbeidsmarktbeleid, onderwijs en zorg
voor jongeren te bundelen en op elkaar af te stemmen.
Verder maakt de WIW het mogelijk om voorzieningen te treffen op het terrein van
sociale activering en scholing.
Met sociale activering wordt het beleid bedoeld dat in eerste instantie is bedoeld
voor die mensen die met binnen afzienbare tijd toegeleid kunnen worden naar de
arbeidsmarkt. De doelgroep van sociale activering beperkt zich dus veelal tot "de
blijvers in de bijstand".
In 1997 is een aantal projecten op het terrein van sociale activering opgestart, in het
kader van de Melkert III regeling. De doelstelling van de projecten was het
verbeteren van arbeidsmarktkansen van de doelgroep, door het aanbieden van
specifieke trajecten.
Tevens loopt er op dit moment een tweejarig onderzoeks- en reïntegratieproject voor
in totaal 1.000 bijstandsgerechtigden met een zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt,
wonende in Leeuwarden-oost. Dit project heeft tot doel via intensief onderzoek
inzicht te krijgen in aan welke trajecten er behoefte bestaat binnen de doelgroep.
7