Blad 4
Artikel 7a.8 Geldingsduur van de exploitatievergunning
1. De vergunning heeft een geldingsduur van maximaal 3
jaar. Deze periode kan telkens met 3 jaar worden
verlengd
2. De verlenging dient uiterlijk 3 maanden voor het aflopen
van de vergunning te worden aangevraagd.
3. De geldingsduur en het tijdstip waarvoor een verlenging
moeten zijn aangevraagd worden in de vergunning vermeld.
4 Burgemeester en wethouders kunnen bij een verzoek om
verlenging van de vergunning het overleggen van
bescheiden als bedoeld in artikel 7a.4 vorderen.
5. Indien niet tijdig een verlenging van de vergunning is
aangevraagd vervalt de verleende vergunning en dient
opnieuw een vergunning te worden aangevraagd.
6. Op een aanvraag voor verlenging van de vergunning is
artikel 7a.6 van overeenkomstige toepassing. Indien
tijdig verlenging van een vergunning is aangevraagd
blijft de oude vergunning van kracht tot op het verzoek
om verlenging is beslist.
Artikel 7a.9 Intrekken exploitatievergunning
1. Burgemeester en wethouders kunnen een vergunning
intrekken indien:
a. blijkt, dat zij de vergunning ten gevolge van
onjuiste of onvolledige gegevens hebben verstrekt;
b. blijkt, dat de exploitant niet heeft voldaan aan,
dan wel in strijd handelt met de in Bijlage 9 van de
verordening vermelde gebruikseisen;
c. van de vergunning geen gebruik wordt gemaakt binnen
26 weken na het onherroepelijk worden van de vergun
ning, dan wel van de vergunning gedurende een
periode van 26 weken of langer geen gebruik is
gemaakt
d. het belang waarvoor de vergunning is verleend dit
vereist op grond van een verandering van de tech
nische inzichten en/of een verandering van de
omstandigheden gelegen buiten het kamerverhuurpand,
opgetreden na het verlenen van de vergunning, en het
niet mogelijk blijkt door het stellen of wijzigen
van voorwaarden dat belang voldoende te beschermen;
e. de omzettingsvergunning als bedoeld in Hoofdstuk III
van de Huisvestingsverordening 1999 is ingetrokken;
f. de samenstelling van (een gedeelte van) het gebouw
waarin het kamerverhuurpand is gevestigd wordt
veranderd;
g. de tot het kamerverhuurpand behorende installaties
of voorzieningen worden veranderd;
h. burgemeester en wethouders overgaan tot aanschrij
ving krachtens de Woningwet betreffende het gebouw
waarin het kamerverhuurpand is gevestigd;
Blad 5
i. burgemeester en wethouders het gebouw waarin het
kamerverhuurpand is gevestigd onbewoonbaar hebben
verklaard
2. Burgemeester en wethouders gaan niet over tot intrekking
dan nadat zij de houder van de vergunning hebben
gehoord
Artikel 7a.10 Verplicht aanwezige bescheiden
De exploitant is verplicht om het daarvoor bestemde
exemplaar van de vergunning en de bewonersvoorlichting in
de entreehal van het kamerverhuurpand waarop de vergunning
betrekking heeft, goed zichtbaar op te hangen.
B
Vast te stellen de navolgende Bijlage bij de bouwver
ordening 1997 van de gemeente Leeuwarden:
Bijlage bij de bouwverordening (eisen exploitatievergunning
voor kamerverhuur)
BIJLAGE 9 BIJ DE BOUWVERORDENING
EISEN EXPLOITATIEVERGUNNING VOOR KAMERVERHUUR
Paragraaf 1. Gegevens en bescheiden aanvraag
Paragraaf 2. Technische eisen met betrekking tot de
gezondheid, reinheid en hygiëne
Paragraaf 3. Technische eisen met betrekking tot
brandveiligheid
Paragraaf 4. Gebruikseisen
Bijlage als bedoeld in de artikelen 7a.3 en 7a.4 van de
Bouwverordening
Paragraaf 1
Gegevens en bescheiden aanvraag exploitatievergunning
kamerverhuurpand (artikel 7a.4)
Artikel 1.1
In de aanvraag op te nemen gegevens
De aanvraag om een exploitatievergunning kamerverhuurpand
als bedoeld in artikel 7a.2 moet de volgende gegevens
bevatten
a. De naam en het correspondentieadres in Nederland van de
aanvrager
b. Indien een gemachtigde is aangewezen, diens naam en
correspondentieadres in Nederland.
c. De naam en het adres waarop de vergunning gesteld moet
worden
d. Het adres van het kamerverhuurpand.
e. De kadastrale aanduiding van het kamerverhuurpand.