Blad 14
bepaalde in artikel 17 is daarbij van overeenkomstige
toepassing
5 Indien in het overleg geen overeenstemming als bedoeld in
het derde lid is bereikt, delen burgemeester en wethou
ders binnen vier weken nadat het verslag is vastgesteld,
dit schriftelijk mee aan de aanvrager. Daarbij wordt
aangegeven dat de bekostiging van de uitvoering van de
voorziening geen aanvang zal nemen.
Goedkeuring bouwplannen en begroting;
tijdstip aanvang bekostiging;
toetsing wettelijke voorschriften en nieuwe
feiten en omstandigheden; overlegging offertes
Artikel 16
1 Nadat de overeenstemming als bedoeld in artikel 15, derde
lid is bereikt en voorafgaand aan het verlenen van een
bouwopdracht, dient de aanvrager met inachtneming van de
hierover gemaakte afspraken, de bouwplannen, de desbe
treffende begroting en een aanduiding van het tijdstip
waarop de bekostiging een aanvang dient te nemen, ter
goedkeuring in bij burgemeester en wethouders.
2 Binnen zes weken na ontvangst beslissen burgemeester en
wethouders over de goedkeuring van de bouwplannen en de
desbetreffende begroting en over het tijdstip waarop de
bekostiging een aanvang kan nemen. Burgemeester en wet
houders kunnen, onder mededeling daarvan aan de aanvra
ger, deze termijn verlengen met drie weken. Indien niet
binnen deze termijn is besloten, worden de bouwplannen en
de begroting geacht te zijn goedgekeurd en vangt de
bekostiging aan op het door de aanvrager aangegeven
tijdstip
Binnen twee weken na de datum van de beslissing over het
bouwplan, de desbetreffende begroting en het tijdstip
waarop de bekostiging een aanvang neemt, delen burgemees
ter en wethouders de beslissing schriftelijk mee aan de
aanvrager
3 Bij de beslissing als bedoeld in het tweede lid stellen
burgemeester en wethouders eveneens vast of de feiten en
omstandigheden waarin de school verkeert ten opzichte van
de feiten en omstandigheden ten tijde van de vaststelling
van het programma, al dan niet ingrijpend zijn gewijzigd.
Bij een naar oordeel van burgemeester en wethouders
ingrijpende wijziging van de feiten en omstandigheden
komt de voorziening alsnog niet voor bekostiging in
aanmerking
4 De goedkeuring van de bouwplannen, de goedkeuring van de
begroting, de toetsing of voldaan wordt aan de bij of
krachtens de wet gestelde voorschriften en de toetsing of
er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden kunnen
achterwege blijven, als naar het oordeel van burgemeester
en wethouders, dat niet noodzakelijk is gezien de inhoud
van de in het programma opgenomen voorziening. Burgemees
Blad 15
ter en wethouders doen hiervan mededeling aan de aanvra
ger in het overleg als bedoeld in artikel 15.
5 De indiening van de in het eerste en het tweede lid
bedoelde begroting blijft achterwege indien het de uit
voering betreft van een voorziening als bedoeld in arti
kel 4, derde lid, laatste volzin.
De beslissing van burgemeester en wethouders als bedoeld
in het tweede lid betreft dan uitsluitend de beoordeling
van het bouwplan. Daarbij zijn de genoemde termijnen in
het tweede lid van overeenkomstige toepassing.
6 Nadat burgemeester en wethouders het bouwplan van een
voorziening als bedoeld in artikel 4, derde lid, laatste
volzin hebben goedgekeurd, overlegt de aanvrager met
inachtneming van de hierover gemaakte afspraken als be
doeld in artikel 15, tweede lid, aan burgemeester en
wethouders de aan de aanvrager uitgebrachte offertes voor
de uitvoering van de voorziening.
Burgemeester en wethouders beslissen binnen vier weken na
ontvangst van de offertes over het bedrag dat definitief
beschikbaar wordt gesteld voor de uitvoering van de voor
ziening en over het tijdstip waarop de bekostiging een
aanvang kan nemen. De aanvrager wordt binnen twee weken
na de datum van deze beslissing hiervan schriftelijk in
kennis gesteld. Voor de vaststelling van het definitieve
bedrag is de offerte met de laagste prijsstelling
bepalend.
Aanvang bekostiging
Artikel 17
Burgemeester en wethouders kunnen bij de beslissing als be
doeld in artikel 16, tweede lid of artikel 16, zesde lid,
over het tijdstip waarop de bekostiging een aanvang kan
nemen, bepalen dat de beschikbaarstelling van de gelden in
termijnen plaatsvindt. De beschikbaarstelling van de gelden
geschiedt dan telkens op een zodanig tijdstip dat de aan
vrager kan voldoen aan de financiële verplichtingen voort
komend uit de realisering van de op het programma geplaatste
voorziening
Vervallen aanspraak op vergoeding
Artikel 18 1)
1 De aanspraak op vergoeding van een voorziening vervalt,
indien niet door de aanvrager vóór 1 oktober van het jaar
volgend op de vaststelling van het programma een bouwop
dracht is verleend danwel een koop-, huur- of erfpacht
overeenkomst is gesloten en een afschrift hiervan niet
voor 15 oktober daaropvolgend aan burgemeester en wethou
ders is gezonden. De in de eerste volzin bedoelde bouwop
dracht is onherroepelijk en vermeldt de aanvangsdatum van