Begroting 1999 Concern product. De opslag bedraagt voor het komende begrotingsjaar 1,69% (in 1998 1,34%). Voor de tariefstelling van de producten, die 100% kostendekkend moeten zijn is deze opslag voor de concernoverhead evenals vorig jaar buiten beschouwing gebleven. Het betreft hier met name de afval stof feninzameling en de riolering. 14 Meerjarenprogrammas Bij ons is het gebruikelijk dat voortschrijdende, in belangrijke mate sectoraal bepaalde meerjarenprogramma's opgesteld worden nadat de begroting door u is vastgesteld. In het kader van transparante besluitvorming door u ware het beter om deze programma's te behandelen bij de besluit vorming over de perspectiefnota en de begroting. Uw raad kan dan een integrale afweging maken met betrekking tot de inhoud van de onderscheiden programma's en de gevraagde middelen. Dan leiden programma's tot benodigde middelen en niet andersom. Een dergelijke pro-actieve en integrale benadering is overigens ook afgesproken door de 21 GSB- gemeenten. Dat vereist niet alleen een andere benadering in de organisatie, maar vereist ook een extra inspanning. Hoewel ambitieus gezien de omkering van het proces, streven wij er naar om de meerjarenprogramma's deel uit te laten maken van de Perspectiefnota 2000-2003 en de daarvan afgeleide begrotingen. 2 Begroting 1999 Concern 2. PERSPECTIEFNOTA 1999-2002 2.1 Algemeen De Perspectiefnota 1999-2002 is de eerste perspectiefnota gebaseerd op het bestuursprogramma, zoals dat tijdens de college onderhandelingen na de raadsverkiezingen 1998 is opgesteld en door de meerderheid van de raad is onder schreven. Deze begroting vormt een uitwerking van die perspectiefnotaEen aantal posten uit de perspectiefnota is, doordat de dienstbegrotingen zijn gemaakt in dezelfde periode als waarin de besluitvorming over de perspectiefnota plaatsvond, niet meer bij het betreffende beleidsproduct verwerkt maar als stelpost opgenomen bij product 922.03 "Nieuw Beleid en Ombuigingen" In de perspectiefnota zijn enkele onderwerpen genoemd waarvoor nadere uitwerking en onderzoek nodig is om de omvang van het beslag op gemeentelijke middelen vast te stellen, te weten: 1. herstructurering woningvoorraad; 2versterking structuurfonds ten behoeve van stimulering groei werkgelegenheid; 3. onderhoud fysieke leefomgeving. Het onderzoek naar het noodzakelijke gemeentelijke middelen- beslag voor de herstructurering van de woningvoorraad loopt. Tevens zal worden onderzocht hoeveel geld nodig is voor de stimulering van de groei van de werkgelegenheid. Het is onze bedoeling het stadsvernieuwingsfonds en het Investerings fonds op te heffen en hiervoor in de plaats een "stedelijk investerings- en ontwikkelingsfonds" in te stellen. Het voorstel hiervoor hopen wij u volgend voorjaar te kunnen voorleggen. Wijerwachten u dan niet alleen inzage te kunnen geven in de aard en omvang van activiteiten die wij ten laste van dit stedelijk investerings- en ontwikkelingsfonds willen dekken maar ook indicaties te kunnen geven omtrent de omvang van de benodigde middelen met voorstellen voor afweging en prioritering Het verheugt ons u in deze begroting reeds een tweetal voorstellen voor reservering en aanwending van middelen te kunnen doen 1. Wij stellen u voor het dividend van de Frigem-aandelen ad f 1.659.000 met ingang van 1999 niet meer als structurele inkomstenbron te ramen - de derving kan binnen een sluitende begroting worden opgevangen - en de opbrengst van de aandelen als eerste storting in een nog in de stellen "stedelijk investerings- en ontwikkelingsfonds" te storten. 3

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 8