Blad 4
van de naastgelegen flat middels het spiegeleffect van de
glasgevel en in mindere mate door die van theaterbezoekers.
Enerzijds is er derhalve tengevolge van de nieuwbouw van de
Harmonie mede gelet op de gebezigde bouwmaterialen sprake
van een planologisch enigszins nadeliger positie dan
voorheen. Anderzijds heeft de nieuwbouw planologisch een
enigszins voordeliger positie tot gevolg (er is sprake van
appartementen in een gebouw dat direct naast een moderne
stadsschouwburg ligt). Alles samenvattend is deskundige van
mening dat de hiervoor geschetste nadelen door bedoeld
voordeel niet geheel teniet worden gedaan. Er rest - aldus
het advies - derhalve een planologisch geringe nadeliger
positie waarvan derhalve enige waardedruxkende werking
uitgaat
Gelet op het vorenstaande schat deskundige de verkoopwaarde
van de onroerende zaak Zaailand 2 met kelderberging en
eigen parkeerplaats in de parkeerkelder kort voor het nemen
van het vrijstellingsbesluitderhalve begin 1992 op
f 195.000,Medio 1992 schat deskundige de waarde, gelet
op de waardedrukkende invloed die zoals gezegd, pro resto
overbleef, op f 185.000,--, en derhalve de
waardevermindering op f 10.000,--.
Nu bedoelde planologische verandering niet viel te
verwachten en er geen andere redenen zijn die meebrengen
dat deze waardevermindering geheel of gedeeltelijk voor
rekening van belanghebbende zou behoren te blijven, dient
deze geheel aan hem te worden vergoed met de wettelijke
rente vanaf de datum waarop het verzoekschrift bij de
gemeente is binnengekomen.
Op grond van het vorenstaande adviseert de stichting u de
heer P. Hofmeester een schadevergoeding ex artikel 49 WRO
toe te kennen van f 10.000,- te vermeerderen met de
wettelijke rente.
Zoals reeds opgemerkt, maken bedoelde appartementen deel
uit van het flatgebouw de Arendshof. De nrs. 2 en 2a (resp.
begane grond en eerste verdieping) liggen op de hoek van de
Westerkade en het Zaailand. Nr. 16a is de middelste van de
drie flats gelegen aan het Zaailand. De nrs. 14 en 14b
liggen op de hoek van het Zaailand en de Arendsstraat.
Hetgeen hiervoor is opgemerkt ten aanzien van Zaailand 2
geldt in belangrijke mate ook voor de nrs. 2a en 16a. De
waardevermindering van nr. 2a wordt eveneens geschat op
f 10.000,-, de waardevermindering van nr. 16a op f 5.000,-.
Ten aanzien van nr. 16a wordt in het betreffende advies
gesteld dat een en ander tegen elkaar afwegend men van
mening is dat in redelijkheid niet kan worden ontkend dat
Blad 5
er derhalve ten gevolge van de nieuwbouw sprake is van een
in beperkte mate nadeliger positie dan voorheen. Wij achten
het niet zinvol om de inhoud van de verschillende adviezen
hier in extenso weer te geven. Kortheidshalve verwijzen wij
u dan ook naar de rapporten die voor u bij de stukken ter
inzage liggen.
Dit laatste geldt ook voor de nrs. 14 en 14b op de hoek van
het Zaailand en de Arendsstraat. Wat deze beide woningen
betreft komt deskundige evenwel tot het oordeel dat in
redelijkheid niet kan worden volgehouden dat
belanghebbenden ten gevolge van de nieuwbouw van de
Harmonie in een planologisch nadeliger positie zijn komen
te verkeren. Ten aanzien van nr. 14 wordt opgemerkt, dat
gelet op de (in het advies) geschetste planologische
mogelijkheden moet worden geconstateerd dat het uitzicht
van de flat van belanghebbende begrensd werd door de
potentiële bouw met een nokhoogte van 10 m aan de zuidzijde
van het Zaailand ongeveer 15 m uit de westelijke
perceelsgrensIn de thans gerealiseerde situatie is een
gebouw gesticht met een hoogte van 20 m waarvan de
zuidgevel 13 m in westelijke richting is opgeschoven. Er
kan naar de mening van deskundige niet aan worden
voorbijgegaan dat de woonkamer wat betreft de ramen in de
noordgevel in oude toestand uitzicht had op de zuidgevel
van de oude Harmonie en nu op dezelfde gevel van de nieuwe
Harmonie. De lichtinvalbelemmering is niet of nauwelijks
groter. Ook in de oude toestand was er sprake van inbreuk
op de privacy omdat vanuit de directeurswoning en de
kantoorruimten direct in de woning van belanghebbende kon
worden gezien. Thans is er ook rechtstreeks uitzicht vanuit
de kantoorruimten en ramen van de artiestenkleedkamers in
de woning van belanghebbende. Voor het overige is de
uitzichtsituatie in de oude en de nieuwe situatie wat
betreft de noordoosthoek en oostzijde ongewijzigd. Een
vergelijkbare conclusie wordt getrokken ten aanzien van nr.
14b.
Dit brengt met zich mee - aldus de adviezen - dat artikel
49 WRO geen toepassing kan vinden en de beide verzoeken van
belanghebbenden niet voor toewijzing vatbaar zijn. De
stichting adviseert u dan ook de verzoeken van de heren
Boonstra en Van den Hoven af te wijzen.
Wat betreft het verzoek van mevr. P. Wiersma,
Ruiterskwartier 37, merken wij het volgende op.
In haar verzoek om schadevergoeding schrijft zij dat de
20 m hoge wand van de nieuwe Harmonie een groot deel van
het daglicht wegneemt. Toen de oude Harmonie er nog stond
had zij duidelijk meer uitzicht en kon zij tot aan de
Westerstadsgracht zien, hetgeen nu onmogelijk is. De
spiegelende wand betekent een aantasting van haar privacy