Blad 6
De onderverdeling van de lasten is dan als volgt:
doorbelaste eigenaarslasten6.686.300
doorbelaste gebruikerslasten 3.175.600
(f 3.762.850 (totale gebruikerslasten) -
f 587 250)
storting egalisatiereserve voor 628.700
toekomstige renovatie
totaal 104 90.600
Wij stellen u voor de kostentoerekening vast te stellen
overeenkomstig bovenstaande opzet.
In de loop van 1999 zal een nader specifiek onderzoek
plaatsvinden naar de kostentoerekening.
4.3 Disproportionaliteit
Ten aanzien van de disproportionaliteit moet onderscheid
worden gemaakt tussen feitelijke en juridische
disproportionaliteit. De juridische disproportionaliteit
wordt opgeheven door iedereen belastingplichtig te stellen.
Dat betekent dat er geen vrijstellingen meer zijn. De
feitelijke disproportionaliteit kan worden opgeheven door
iedereen ook daadwerkelijk te laten betalen. Deze optie is
nodig om geen financiële tekorten te laten ontstaan. In
paragraaf 4.5 worden voorstellen gedaan om gezinnen, die
door het vervallen van de vrijstelling te maken krijgen met
een lastenverzwaring, (gedeeltelijk) te compenseren.
Wij stellen u voor alle gebruikers in de heffing te
betrekken
4.3.1 Gemiddeld waterverbruik
Uit onderzoek bij het Waterleidingbedrijf is gebleken dat
het waterverbruik van de Friese huishoudens (120 m3) nogal
afwijkt van het landelijk gemiddelde (140 m3)
Wanneer als uitgangspunt wordt genomen dat alle gebruikers
in de heffing worden betrokken moet een vast tarief worden
vastgesteld voor elke hoeveelheid tot en met 150 m3. Het
maakt dan niet uit of het verbruik 50 m3 of 150 m3 is,
iedereen betaalt een gelijk bedrag.
Vrijstelling van een bepaalde hoeveelheid/groep zal leiden
tot een lagere opbrengst en moet worden gecompenseerd in
het tarief. Andere gebruikers zouden dan meer moeten gaan
betalen
Blad 7
4 4 Tariefdifferentiatie
Differentiatie van tarieven is slechts in beperkte mate
toegestaan. Uit de jurisprudentie blijkt dat de
legitimering moet worden gevonden in een goede
onderbouwing
Ten aanzien van het eigenaarsrecht is differentiatie zeer
beperkt mogelijk vanwege het feit dat een vast bedrag per
eigendom is gesteld. De onderbouwing kan worden gevonden in
de meerwaarde die een eigendom heeft voor verschillende
eigenaren door de aansluiting op de riolering, bijvoorbeeld
eigenaren van woningen en niet-woningenOnderscheid tussen
het tarief voor een woning respectievelijk niet-woning is
echter in beperkte mate mogelijk omdat de meerwaarde
moeilijk is aan te geven. Met betrekking tot het
gebruikersrecht zijn de mogelijkheden ruimer om
differentiatie toe te passen waarbij bijvoorbeeld
grootverbruikers relatief zwaarder worden belast dan
kleinverbruikers (progressief tarief). Als belangrijkste
motivering hiervoor kan worden aangevoerd dat de
exploitatiekosten meer dan evenredig hoger zijn bij het
verwerken van grotere hoeveelheden afvalwater. Hierbij moet
gedacht worden aan meer stroomverbruik door meer
pompcapaciteitextra onderhoud door slijtage etc.
Wij stellen dan ook voor:
Een progressief tarief toe te passen waardoor
grootverbruikers zwaarder zullen worden belast.
De voorgestelde progressiefactor bedraagt 20
(de vermenigvuldigingsfactor bedraagt dan 1,2).
- Iedere gebruiker met een verbruik tot en met 150 m3 te
belasten voor f 39,-. Ongeacht de hoogte van het
verbruik.
Het verbruik boven 150 m3 te belasten per volle eenheid
van 150 m3 volgens tabel 2.0.
In onderstaande tabel wordt met behulp van een aantal
groepen duidelijk gemaakt wat de consequenties zijn.