Blad 2 OALT als vorm van eigen taal-/cultuuronderwijs kan voor alle allochtone leerlingen gegeven worden, maar mag uit sluitend buiten de huidige schooltijden (het reguliere onderwijsprogramma) worden gegeven. De gedachte achter deze opvatting is de volgende. Uit tal van onderzoeken van de laatste jaren is gebleken dat, landelijk gezien, de onderwijsprestaties van allochtone leerlingen achterblijven bij die van autochtone leerlingen. Extra aandacht voor het onderwijs aan allochtone leerlingen is noodzakelijk, met name voor onderwijs in de Nederlandse taal. Het is in dat opzicht niet logisch allochtone leer lingen tijdens de lessen van het reguliere onderwijspro gramma OALT aan te bieden. OALT mag daarom vanaf 1 augustus 1998 voor allochtone leerlingen uit de groepen 1-4 alleen onder schooltijd gegeven worden als het dient ter onder steuning van het reguliere onderwijsprogramma. Voor meer achtergronden verwijzen wij u naar het beleidsplan OALT en naar de ter inzage gelegde stukken. 3. Toelichting beleidskeuzen Hoewel de wetgeving met ingang van 1 augustus 1998 is gewijzigd, zijn de feitelijke mogelijkheden tot beleids wijzigingen de eerste jaren beperkt. Dat is vooral het gevolg van de omstandigheid dat rechtspositionele conse quenties van beleidswijzigingen voor rekening van de gemeente komen. Daarnaast zag het er aanvankelijk naar uit dat ook het budget niet verhoogd zou worden en uitbreiding om financiële redenen ook niet mogelijk was. Pas in de zomervakantie ontvingen wij het bericht dat Leeuwarden een van de gemeenten was die in aanmerking kwam voor verhoging van het budget (zie verder paragraaf 4)Een en ander heeft als consequentie dat de wijzigingen voor 1998-1999 minimaal zijn. Het schooljaar 1998-1999 zal gebruikt worden om in overleg met alle betrokkenen het beleid verder te ontwik kelen. Dat jaar is dan ook bedoeld als overgangsjaar In hoofdstuk 5 van de nota OALT 1998-2002 zijn de uit gangspunten voor het beleid voor de komende jaren gefor muleerd. Deze uitgangspunten zijn deels gebaseerd op de ontwikkelingen tot nu toe en deels op de nieuwe wet- en regelgeving. Uitdrukkelijk merken wij op dat in het schooljaar 1998-1999 deze uitgangspunten moeten worden geconcretiseerd en op hun realiteitsgehalte moeten worden getoetst Teneinde aan de wettelijke voorschriften te voldoen stellen wij voor het OALT in het schooljaar 1998-1999 als volgt op te zetten: Blad 3 - het OALT voor leerlingen uit de groepen 1-4 vindt in principe op de huidige lesplaatsen plaats; in dit school jaar wordt gewerkt aan de inhoudelijke veranderingen, zodat vanaf het schooljaar 1999-2000 het OALT voor deze groepen het karakter krijgt van een vorm van achter- standsonderwijsin een uitvoeringsplan en een werkplan per taalgroep wordt vastgelegd hoe dat onderwijs vorm krij gt - het OALT voor leerlingen uit de groepen 5-8 vindt op de huidige lesplaatsen plaats en wel wekelijks 1-1,5 uur; het houdt in dit jaar dezelfde opzet als de afgelopen j aren In het cursusjaar 1998-1999 zal moeten worden nagegaan in hoeverre er bij ouders en leerlingen behoefte blijft bestaan aan OALT als taal- en cultuuronderwijs als dat volledig buiten schooltijd wordt gegeven. De eerste twee jaren zal naar onze mening wel moeten worden gegarandeerd dat voor elke taalgroep op tenminste één locatie een aanbod voor de bovenbouwleerlingen wordt verzorgd. In de jaren daarna zou die garantie kunnen vervallen. Immers, dan is het aanbod afhankelijk van het aanwezig zijn van voldoende vraag en moet er sprake zijn van een minimum-aantal. Wat de uitvoering van het OALT betreft merken wij het volgende op. Tot 1 augustus jl. vond de uitvoering van het OALT (OETC) plaats bij en onder verantwoordelijkheid van het openbaar onderwijs. De betrokken leerkrachten zijn in dienst bij het openbaar onderwijs. Wij stellen u voor deze situatie in ieder geval voor de schooljaren 1998-1999 en 1999-2000 ongewijzigd te laten. Op die manier kan de conti nuïteit in het onderwijs worden gewaarborgd. Bovendien zou verandering in deze situatie tot een groot aantal prak tische en financiële consequenties leiden. In de loop van de komende twee jaar kan nagegaan worden of er redenen zijn om wijzigingen in deze situatie te brengen, b.v. als er meer aanbieders zijn. 4Financiële aspecten Voor de uitvoering van het OALT in het schooljaar 1998-1999 ontvangt de gemeente een specifieke uitkering van f 317.765,-. De hoogte van de vergoeding is gebaseerd op de kosten en het aantal leerlingen per 1 oktober 1997. Wij zijn van mening dat, ook al gelet op mogelijke financiële consequenties, dit bedrag moet worden besteed aan het OALT voor de huidige taalgroepen. Daarnaast is middels een publicatie in het blad "Uitleg" in de zomervakantie bekend geworden dat de gemeente een extra bedrag krijgt van f 102.881,-. Het gaat hier om een deel van de f 10 miljoen die landelijk beschikbaar is gesteld voor een verbreding van het aanbod (aan nieuwe taalgroepen)Totaal is dus een bedrag van ruim f 420.000,- beschikbaar.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 166