Blad 4
23 Cliëntenparticipatie
Overeenkomstig de recent ingevoerde wettelijke ver
plichting wordt in het beleidsplan (voor het eerst)
aandacht gegeven aan de realisatie en vormgeving van
de cliëntenparticipatie. In het voorliggende plan
(hoofdstuk 5) wordt de door de gemeente Leeuwarden
gewenste inhoud en richting bepaald.
Sinds jaar en dag voert de sectormanager van Sociale
Zaken een tweemaandelijks overleg met vertegenwoordi
gers van cliëntorganisaties, die deelnemen aan het
cliëntenplatform. Het huidige platform heeft desge
vraagd zijn oordeel gegeven over de toekomstige vorm
geving van de cliëntenparticipatie. In het algemeen
wenst men:
voortzetting van de bestaande overlegvorm, zonder
een formele status in de vorm van een gemeentelij
ke commissie;
een onafhankelijke voorzitter (althans een deel
van de cliëntorganisaties wenst dit);
mogelijkheid van deelname van individuele
cliënten;
reglementering van het overleg.
In aansluiting aan de huidige praktijk en de opvat
tingen van de cliëntorganisaties wordt voorgesteld om
te kiezen voor voortzetting van de huidige vorm van
cliëntenparticipatie
De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor het tot
stand brengen van een adequate participatie brengt wel
met zich dat de huidige overlegvorm op zich geen be
lemmering mag zijn voor verbreding en verdieping van
de participatie. Andere belangenorganisaties moeten
kunnen worden uitgenodigd aan het overleg deel te ne
men als hun specifieke inbreng niet kan worden gemist.
Ook zal in aansluiting op het lokaal sociaal beleid
methoden van interactieve beleidsvorming worden inge
zet. Eén en ander komt neer op:
- vast, periodiek overleg met cliënten of vertegen
woordigers van cliëntenorganisaties;
- het overleg zal worden gereglementeerd en staat
onder leiding van een onafhankelijke voorzitter,
aangewezen in gezamenlijk overleg;
- het cliëntenplatform kan worden uitgebreid met
maximaal 3 cliënten die op persoonlijke titel
deelnemen aan het overleg; een open sollicitatie
procedure gaat vooraf;
- het niveau van participatie is dat het cliënten
platform gevraagd en ongevraagd adviseert aan het
college; de gemeente reageert uitdrukkelijk op het
advies
Blad 5
Wij menen dat de betrokkenheid van (cliënten)organi
saties bij de beleidsvoorbereiding en -uitvoering van
zodanig belang is dat de activiteiten van het cliën
tenplatform voorzover samenhangend met het voeren van
overleg met de gemeente, financiële ondersteuning be
hoeven. Wij zullen dan ook, zodra een op een beleids
plan en activiteiten gebaseerd verzoek om subsidie is
ingediend, aan de gemeenteraad een voorstel doen om
middelen beschikbaar te stellen.
24 Minimabeleid
Ter uitvoering van het Bestuursprogramma 1998-2002 zal
voor eind 1998 een afzonderlijk voorstel worden gedaan
tot invoering van een regeling die ter bevordering van
de maatschappelijke participatie voorziet in een fi
nanciële tegemoetkoming in de daaraan verbonden kos
ten
In afwachting van de rapportage in het kader van de
bestuursopdracht aan de directeur van de dienst Wel
zijn (december 1998) zijn nieuwe initiatieven in de
sfeer van de bijzondere bijstand opgeschort.
2 5 Bedrijfsvoering en jaarplan
De stand van zaken en de toekomstige ontwikkeling van
de informatie technologie op het terrein van Sociale
Zaken worden beschreven. De lopende ontwikkelingen be
vestigen de juistheid van het genomen besluit om niet
grootschalig te investeren in nieuwe software.
Verder worden de van de sector Sociale Zaken in 1999
te verwachten prestaties in termen van aanvragen, her
onderzoeken e.d. vastgelegd.
3. Beslispunten
De beslispunten betreffen beleidskeuzen die voor het
eerst aan de orde worden gesteld of die opnieuw zijn
geformuleerd naar aanleiding van nieuwe ontwikkelin
gen. De nummers verwijzen naar de corresponderende
nummers in het beleidsplan.
(8.) Het gebruik van de bevoegdheid om verder af te zien
van terug- en invordering van onverschuldigd betaalde
uitkeringen en boeten vraagt om een nadere invulling.
Onverlet het beginsel van een op de persoon en diens
situatie toegesneden beoordeling is het wenselijk meer
concrete beleidsregels vast te stellen, aan de hand
waarvan verzoeken om kwijtschelding worden beoordeeld.