c E
3
■5 w
T—
4.3. UITGANGSPUNTEN VAN BEDRIJFSVOERING
4.3.1. Planning en control
In 1999 zal naast de inspanningen verband houdende met het herstructureringstraject, veel energie moeten
worden gestoken in de uitwerking en organisatorische verankering van de het planning- en control
instrumentarium ten behoeve van de beheersing en bijstelling van de operationele productieprocessen.
Speerpunten hierbij zijn met name technieken voor voor- en nacalculatie op orderniveau. De inspanningen in dit
kader moeten resulteren in een betere inzicht in het rendement van individuele productie-orders en de
doelmatigheid van de productieprocessen. In het verlengde hiervan zal de informatievoorziening op operationeel
niveau moeten worden verbeterd. Groot belang wordt tevens gehecht aan een betere beheersing en registratie
van de interene goederenstromen en een effectieve inrichting van de hiermee samenhangende logistieke
processen. Op dit punt is inmiddels een verbeteringstraject in voorbereiding, waarbij extra personele capaciteit
zal worden ingezet.
4.3.2 Personeel en Organisatie
De afdeling Personeel en Organisatie zal in 1999 veel energie gaan steken in de verdere implementatie en
uitwerking van reeds in 1998 ingezette trajecten en projecten. Zo zal de praktische toepassing en uitwerking van
verplichtingen uit de nieuwe Wet Sociale Werkvoorziening in 1999 verder zijn beslag krijgen. Het gaat dan
onder meer om zaken als het operationeel maken van het nieuwe profielensysteem, het inzetten van het nieuwe
instrument begeleid werken, het toepassen van een gewijzigd functiewaarderingssysteem en de samenvoeging
van het Orgaan van Overleg en de Onderdeelscommissie in één ondernemingsraad overeenkomstig de wet op de
ondernemingsraden. Een ander traject dat naar verwachting een forse bijdrage van de P&O-discipline zal vragen,
is het vervolg dat in 1999 gegeven zal worden aan het inmiddels opgestarte onderzoek naar de toekomstige
positie van de DSW. Naast de strategische verantwoordelijkheid die P&O hierin heeft zal de praktische
doorvertaling van de uiteindelijke herstructureringsbesluiten in personele en organisatorische consequenties de
nodige capaciteit vragen.
Voorts zal binnen het activiteitenprogramma van P&O voor 1999 aanzienlijke capaciteit worden ingeruimd voor
de conceptuele en praktische uitwerking van die activiteiten van de DSW die primair gericht zijn op het
realiseren van de sociaal-maatschappelijke doelstelling. Het betreft hier die activiteiten die in hoofdstuk 3 zijn
aangeduid als het "mensbedrijf'
Tot slot rest de conclusie dat de stijgende mobiliteit (uit- en doorstroom) van medewerkers, en daarmee de
optimale bemensing van de organisatie in zowel kwantitatieve als kwalitatieve zin nadrukkelijk meer bemoeienis
vraagt dan voorheen. Het is vrijwel zeker dat deze tendens zich in 1999 voort zal zetten en derhalve zal ook daar
een accent liggen.
Al met al mag gesteld worden dat de P&O-discipline wederom volop kansen heeft en die zeker ook zal nemen
om een flinke bijdrage te leveren aan de integrale beleids- en bedrijfsvoering van de DSW.
4.3.3. Informatie en automatisering
Het accent op I&A-gebied zal in 1999 vooral liggen op de implementatie van de tweede fase van de vernieuwing
van het automatiseringssysteem van de DSW. De eerste fase waarbij de aanwezige hardware en infrastructuur
nagenoeg geheel is vervangen en tevens vervangingen en vernieuwingen in de software-systemen zijn
doorgevoerd is in grote lijnen in 1997 afgerond met de nodige fijn afstemmingen in 1998. De tweede fase bestaat
uit het in gebruik nemen van een gemigreerde versie van het bestaande pakket ter ondersteuning van de
productieprocessen van de dienst, waarbij onder meer het millennium-probleem is verholpen, in combinatie met
de implementatie van nieuwe pakketen voor de financiële administratie en het personeelsbeheer. In deze pakket
aanpassingen zal tevens het euro-aspect worden meegenomen. Parallel aan de invoering van deze software-
modificaties zal ook in 1999 krachtig moeten worden gewerkt aan de procesmatige inbedding van de applicaties.
Dit mede in relatie met de onder paragraaf 4.3.1vermelde ambities gericht op de versterking van het
beheersinstrumentarium voor het primaire proces. Optimale benutting van de aanwezige functionaliteiten van het
automatiseringssysteem is in dit opzicht een absolute randvoorwaarde.
a>
<u 5
g .b
o ti
la
<D
CL
o co
Is- Is-
co co
Is- Is-
co co co
r- h- Is-
c\j lo n n co
tj- tf lo lo lo
O
U)
rc O
7 li
O) E
O -U rc
I l.
<d
Q.
co 00
co lo
c\j co
is- is-
in
co
cm tco
h* h-
O O O O O
roe.
w o 5
E
lo cm
O) h-
cm oo
co co
h- cd
O)
tt co
r- cm
co -m- co
t- "3" is-
co d- cm
lo co t—
O O LO co
cm cm t- n
t- o) 00 -m-
O
cm
O)
co lo cm lo
co
cm
co co
cm
O
cm
<n c 5
03 O c
«-» l- fc
P 3 w
co
CM
LO
CM
O
LO
co
CM
o
co
h-
Tj-
CO
CO
LO
h-
co
h-
1
r-
-M"
O
LO
LO
q
co
'M-
cq
co
co
co
o
co
CD
CM
CO
CM
T-
co
LO
T-
T—
Is-
O 5
"O
cm t-
t- co
cm co
cm o
lo co
cd t-;
o
n co t-
o co co
t— is— o)
cm
co
"M-
r--
co
lo
co
co
co
cm
o
co
03
co
T-
T
co
co
O
T—
,*o-
T—
lo
"m"
T—
T
co
co
h-
T—
"m"
T—
1—
T—
U)
O
c
-m" co
cm o)
00 cm
cd co o
O O Is-
co cm
co o) co
co cm
is- o
co
cm
o q
co cm cd cm co
co cm cm co
co
5
e
•o 03
co
CD
CM
CO
-M-
co
O
co
o
CM
CO
co
CD
co
CM
CO
T-
co co
cd cd is-
co co cm
h- co
00 D-
co T-
t—c\i
co is-
T— O
cm lo
cd
"M-
co
co is-
lo is-
"M- r-
cm
co cm
co is-
CO Tf
lo
o co lo
lo 1- o
co co
C\i "M" T-
O
D
"O
O
l.
cl
IE
O O
o cm
cm q
co lo
o o cm
o o r-
cm co cm
t- cd cm
t- co lo
q q q
co cd
co
cd
co
lo
"M"
co
co lo
o
D
t3
O
l.
cl
E
^3" cm
co
q cm
cm cm
o cm
co co
co cd
co
"M-
lo
O O O
o o co
•m- lo
o o o o cm
o o cm o is-
co n cm o
t-' t- co
co
E
o
C 03
<fi
c
cz
cd jj
c
<d
:o O
c c
co (d *u
i II
."5 o
(d co
cn
c
cd
c ~o
co
n cd
CD C
- -
o cd m co
cd
£d d. il 2
03
03
2
"55
i—
o
c cd
(d c/3
E
s,®
2 o
c o
CD
S Q
O)
c
'c
z3
(d
zj o
03 03
cd (d
O n Z3
(d -o -o
cd 0)
o t5
d t3
O o O
1— 1— l_
q. q_ cl
5
CO
c
<d
4-«
O
<d
c/>
g O
"O
I
<d
O
O)
c
cd
(d
E
E
O 5 O
<d c
S
o cd
C
cd
s
cd^
'o
Q.
co
73
"(d
JZ
c
cd
cd
cd
O 0
c cd
.2 -c
U m
03 cd
h- 5