Blad 2
Inhoudelijk (scenario's)
Algemeen
Uitgangspunt in deze raadsbijlage is dat onzerzijds nog
uitsluitend aandacht wordt besteed aan die ontwikkelingen
en voorstellen, die afwijken van het gestelde in net
"Beleidsplan sportvelden" en waaraan in de "Reacties" geer.
aandacht is besteed.
De afgelopen jaren viel de trend waar te r.emen van een
geringe afname van het aantal deelnemers aan de voetbal
sport. Hoewel deze trend op landelijke niveau nog niet
geheel voorbij is, moet thans worden gekonstateerd, dat bi;
een groot aantal Leeuwarder voetbalverenigingen een toename
van het aantal jeugdleden, met name bij de jongste jeugd,
valt waar te nemen. Indien deze toename die waarschijnlijk
een gevolg is van het dit jaar gehouden wereldkampioenschap
voetbal en een (geringe) toename van het aantal geboorten
begin jaren negentig aanhoudt, zou dit kunnen betekenen dat
een aantal verenigingen genoodzaakt is een ledenstop voor
de jongste jeugd te overwegen, aangezien de ruimte op de
huidige sportparken een uitbreiding van velden niet
toestaat. Hoewel het effect van een wereldkampioenschap
meestal slechts van tijdelijke aard is, zou deze
ontwikkeling zich, gelet op het Europees kampioenschap
voetbal in het jaar 2000 in België en Nederland, wel eens
gedurende een langere periode kunnen voortduren.
Scenario 1
Dit scenario geldt voor de korte(re) termijn (optimaliseren
huidige situatie zonder verplaatsingen).
De door Oranjewoud voorgestelde renovaties van de
sportvelden kunnen op basis van een nog vast te stellen
prioriteitsvolgorde gefaseerd binnen de bij Sport en
Recreatie beschikbare renovatiebudgetten worden uitgevoerd.
Dit geldt ook voor de voorgestelde uitbreiding van de
trainingsfaciliteiten op de verschillende sportparken.
Na de vaststelling van het beleidsplan zal in overleg met
de betrokken verenigingen en de binnenkort op te richten
Leeuwarder Sportfederatie binnen de daarvoor beschikbare
middelen een investeringsprogramma voor zowel de renovatie
van de velden als de was- en kleedgebouwen en de
uitbreiding van de trainingsfaciliteiten worden opgesteld.
Met betrekking tot de door Oranjewoud voorgestelde
maatregel om op het sportpark Aldlan een sportveld af te
stoten merken wij het volgende op. In verband met de
toename van het aantal jeugdleden zal de bespeling van de
velden op de overige sportparken toenemen.
Blad 3
Als gevolg van de uitbreidingplannen van Friesland Coberco
Dairy Foods dient op het sportpark "De Greuns" één veld te
worden afgestoten. In verband hiermee dient voor de
voetbalvereniging Blauw Wit '34 een uitwijkmogelijkheid
aanwezig te zijn. Aangezien op de andere sportparken geen
ruimte voor uitwijkmogelijkheden beschikbaar is, dient
Blauw Wit gebruik te maken van het sportpark Aldlan. Dit
sportpark is bovendien gelegen in de onmiddellijke
nabijheid van het sportpark "De Greuns". Daarnaast moet
worden opgemerkt, dat het afstoten van het wedstrijdveld
weinig zinvol is, aangezien voor dit veld gelet op de
ligging niet of nauwelijks alternatieve bestemmingen
aanwijsbaar zijn. Gelet op de bovenstaande argumenten
achten wij het niet wenselijk het bedoelde wedstrijdveld af
te stoten.
Scenario 2
Dit scenario (optimalisering 2010 door middel van
verplaatsingen) kan als leidraad worden gebruikt voor het
beleid op de lange(re) termijn. In het kader van de plannen
van Friesland Coberco Dairy Foods is met betrekking tot het
sportpark De Greuns bijstelling van dit scenario
noodzakelijk. Met betrekking tot het verplaatsen van
verenigingen merken wij op, dat wij een goede spreiding van
de sportparken over de stad van groot belang achten. In
verband met de bereikbaarheid en de veiligheid, alsmede het
zoveel mogelijk beperken van het autoverkeer, verdient het
de voorkeur sportparken gesitueerd te houden dan wel aan te
leggen in een stedelijke omgeving. In dit kader merken wij
op, dat ook in het bestuursprogramma 1998-2002 is
aangegeven, dat er voldoende spreiding van sportvoor-
zieningen moet zijn om sportbeoefening in de directe
leefomgeving mogelijk te maken. Met betrekking tot dit
scenario merken wij tenslotte nog op, dat er een duidelijke
relatie bestaat tussen de uitvoering van maatregelen in het
kader van optimalisering en mogelijke wijzigingen in
locaties. Om onnodige investeringen in het kader van
optimalisering te (kunnen) voorkomen, zullen de
ontwikkelingen met betrekking tot sportdeelname en de
ruimtelijke ontwikkelingen nauwkeurig moeten worden
gevolgd.
Conclusie
Uit het beleidsplan blijkt, dat voorshands een indikking
van het aantal velden niet of nauwelijks tot de
mogelijkheden behoort. Een bezuiniging op de exploitatie
van de sportvelden moet op grond hiervan als niet haalbaar
worden beschouwd. Wel blijkt, dat door herindeling een
effectiever gebruik van de sportparken mogelijk is, waarbij