Blad 2 De korte zijde van de berging, met een lengte van ongeveer 1,50 meter, is op de perceelsgrens gesitueerd. Wij zijn van mening dat de uitvoering van een bouwplan het woonklimaat niet onevenredig zal aantasten. Ook zal van het bouwplan geen ongewenste precedentwerking uitgaan. In deze aanvraag gaat het om het uitbreiden van een bovenwoning op een bedrijfsruimte. Slechts aan één zijde grenst het plan gedeeltelijk aan het erf van omwonenden. Deze specifieke situatie komt niet overeen met overige gevallen in de woonomgeving. Verder heeft de Commissie voor Welstandsadvisering en Monumentenzorg Hüs en Hiem geadviseerd het bouwplan aan te passen. De commissie is van mening dat de diepte van de berging identiek moet zijn aan de diepte van de serre/ bijkeuken. Hiertoe dient de serre/berging met ongeveer 80 cm te worden verkleind en de serre met ongeveer 7 0 cm te worden uitgebreid, waardoor er in feite één achtergevel ontstaat Aangezien deze berging grenst aan de tuin van de buren aan de Cornelis Frederiksstraat 17, zou een dergelijke aan passing een nadelig effect hebben op de woonsituatie van deze buren. Wij hechten veel waarde aan het handhaven van een goed woonklimaat voor omwonenden. Verder zijn wij van mening, dat de uitbreiding, gezien de aard, de beperkte omvang en de situering ervan (niet zichtbaar vanaf de openbare weg), niet misstaat in de omgeving. Wij zijn dan ook van opvatting, dat de uitbreiding past in het bestaande bebouwingsbeeld en voldoet aan redelijke eisen van welstand Het bouwplan is gepubliceerd als binnengekomen bouwplan en het heeft in het kader van de artikel 19 WRO-procedure twee weken ter inzage gelegen. Tegen het bouwplan zijn geen bedenkingen ingebracht. Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen, is het noodzakelijk, dat voor het perceel een voorberei- dingsbesluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan. Wel dienen Gedeputeerde Staten van Friesland vooraf te hebben verklaard geen bezwaar tegen het verlenen van de vrijstelling te hebben. Blad 3 Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar op 10 november 1998 gehouden vergadering heeft geadvi seerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp besluit Leeuwarden, 12 november 1998 Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, P.E.J. den Oudsten loco-burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1998 | | pagina 218