Blad 16 Naar aanleiding van de discussie in de raadsadviescommissie hebben wij besloten om bij het verlenen van een exploita tievergunning aan de exploitant een schildje te verstrekken dat op de gevel kan worden aangebracht. Daarmee kan kenbaar worden gemaakt dat het kamerverhuurpand onder controle van de gemeente staat en althans op het tijdstip van de vergun ningverlening aan de eisen voldeed. Hiermee wordt ook benadrukt dat we van de exploitatievergunning verwachten dat ze vertrouwen wekt in (vooral) de veiligheid van de kamerverhuurpanden Tenslotte maken wij u er op attent dat het overleg met de Federatie van Leeuwarder woningcorporaties heeft geleid tot een wijziging in de voorstellen. Het betreft hier met name de voorgeschreven grootte van de kamers. De corporaties hebben er op gewezen dat de gehanteerde maten tot gevolg zouden hebben dat voor veel panden een exploitatievergun ning niet zou kunnen worden verleend. Enig onderzoek heeft aangetoond dat dit niet alleen zou gelden voor naoorlogse woningen maar ook voor veel particuliere vooroorlogse woningen. In verband daarmee is de regeling aangepast. Het is nu mogelijk om ook in kleinere kamers kamerbewoning toe te staan, zij het dan dat kleinere kamers slechts worden geaccepteerd via vrijstelling. Deze vrijstelling wordt slechts verleend als de kleine oppervlakte van de kamer wordt gecompenseerd door de aanwezigheid van een gemeen schappelijke ruimte met een voorgeschreven minimale oppervlakte. Wij menen dat deze wijziging de praktische hanteerbaarheid van de regeling zeer ten goede komt.(Zie artikel 2.1, derde lid Bijlage 9 bouwverordening; de in dit lid opgenomen eisen zijn cumulatief!) Onder de mededeling dat de Commissie Stadsontwikkeling in haar vergadering van 2 maart 1999 heeft ingestemd met onze voorstellen, stellen wij voor te besluiten overeenkomstig de bijgevoegde concept-raadsbesluiten. Leeuwarden, 4 maart 1999. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, mevr. L.B.M. van Maaren-van Balen burgemeester. mr. F.M.J. Steijvers secretaris. Nummer 3191 JJS/JG DE RAAD DER GEMEENTE LEEUWARDEN; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 4 maart 1999 (bijlage nr. 27); gelet op de Huisvestingswet gelet op artikel 14 9 van de Gemeentewet; BESLUIT: vast te stellen de navolgende wijzigingen in de Huis vestingsverordening 1996 van de gemeente Leeuwarden: I Artikel 1.1. onder g komt als volgt te luiden: g. onzelfstandige woonruimte: woonruimte, welke geen eigen toegang heeft en welke niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte. II Artikel 1.1. onder h vervalt. III Aan artikel 1 wordt toegevoegd een omschrijving van het begrip "huishouden": h. huishouden: een alleenstaande, dan wel twee of meer personen die een gemeenschappelijke huishouding voeren. IV Artikel 1.1. onder j en artikel 3.1, tweede lid, vervallen. V In artikel 3.1, derde lid, wordt hernummerd tot artikel 3.1, tweede lid; "binnen de rondweg." wordt geschrapt.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 117