Blad 26 de verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag behoort, wordt, voordat de eigendomsoverdracht heeft plaatsgevon den, een staat van onderhoud opgemaakt. 3 De staat van onderhoud wordt opgemaakt in opdracht van burgemeester en wethouders na overleg met het bevoegd gezag 4 Over de staat van onderhoud wordt overleg gevoerd met het bevoegd gezag. In dat overleg wordt, indien van toepas sing, vastgesteld welk deel van het onderhoud alsnog door het bevoegd gezag wordt uitgevoerd of welk bedrag in plaats daarvan aan burgemeester en wethouders betaald wordt. Indien het overleg niet tot overeenstemming leidt, stellen partijen vast welke handelwijze gevolgd wordt. 5 Het opmaken van een staat van onderhoud blijft achterwege indien dit naar het oordeel van burgemeester en wethou ders niet nodig is. HOOFDSTUK 7 Gebruik en vergoeding gymnastiekruimts voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs Omvang en vergoeding gebruik Artikel 38 1 De omvang van het door de gemeente bekostigde gebruik van een gymnastiekruimte door een school voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week waarin volgens het activiteiten plan door de school de gymnastiekruimte wordt gebruikt. Voor een school voor basisonderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor vergoeding in aanmerking komt vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage III, deel B en bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep 6- 12-jarige leerlingen. Voor een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs wordt het maximaal aantal klokuren dat voor vergoeding in aanmerking komt vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage III, deel B, en bedraagt ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar indien de school niet de beschikking heeft over een speellokaal en ten hoogste 2,25 klokuur per groep leerlingen van zes jaar en ouder. 2 Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor primair onderwijs dat eigenaar is van een gymnastiekruimte ontvangt jaarlijks een vergoe ding. De hoogte van de vergoeding wordt vastgesteld volgens het bepaalde in bijlage IV, deel A, op basis van de door het betreffende bevoegd gezag ingevolge artikel 5, derde lid, onder 5E, verstrekte gegevens. Het maximaal aantal voor vergoeding in aanmerking komende klokuren wordt op grond van het eerste lid vastgesteld. Wanneer er sprake is van medegebruik van de gymnastiekruimte door Blad 27 een of meer andere scholen voor primair onderwijs wordt voor de bepaling van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd. 3 Burgemeester en wethouders keren de ingevolge het tweede lid vastgestelde jaarlijkse vergoeding in driemaandelijk se termijnen uit aan het bevoegd gezag als bedoeld in het tweede lid, waarbij de eerste termijn aanvangt aan het begin van het schooljaar. Mutaties aantal klokuren binnen beschikbare capaciteit; inroostering gebruik Artikel 39 1 De jaarlijkse opgave van het gewenste onderwijsgebruik van een gymnastiekruimte als bedoeld in artikel 5, vijfde lid wordt beschouwd als een aanvraag in de zin van arti kel 19, met dien verstande dat op de afhandeling van een dergelijke aanvraag het bepaalde in dit artikel van toepassing is. 2 Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks voor 1 mei voorafgaande aan het daaropvolgende schooljaar op basis van de ingediende opgaven een voorstel tot inroostering vast van het onderwijsgebruik door scholen voor basison derwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs van de op het grondgebied van de gemeente gelegen gymnastiekruimten Hiertoe wordt het gewenste onderwijsgebruik afgezet tegen de beschikbare capaciteit van de gymnastiekruimten, waarbij wordt uitgegaan van een capaciteit van 26 klok uren per week per gymnastiekruimte. 3 Burgemeester en wethouders nemen bij de vaststelling van het voorstel tot inroostering het volgende in acht: a de afstanden in relatie tot de omvang van het onder- wijsgebruik van een gymnastiekruimte, zoals opgenomen in bijlage I, deel B; b het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school dat eigenaar is van een gym nastiekruimte wordt voor de betreffende school het eerste ingeroosterd voor die gymnastiekruimte; c het gymnastiekonderwijs van een school wordt zoveel mogelijk ingeroosterd in één gymnastiekruimte. 4 Het voorstel tot inroostering vermeldt per school voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs de volgende gegevens a het aantal klokuren waarvoor de school wordt inge roosterd in een gymnastiekruimte; b de aanduiding van de gymnastiekruimte waarin en de tijden gedurende welke het onderwijsgebruik plaats vindt c een nadere onderverdeling van het aantal klokuren per gymnastiekruimte wanneer het gebruik in meer dan één gymnastiekruimte plaatsvindt;

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 183