Blad 6
en zij ondervindt overlast van de felle lampen in het
gebouw
In het advies van de stichting staat dat zij deze
bovenwoning huurt sedert 1988. Sinds die tijd is de
huurprijs ongewijzigd.
Na een globale beschrijving van de woning en omgeving staat
in het advies o.a. dat naar de mening van deskundige in dit
geval vooreerst dient te worden nagegaan of belanghebbende
als huurster van de door haar gehuurde ruimte ten gevolge
van de planologisch gewijzigde situatie schade lijdt of zal
lijden. Immers indien zulks niet het geval is, kan het
onderzoek omtrent de vraag of belanghebbende ten gevolge
van bedoelde situatie in een planologisch nadeliger positie
is komen te verkeren achterwege blijven. Met betrekking tot
de gepretendeerde vermindering van het woongenot merkt de
stichting op dat belanghebbende ten gevoxge van de
gewijzigde planologische situatie, in het gebruik van de
gehuurde ruimte niet wordt belemmerd. Ongewijzigd is het
gehuurde geschikt voor c.q. aanwendbaar voor het doel
waarvoor het is gehuurd, namelijk bewoning. Evenmin is de
bereikbaarheid gewijzigd. Voor zover het woongenot (volgens
de regels van het huurrecht) is aangetast, zou dat mogelijk
kunnen leiden tot een neerwaartse aanpassing van de
huurprijs. In het advies staat verder dat de persoonlijke
beleving van belanghebbende, die voorheen naar haar mening
genoot van een veel aardiger uitzicht, terwijl zij haar
privacy sterk verminderd acht, niet leidt tot op geld
waardeerbare schade. Artikel 49 WRO kan dan ook geen
toepassing vinden. De stichting adviseert u dan ook het
verzoek van mevr. Wiersma af te wijzen.
Wij hebben belanghebbenden in de gelegenheid gesteld
eventuele opmerkingen naar aanleiding van de adviezen van
de stichting naar voren te brengen. Er zijn geen
opmerkingen gemaakt.
Conclusie
Op grond van het vorenstaande adviseert de stichting u de
heer Hofmeester, mevr. Weening-Jager en de heer De Boer een
schadevergoeding ex artikel 49 WRO toe te kennen van
respectievelijk f 10.000,-, f 10.000,- en f 5.000, te
vermeerderen met de wettelijke rente en de andere verzoeken
af te wijzen.
Standpunt van het college
Met de inhoud van de adviezen van de stichting kunnen wij
ons verenigen. Evenals dit bij het vorige verzoek (de heer
Boersma) het geval was, achten wij het, alles overziende en
overwegende, gelet op de situatie zoals die ter plaatse is
ontstaan, in drie van de zes gevallen een reële zaak dat de
schadevergoeding wordt vergoed. In de andere gevallen
Blad 7
onderschrijven wij het advies van de stichting dat artikel
49 WRO geen toepassing kan vinden en de verzoeken dienen te
worden afgewezen.
Het bedrag dat gemoeid is met deze schadevergoeding (in
totaal f 27.865,06 inclusief de wettelijke rente) wordt ten
laste gebracht van beheersproduct 810.01.10 Advies
ruimtelijke gebiedsontwikkeling
Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in
haar op 2 maart 1999 gehouden vergadering heeft geadviseerd
met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te
besluiten overeenkomstig bijgevoegde ontwerp-besluiten
Leeuwarden, 4 maart 1999.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
mw. L.B.M. van Maaren-van Balen burgemeester.
mrF.M.J. Steijvers
secretaris.