Blad 4
Op 7 september jl. heeft de projectgroep Hofsingel positief
geadviseerd over de planwijzigingen.
Ter voorbereiding van de besluitvorming over de exploita
tie-overeenkomst is op 15 april jl. een informatiebijeen
komst georganiseerd. De aanwezigen reageerden positief op
het plan. Voor de recente wijzigingen is geen nieuwe infor
matiebijeenkomst georganiseerd.
Na ondertekening van de exploitatie-overeenkomst en indie
ning van de bouwaanvraag kan de bouwvergunningsprocedure
starten. In het kader van die procedure zal de architec
tuuruitwerking ter toetsing aan de welstand worden voorge
legd en wordt het plan ter visie gelegd in het kader van
een antipatieprocedure
b. De exploitatie-overeenkomst
1Algemeen
Er zijn twee manieren om tot de ontwikkeling van een uit-
breidingsgebied/exploitatiegebied te komen. De ene manier
vloeit voort uit het voeren van actieve grondpolitiek,
waarbij de gemeente het initiatief neemt tot de ontwikke
ling van het betreffende gebied. Daartoe koopt de gemeente
de noodzakelijke gronden, maakt de gronden bouw- en woon-
rijp (denk aan zaken als aanleg wegen, rioleringen, groen
voorzieningen, openbare verlichting e.d.) en geeft tenslot
te de bouwrijpe grond aan derden uit. Kortom de gemeente
voert de regie over het gebied en exploiteert hetEen
voorbeeld hiervan is min of meer het uitbreidingsgebied
Hempens/Teerns met dien verstande dat hier een paar pro
jectontwikkelaars eigenaar waren van een belangrijk deel
van de gronden in de eerste fase. Door het sluiten van
overeenkomsten met de projectontwikkelaars is het de ge
meente mogelijk gemaakt het gebied te ontwikkelen en het
gebied bouwrijp te maken, zulks onder de verplichting de
bouwrijpe grond tegen de afgesproken prijs terug te leveren
aan de projectontwikkelaars. Deze afspraak brengt enig
risico mee. Hiertegenover staat dat de gemeente een optima
le invloed houdt op de ontwikkeling, de inrichting en de
kwaliteit van de inrichting van het gebied.
De andere manier is, dat de gemeente bij de ontwikkeling
van een nieuw uitbreidings-/inbreidingsgebied meer voor
waardenscheppend werkt, waarbij het initiatief en de ont
wikkeling van nieuwe gebieden aan het particuliere initia
tief worden overgelaten (passieve grond politiek)
Blad 5
De laatste tijd kiezen de gemeenten steeds meer en vaker
voor dit laatste. Ondanks het feit, dat de gemeente bij
deze vorm van grondpolitiek wat meer op de achtergrond
blijft, kan zij wel degelijk invloed uitoefenen op de
kwaliteit van inrichting en bebouwing. Het instrument,
waarover de gemeente hiervoor beschikking heeft, is de
exploitatieverordening en in combinatie daarmee de exploi
tatie-overeenkomst. De exploitatieverordening is gebaseerd
op artikel 42 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening en
bevat voorwaarden en regels voor de inhoud van de exploita
tie-overeenkomst en hoe te handelen wanneer er een verzoek
van een projectontwikkelaar bij de gemeente binnenkomt om
medewerking te verlenen aan de ontwikkeling van een dan
nader genoemd gebied. Zo hebben bijvoorbeeld sommige regels
in de verordening betrekking op de kosten die de exploita
tie van een gebied meebrengt en de verdeling daarvan tussen
de betrokken partijen, waarbij dan gedacht moet worden aan
projectontwikkelaar en gemeente, andere geven duidelijkheid
over de vraag, wie openbare voorzieningen in een gebied
gaan uitvoeren en weer andere bevatten voorwaarden waaron
der medewerking kan worden verleend of een limitatieve
opsomming van weigeringsgronden. Kortom de exploitatie
verordening geeft zekerheid, vastigheid en duidelijkheid
bij de exploitatie van een gebied voor niet alleen de
gemeente maar ook voor derden/ projectontwikkelaar/-
exploitant bij de ontwikkeling van een gebied.
Tenslotte moet nog benadrukt worden, dat in tegenstelling
tot actieve politiek bij passieve grondpolitiek het exploi
tatierisico geheel bij derden in casu de projectontwikke
laar/exploitant komt te liggen.
2. De exploitatie-overeenkomst Frigasterrein/terrein
Oostersingel
Het exploitatiegebied voormalig Frigasterrein en terrein
Oostersingel is een voorbeeld van een gebied, waarvan het
initiatief van de ontwikkeling geheel bij de projectontwik
kelaar i.e. de ontwikkelingsmaatschappij W.S. Visser IV
b.v. is gelaten. Er zijn dan ook langdurig en uiteindelijk
met resultaat onderhandelingen met deze ontwikkelingsmaat
schappij gevoerd om te komen tot een exploitatie-overeen
komst op grond van de exploitatieverordening gemeente
Leeuwarden 1997. Een en ander houdt in, dat de ontwikke
lingsmaatschappij voor haar rekening en risico het Frigas
terrein en het terrein aan de Oostersingel bouw- en woon-
rijp maakt en vervolgens de bouwrijpe percelen uitgeeft aan
derden. Voor deze constructie is gekozen, vanwege a. de
voorgeschiedenis van het terrein, waarbij het bedrijf
Visser als eigenaar nauw en zeer direct bij betrokken was
(denk in dit verband aan de niet geslaagde sanering van het