Blad 28
d voorzover het gewenste aantal klokuren hoger is dan
het aantal klokuren dat ingevolge artikel 38, eerste
lid voor bekostiging door de gemeente in aanmerking
komt, wordt vermeld hoeveel klokuren voor rekening
komen van het bevoegd gezag van de school.
Burgemeester en wethouders nemen het aantal klokuren als
bedoeld in dit lid onder d slechts op in het voorstel tot
inroostering voorzover daarvoor nog capaciteit beschik
baar is, nadat rekening is gehouden met het totale klok-
uurgebruik dat voor bekostiging door de gemeente in
aanmerking komt.
5 Het voorstel tot inroostering wordt door burgemeester en
wethouders binnen twee weken na vaststelling toegezonden
aan de bevoegde gezagsorganen voor basisonderwijs en
(voortgezet) speciaal onderwijs. De bevoegde gezagsorga
nen worden daarbij uitgenodigd voor een overleg over het
voorstel. Dit overleg vindt plaats binnen twee weken na
toezending van het voorstel. Ir. het overleg worden de
vertegenwoordigers van de bevoegde gezagsorganen in de
gelegenheid gesteld te reageren op het voorstel tot in
roostering
6 Met inachtneming van de reacties van de bevoegde gezags
organen stellen burgemeester en wethouders voor 15 juni
volgend op de genoemde datum in het eerste lid, de defi
nitieve inroostering vast van het gebruik van de gymnas-
tiekruimte voor het volgende schooljaar. Indien burge
meester en wethouders daarbij afwijken van een of meer in
het overleg als bedoeld in het vijfde lid naar voren
gebrachte reacties, dan wordt dit gemotiveerd.
7 Binnen twee weken na vaststelling van de inroostering
ontvangen de betreffende bevoegde gezagsorganen een
schriftelijke mededeling van burgemeester en wethouders
over de inroostering in de beschikbare gymnastiekruimten
van de onder hun bevoegd gezag staande school of scholen
voor het volgende schooljaar. Deze mededeling is te
beschouwen als een beslissing in de zin van artikel 22
en, indien van toepassing, een beslissing in de zin van
artikel 32, vierde lid.
HOOFDSTUK 8
Overgangsregeling met betrekking tot de afhandeling
van ingediende aanvragen voorzieningen in de
huisvesting voor 1997 en 1998
Paragraaf 81
Uitvoering van door de minister
genomen beslissingen
Voor blijvend gebruik bestemde
voorzieningen basisonderwijs en/of
(voortgezet) speciaal onderwijs voor 1997
Blad 29
Artikel 40
1 Een door de minister voor het jaar 1997 goedgekeurde,
voor blijvend gebruik bestemde voorziening in de huisves
ting ten behoeve van een school voor basisonderwijs of
voor (voortgezet) speciaal onderwijs, als bedoeld in
artikel IX, eerste lid respectievelijk artikel X, eerste
lid van de wet, wordt binnen twee maanden na inwerking
treding van het bepaalde in dit hoofdstuk door de raad
voor vergoeding in aanmerking gebracht.
De vergoeding waarop het betrokken bevoegd gezag aan
spraak kan maken, wordt daarbij vastgesteld aan de hand
van het gestelde in bijlage IV, deel D. Een afschrift van
het betreffende raadsbesluit wordt binnen twee weken
nadat het besluit is genomen, bekend gemaakt aan het
bevoegd gezag.
2 Binnen vier weken nadat het besluit als bedoeld in het
eerste lid is genomen, treden burgemeester en wethouders
met het bevoegd gezag in overleg over de wijze van uit
voering van de voorziening in de huisvesting. Hierbij is
het bepaalde in de artikelen 15 tot en met 18 van over
eenkomstige toepassing.
Kleine huisvestingsvoorzieningen en
tijdelijke huisvesting voortgezet
onderwijs voor 1997
Artikel 41
1 Binnen twee maanden na inwerkingtreding van het bepaalde
in dit hoofdstuk treden burgemeester en wethouders in
overleg met het desbetreffende bevoegd gezag over de
hoogte van de vergoeding en de wijze van uitvoering van
de beslissing van de minister als bedoeld in artikel
XVII, derde lid van de wet. Daarbij wordt de hoogte van
de vergoeding vastgesteld aan de hand van het gestelde in
bijlage IV, deel D.
2 In het overleg als bedoeld in het eerste lid worden na
dere afspraken gemaakt over:
a de beschikbaarstelling van de gelden ter uitvoering
van de goedgekeurde voorziening in de huisvesting
overeenkomstig het bepaalde in artikel 17;
b het tijdstip en de wijze waarop door het bevoegd
gezag verantwoording wordt afgelegd over de besteding
van de beschikbaar gestelde gelden.
Paragraaf 82
Voor blijvend gebruik bestemde voorzieningen
basisonderwijs en/of (voortgezet) speciaal
onderwijs voor 1998
Behandeling ingediende aanvragen