Blad 4 Het schooljaar 1998-1999 zal ook gebruikt moeten worden om meer inzicht in de financiële aspecten van het OALT te krijgen. Daarbij zal ook gekeken worden naar aspecten als huisvesting, vervoer, scholing en ondersteuning van leer krachten en lesmateriaal. 5. Gevolgde procedure De wet OALT geeft uitgebreide aanwijzingen voor de proce dures die gevolgd moeten worden bij het ontwikkelen van de plannen. Gelet op het tijdstip waarop de Wet OALT is gepubliceerd, is het onmogelijk geweest deze procedure te volgen. Overigens was het ook niet zinvol een uitgebreide procedure te volgen, aangezien er tot de zomervakantie uitgegaan werd van een gelijkblijvend budget. De uitge breide procedure voorziet ook in een peiling onder nieuwe, potentiële, doelgroepen. De meeste gemeenten zijn dan ook bij het opstellen van nieuwe plannen praktisch te werk gegaan en sluiten groten deels aan bij de al bestaande gang van zaken, met inacht neming van de wettelijk noodzakelijke veranderingen. De belangrijkste aanzetten voor de nota OALT 1998-2002 zijn gegeven door een ad hoe werkgroep met vertegenwoordigers van de basisscholen waaraan thans OALT (of in feite de voorloper) wordt gegeven en ambtelijke vertegenwoordigers van ASBO en de gemeente. De opvattingen van de werkgroep zijn vervolgens enkele keren besproken met de huidige OETC/OALT-leerkrachtenDat heeft op een paar punten, met name waar het gaat om praktische uitwerkingen, tot wijzi gingen geleid. Een eerdere conceptversie is voorts enkele keren in het overleg met de schoolbesturen besproken. De besturen kunnen zich vinden in de uitgezette beleidslijnen. Inmiddels is met de Stichting ASBO, de directeuren van de betrokken basisscholen en de leerkrachten overleg gaande over de praktische consequenties van de uitgezette beleids lijnen. 6. Evaluatie Zoals uit de nota is op te maken, heeft een goede evaluatie van het OALT-beleid tot op heden ontbroken. Een regelmatige evaluatie is echter noodzakelijk om het beleid zo goed mogelijk te kunnen uitvoeren en waar nodig en gewenst te kunnen bijstellen. Zeker omdat wij het schooljaar 1998-1999 als een overgangsjaar beschouwen, waarin het beleid verder vorm krijgt, is een duidelijke evaluatie nodig. In overleg met de diverse betrokkenen zullen wij daartoe voorstellen ontwikkelen. Wij zullen de Commissie Welzijn te zijner tijd deze voorstellen voorleggen. Na afloop van het schooljaar 1998-1999 zal een evaluatie worden uitgevoerd. Blad 5 De resultaten hiervan zullen, met eventuele voorstellen voor beleidswijzigingen, in het najaar van 1999 eveneens aan de Commissie Welzijn worden voorgelegd. 7. Samenvatting en conclusies Met ingang van 1 augustus 1998 zijn de gemeenten volledig verantwoordelijk voor het Onderwijs in Allochtone Levende Talen. In het beleidsplan OALT 1998-2002 zijn de uitgangs punten voor het beleid geformuleerd, waarbij voor het schooljaar 1998-1999 gekozen is voor minimale veranderingen ten opzichte van de huidige situatie. Het gaat om een kadernota, die als uitgangspunt dient voor het te ontwik kelen beleid tot 2002. Op basis van een evaluatie aan het eind van het schooljaar 1998-1999 kan de nota voor de daar opvolgende jaren worden bijgesteld en geconcretiseerd. In het schooljaar 1998-1999 zal in overleg met alle betrok kenen (scholen, leerkrachten en vertegenwoordigers van ouders) het beleid verder vorm moeren krijgen. Eventuele voorstellen tot wijzigingen zullen, met een evaluatie over het schooljaar 1998-1999, in het najaar van 1999 aan de Commissie Welzijn worden voorgelegd. Onder de mededeling dat de Commissie Welzijn in haar vergadering van 5 november 1998 heeft ingestemd met ons voorstel, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgaand ontwerp-besluit Leeuwarden, 12 november 1998. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, P.E.J. den Oudsten loco-burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 167