Blad 2
Het gemeentelijke instrumentarium gericht op het bevorderen
van de participatie bestaat hoofdzakelijk uit instrumenten
gericht op het bevorderen van de arbeidsmarktparticipatie.
Hierbij kan worden gedacht aan de incentiveregeling en de
kinderopvangregeling voor alleenstaande ouders met een
bij standsuitkering
Tot 1997 beschikte de gemeente middels het Fonds Maatschap
pelijke Activiteiten FMA) ook over een instrument ter
bevordering van de maatschappelijke participatie.
Doelstelling van het FMA was om personen die deel uit
maakten van een huishouden met een inkomen op minimum
niveau, door middel van een tegemoetkoming in de gemaakte
kosten, in staat te stellen deel te nemen aan sport-,
culturele en sociaal-culturele activiteiten. Ten tijde van
de instelling van het FMA in 1989 was de verwachting dat
zo'n 60% van de doelgroep gebruik zou maken van de voor
ziening. De praktijk heeft echter uitgewezen dat de deel
name beduidend lager lag. Uit onderzoek is gebleken dat een
groot deel van de doelgroep niet op de hoogte was van het
bestaan van het fonds. Daarnaast werd het als belemmerend
ervaren dat de uitgaven eerst moesten worden gedaan
alvorens voor een tegemoetkoming in aanmerking te komen.
Doordat het FMA de maatschappelijke participatie niet in
voldoende mate kon bevorderen is reeds in 1993 besloten tot
opheffing van het fonds. Bij motie is echter besloten om
het fonds nog in 1994 en 1995 te handhaven. Daaropvolgend
is in afwachting van een vervanger van het FMA voor 1996
een overbruggingskrediet beschikbaar gesteld. Uiteindelijk
is het fonds per 1 januari 1997 definitief opgeheven.
3. Minimabeleid en participatie: het vervolg
In 1995 is het minimabeleid geëvalueerd. Gelet op de
ineffectiviteit van het FMA was één van de aanbevelingen om
te onderzoeken of de invoering van een kortingspas in
Leeuwarden mogelijk zou zijn. In dit kader heeft AMC,
Adviesbureau voor marketing en citycards, onderzocht of de
invoering van een kortingspas in Leeuwarden haalbaar zou
zijn.
Het onderzoek heeft uitgewezen dat invoering van een
dergelijke pas wel degelijk haalbaar zou zijn. De kortings
pas, met voornamelijk vele kortingsmogelijkheden in de
profitsector, was grotendeels inkomensondersteunend van
karakter. Slechts een klein deel van de kortingen had
betrekking op de "directe" bevordering van de deelname aan
maatschappelijke activiteiten. Mede naar aanleiding hiervan
alsmede wegens de toentertijd niet aanwezige financiële
ruimte is besloten om de invoering van een kortingspas
achterwege te laten.
Blad 3
U heeft vervolgens opdracht gegeven om te bezien of de
invoering van een budgettair neutrale kortingspas tot de
mogelijkheden behoort. De conclusie van het onderzoek was
dat de maatschappelijke participatie van de "minima" de
gemeente altijd geld zal kosten. De invoering van een
budgettair neutrale pas met als doel het bevorderen van de
maatschappelijke participatie is niet mogelijk.
Één en ander betekent echter wel dat thans geen specifiek
instrument beschikbaar is voor het bevorderen van de maat
schappelijke participatie van personen met een inkomen op
minimumniveau. Dat één en ander als niet wenselijk wordt
ervaren, blijkt ook uit het gestelde in het Bestuurs-
programma 1998-2002.
ten behoeve van inwoners met een minimum uitkering
zal worden ingevoerd een kortingssysteem zoals bij
voorbeeld een kortingspas waardoor de bereikbaarheid van
voorzieningen en daarmee de maatschappelijke partici
patie daadwerkelijk groter worden".
Naar aanleiding hiervan is door het SGBO, Onderzoeks- en
Adviesbureau van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten,
een onderzoek uitgevoerd. Het onderzoek heeft diverse
participatiebevorderende instrumenten op hun effectiviteit
beoordeeld. Helaas heeft het onderzoek geen eenduidig
inzicht kunnen bieden in welk type instrument de maatschap
pelijke participatie ook daadwerkelijk het beste bevorderd.
Desalniettemin heeft het onderzoek een duidelijke meer
waarde. Het beschrijvingsmodel verschaft inzicht in de mate
waarin de toegepaste instrumenten zich van elkaar onder
scheiden en wat de sterke en zwakke punten ervan zijn. Op
grond van het voorgaande is ons geadviseerd om nadere
voorstellen uit te werken ten behoeve van de invoering van
een kortingssysteem welke een combinatie is van een
kortingspas en een declaratieregeling. In overleg met de
raadsadviescommissie is echter besloten om voorstellen uit
te werken ten behoeve van de invoering van een kortings
systeem van het type "declaratieregeling". Met andere
woorden een kortingsregeling in de geest van het opgeheven
FMA.
4. De keuze: een declaratieregeling
Bij het zoeken naar mogelijkheden om middels een financiële
bijdrage de maatschappelijke participatie te bevorderen is
reeds gebleken dat er een tweetal modellen zijn. In
Leeuwarden is er voor gekozen om het instrument toe te
passen welke is gebaseerd op een declaratieregeling.