Blad 2 Door het uitbreiden van woningen of door het bouwen van bijgebouwen kan het woonklimaat van direct omwonenden worden aangetast. Ter beperking van deze overlast en ter bescherming van het woonklimaat van omwonenden zijn deze maximale maten tot stand gekomen. De bouwdiepte van de woning zal na uitvoering van het plan ongeveer 12,50 meter bedragen. Verder bedraagt de hoogte van de serre ongeveer 2,70 meter. De bouwaanvraag is dan ook in overeenstemming met ons beleid ten aanzien van woninguitbreidingen Overeenkomstig ons beleid hebben wij op 24 maart 1998 bouwvergunning verleend voor het bouwen van een identieke serre binnen hetzelfde bouwblok. Aangezien zich geen bij zondere omstandigheden voordoen, kunnen wij, mede uit een oogpunt van rechtszekerheid en rechtsgelijkheid, in dit geval niet afwijzend op de aanvraag beslissen. Blijkens een advies van de Commissie voor Welstands- advisering en Monumentenzorg Hüs en Hiem van 16 april 1998 voldoet het bouwplan aan redelijke eisen van welstand. Bedenkingen Het bouwplan is gepubliceerd als binnengekomen bouwplan en heeft in het kader van de artikel 19 WRO-procedure 14 dagen ter inzage gelegen. Tijdens deze bezwarentermijn heeft mevrouw Van der Vliet, Gebroeders Wierdastraat la, schrif telijke bedenkingen ingebracht. Een kopie daarvan hebben wij op de gebruikelijke wijze voor u bij het bouwplan ter inzage gelegd. De bezwaren tegen het bouwplan zijn echter niet gemotiveerd. Mevrouw Van der Vliet heeft haar bedenkingen ook niet aangevuld, nadat wij haar hier 15 september jl. telefonisch om hebben verzocht. Wij kunnen derhalve niet inhoudelijk op de bedenkingen ingaan. Hoewel de bouw van de serre voor de directe buren enige beperking zal betekenen van de zon- en lichtinval, kan er niet gesproken worden van een onaanvaardbare aantasting van het woonklimaat. In een stedelijke situatie moet een uit breiding met deze afmetingen acceptabel worden geacht. Deze uitbreiding is in gebieden met recente bestemmingsplannen zonder meer toegestaan. Blad 3 Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen is het noodzakelijk, dat voor het perceel een voorbereidings- besluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan. Wel dienen Gedeputeerde Staten van Friesland vooraf te hebben verklaard geen bezwaar tegen het verlenen van de vrijstelling te hebben. Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar op 10 november 1998 gehouden vergadering heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp besluit Leeuwarden, 12 november 1998 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, P.E.J. den Oudsten loco-burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 214