Blad 2
Artikel 3
1. Een tegemoetkoming uit de declaratieregeling kan slechts
worden verleend indien de aanvrager:
a. ingezetene is van de gemeente Leeuwarden en als
zodanig staat ingeschreven in het bevolkingsregister;
b. gedurende 12 maanden voorafgaande aan de maand waarin
een aanvraag voor een tegemoetkoming uit de declara
tieregeling is ingediend, een inkomen ontvangt welke
op maandbasis niet meer bedraagt dan 105% van de lan
delijke geldende bijstandsnorm voor het huishouden
waartoe de aanvrager behoort.
2. Ongeacht het in het vorige lid bepaalde kan een tege
moetkoming uit de declaratieregeling worden geweigerd
indien de aanvrager:
a. een beroep kan doen op een voorziening op grond van
een andere wettelijke regeling;
b. in hetzelfde kalenderjaar reeds een beroep heeft
gedaan op de declaratieregeling en voor dat
kalenderjaar reeds een tegemoetkoming heeft ontvangen
tot het maximumbedrag zoals bedoeld in artikel 5;
c. in hetzelfde kalenderjaar een eerder verzoek om een
tegemoetkoming uit de declaratieregeling is geweigerd
op grond van hetgeen gesteld in artikel 3, lid lb, en
de aanvrager niet kan aantonen dat er zich concrete
wijzigingen hebben voorgedaan in zijn of haar omstan
digheden;
d. studiefinancierig ontvangt conform de Wet op de
studiefinanciering;
e. beschikt over een vermogen dat meer bedraagt dan het
bedrag dat overeenkomstig de Algemene bijstandswet in
het kader van de bijstandsverlening buiten beschou
wing kan worden gelaten;
3. Een tegemoetkoming uit de declaratieregeling wordt te
vens geweigerd indien de gedeclareerde kosten betrekking
hebben op het lidmaatschap van of deelname aan activi
teiten van een instelling die zich naar het oordeel van
het bevoegde bestuursorgaan door haar doelstelling, haar
activiteiten, dan wel haar feitelijke handelen schuldig
maakt aan discriminatie wegens godsdienst, levensover
tuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht, burger
lijke staat, seksuele geaardheid of op welke grond dan
ook. Onder discriminatie wordt in dit verband niet
begrepen het onderscheid dat wordt gemaakt met als doel
het opheffen van maatschappelijke achterstanden.
Artikel 4
Als declarabele kosten in verband met de deelname aan het
maatschappelijk verkeer door de in artikel 3, lid 1,
genoemde personen, komen in aanmerking de aantoonbaar
gemaakte kosten in verband met de periodieke dan wel
Blad 3
eenmalige deelname aan activiteiten op sport, recreatief,
cultureel en sociaal-maatschappelijk gebied.
Artikel 5
1. De hoogte van de tegemoetkoming is afhankelijk van de
individuele behoefte van de aanvrager doch bedraagt niet
meer dan 100% en ten hoogste f 100,- per aanvrager
en/of per persoon die behoort tot het huishouden van de
aanvrager, de aanvrager als zodanig ook meegerekend en
uitgezonderd de personen die studiefinanciering ont
vangen conform de Wet op de studiefinanciering.
2. De maximale hoogte van de in het vorige lid genoemde
tegemoetkoming wordt jaarlijks bij de vaststelling van
de gemeentebegroting vastgesteld.
3. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd om met betrek
king tot het verlenen van tegemoetkomingen uit de decla
ratieregeling af te wijken van de in artikel 5, lid 1,
genoemde subsidiëringssystematiek.
Artikel 6
Een tegemoetkoming kan worden teruggevorderd indien de
verlening daarvan was gebaseerd op de door de aanvrager
verstrekte onjuiste of onvolledige informatie.
Artikel 7
1. Aanvragen voor een tegemoetkoming op grond van de
declaratieregeling worden uiterlijk binnen 13 weken na
afloop van het kalenderjaar waarop de aanvraag betrek
king heeft, ingediend bij burgemeester en wethouders.
2. Burgemeester en wethouders nemen binnen 8 weken een
beslissing op de aanvraag.
Artikel 8
1. Burgemeester en wethouders zijn bevoegd in gevallen
waarin deze verordening niet voorziet, nadere regels te
geven
2Burgemeester en wethouders kunnen ter uitvoering van
deze verordening nadere voorschriften geven.
Artikel 9
Deze verordening kan worden aangehaald als "Declaratie
regeling minima Leeuwarden".
Artikel 10
Deze verordening treedt in werking op 1 januari 1999 en
vervalt van rechtswege met ingang van 1 januari 2001.