Blad 2 Bedenkingen Het bouwplan is gepubliceerd als binnengekomen bouwplan en het heeft in het kader van de artikel 19 WRO-procedure 14 dagen ter inzage gelegen. Tijdens deze bezwarentermijn hebben de bewoners van de woningen op de adressen Swingmastate 36, 38, 40 en 42 schriftelijke bedenkingen ingebracht. Een kopie daarvan hebben wij op de gebruikelijke wijze voor u bij het bouwplan ter inzage gelegd. De bedenkingen hebben betrekking op: 1. Het uitzicht; de uitbreiding van de woongroep zal het uitzicht vanuit de woningen doen verslechteren; bezwaarmakers zijn van opvatting, dat de uitbreiding binnen de huidige contouren van het gebouw kunnen worden gerealiseerd. 2. Overlast; de vermoedelijke uitbreiding van het terras aan de zuidgevel kan lawaai aan die zijde doen toenemen; dit kan overlast tot gevolg hebben. 3. Door de uitvoering van het plan zal de waarde van de woningen verminderen. Ten aanzien van deze bedenkingen merken wij het volgende op: Ad. 1 Aantasting uitzicht Aanvrager heeft overleg gehad met de bezwaarmakers over het eventueel aanpassen van het bouwplan. Aanvrager heeft bezwaarmakers duidelijk kunnen maken, dat het niet mogelijk is de extra ruimte te realiseren door middel van een interne verbouwing. In overleg met bezwaarmakers heeft aanvrager nog bekeken, of de uitbreiding elders op het terrein zou kunnen worden gerealiseerd. Na onderzoek is echter gebleken, dat een uitbreiding op een andere plek gepaard zal gaan met extra interne verbouwingen en te hoge kosten. Gezien het beperkte budget van de woongroep is het uit financieel oogpunt niet haalbaar het plan overeenkomstig de wensen van de bezwaarmakers uit te voeren. Bovendien bestaat de mogelijkheid, dat als de uitbreiding elders op het terrein plaatsvindt, andere omwonenden bezwaar zullen maken. De afmetingen van de uitbreiding zijn overigens zeer gering. De bezwaarmakers hebben zicht op de korte zijde van de uitbreiding (6,35 meter). Ook gezien de beperkte hoogte van het bouwwerk (3,35 meter) en de ruime afstand tot de woningen van bezwaarmakers (ruim 40 meter) achten wij de uitbreiding uit ruimtelijk/stedenbouwkundig oogpunt zonder meer aanvaardbaar. Er kan dan ook zeker niet gesproken worden van een onaanvaardbare aantasting van het woonklimaat. Blad 3 Ad. 2 toename lawaai/veroorzaken van overlast In tegenstelling tot hetgeen bezwaarmakers vermoeden, zal ten zuiden van de uitbreiding het terras niet worden vergroot. Rondom de uitbreiding zal slechts een tegelpad worden aangelegd. Er zal dan ook geen enkele vorm van overlast voor omwonenden ontstaan. Wij achten dit bezwaar ongegrond. Ad. 3 waardevermindering van de woningen Bezwaarmakers kunnen desgewenst op grond van artikel 4 9 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening planschade claimen voor wat betreft de eventuele waardevermindering van de woningen door de realisatie van de uitbreiding van het complex. Samenvattend zijn wij dan ook van opvatting, dat: 1. het bouwplan uit ruimtelijk/stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar is; 2. er geen sprake zal zijn van een onevenredige aantasting van het woonklimaat; 3. de ingebrachte bezwaren ongegrond zijn. Teneinde aan dit bouwplan medewerking te kunnen verlenen, is het noodzakelijk, dat voor het perceel een voorbereidingsbesluit wordt genomen. Hierdoor ontstaat de mogelijkheid vrijstelling te verlenen van het geldende bestemmingsplan. Wel dienen Gedeputeerde Staten van Frylsan vooraf te hebben verklaard geen bezwaar tegen het verlenen van de vrijstelling te hebben. Onder mededeling, dat de Commissie Stadsontwikkeling u in haar op 2 maart 1999 gehouden vergadering heeft geadviseerd met het vorenstaande in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit Leeuwarden, 4 maart 1999. Burgemeester en wethouders van Leeuwarden, mw. L.B.M. van Maaren-van Balen burgemeester. mrF.M.J. Steijvers secretaris.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 153