3. De raden kunnen over de ontwerp-begroting het dagelijks
bestuur van hun zienswijze doen blijken. Het dagelijks
bestuur voegt de commentaren bij de ontwerp-begroting,
zoals deze aan het algemeen bestuur wordt aangeboden.
4. Het algemeen bestuur stelt de begroting vast voor 1 juli
van het jaar, voorafgaande aan dat, waarvoor de begroting
moet dienen.
5. Terstond na de vaststelling zendt het algemeen bestuur,
zonodig, de begroting aan de raden. Deze kunnen van hun
gevoelen doen blijken bij Gedeputeerde Staten.
6. Het dagelijks bestuur zendt de begroting binnen twee weken
doch in ieder geval voor 15 juli aan Gedeputeerde Staten.
7. In de begroting wordt voor elke gemeente voor het jaar
waarop de begroting betrekking heeft de verschuldigde
bijdrage aangegeven.
8. a. Voor de berekening van de in het vorige lid bedoelde
bijdrage wordt het nadelig saldo volgens de begroting
over de gemeenten verdeeld naar verhouding van het
inwonertal van de gemeenten op 1 januari van het jaar,
voorafgaande aan dat waarvoor de bijdrage verschuldigd
is. Voor de vaststelling van de inwoneraantallen worden
aangehouden de door het Centraal Bureau voor de
Statistiek terzake bekend gemaakte cijfers,
b. De bijdrage volgens de begroting van een bij contract
opgedragen uitvoerende taak wordt berekend op basis van
de kostprijs welke aan die uitvoerende taak ten grond
slag ligt.
9. De betaling van de bijdragen, of voorschotten daarop, vindt
plaats op de wijze en op het tijdstip door het algemeen
bestuur te bepalen.
Artikel 27.
Met betrekking tot het wijzigen van de begroting is het
bepaalde in artikel 26 van overeenkomstige toepassing voorzover
dit gevolg heeft voor de in dit artikel genoemde gemeentelijke
bij drage
Artikel 28.
1. a. Het dagelijks bestuur biedt jaarlijks voor 1 juli de
over het afgelopen jaar, met alle bijbehorende
bescheiden, ter vaststelling aan het algemeen bestuur
aan. Tevens wordt de rekening aan de raden aangeboden,
b. Daarbij worden eveneens aangeboden het verslag als
bedoeld in artikel 213, lid 2, van de Gemeentewet.
2. Het algemeen bestuur onderzoekt de jaarrekening en stelt
haar vast voor 1 juli volgende op het jaar, waarvoor de
rekening geldt.
3. Van de vaststelling door het algemeen bestuur doet het
dagelijks bestuur mededeling aan de raden. Tevens zendt het
dagelijks bestuur de vastgestelde rekening met alle daarbij
12
behorende stukken binnen twee weken na de vaststelling doch
uiterlijk voor 15 juli aan Gedeputeerde Staten.
Artikel 29.
1. Het nadelig saldo van de vastgestelde rekening, voor zover
dit ten laste van de gemeenten komt, wordt jaarlijks omge
slagen over de gemeenten naar evenredigheid van het aantal
inwoners op 1 januari van het betrokken dienstjaar.
2. Het batig saldo van de vastgestelde rekening wordt naar
evenredigheid van het aantal inwoners uitbetaald.
3. Voor de vaststelling van de inwonertallen worden aange
houden de door het Centraal Bureau voor de Statistiek
gepubliceerde cijfers.
4. In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 kan voor
het saldo voortvloeiende uit door de dienst aangegane
contracten een afwijkende regeling worden getroffen.
HOOFDSTUK XIV ARCHIEFBEPALINGEN
Artikel 30.
1. Het dagelijks bestuur is belast met de zorg voor de
bewaring en het beheer van de archiefbescheiden van de
Regionale Brandweer/Centrale Post Ambulancevervoer Fryslan
overeenkomstig een door het algemeen bestuur, met inacht
neming van artikel 40 lid 1 en 2 van de Archiefwet 1995,
vast te stellen regeling.
2. De secretaris is belast met de bewaring en het beheer van
de archiefbescheiden, bedoeld in het eerste lid, overeen
komstig de door het algemeen bestuur vast te stellen
regeling
3. Bij opheffing van deze regeling worden de archiefbescheiden
overgebracht naar de archiefbewaarplaats van de gemeente
Leeuwarden
4 Gedeputeerde Staten oefenen overeenkomstig het bepaalde in
het Archiefbesluit het toezicht uit op de zorg en het
beheer van de archiefbescheiden.
HOOFDSTUK XV TOETREDING, UITTREDING, WIJZIGING EN OPHEFFING
Artikel 31.
1. Toetreding door andere gemeenten vindt plaats na een
daartoe strekkend besluit van Provinciale Staten.
2. Het algemeen bestuur regelt de gevolgen van de toetreding.
3. Aan de toetreding kunnen door de raden voorwaarden worden
verbonden
13