Blad 8
de uitgevoerde saneringswerkzaamheden voldoen aan de
gestelde criteria. Is zij van oordeel dat dit niet het
geval is dan wordt de betalingsverplichting opgeschort tot
het tijdstip waarop er met de vennootschap overeenstemming
over het verschil van inzicht is bereikt. Blijft deze
.overeenstemming uit dan is er een geschil tussen partijen
ontstaan waarin door middel van bindende arbitrage zal
worden voorzien.
Wij zijn van oordeel dat, ook gezien de beëindiging van de
werking van de erfpachtsverhouding (zie hieronder 7.6),
door middel van deze regeling de aangelegenheid van de
verontreiniging in de bodem van het verkochte naar behoren
is geregeld.
7.5.5. Uitsluiting aansprakelijkheid.
Iedere aansprakelijkheid van de gemeente voor de reeds in
het verkochte aangetroffen -dan wel daarin nog aan te
treffen verontreinigingen- is uitgesloten. Hetzelfde geldt
voor alle gevolgen die de vennootschap, dan wel derden, van
de verontreiniging mochten ondervinden.
Voor een nadere omschrijving van een aantal van de
uitgesloten risico's zij u verwezen naar artikel 17 van de
overeenkomst. Voorts vrijwaart de vennootschap in dit
verband de gemeente van alle aanspraken door derden.
7.6. Beëindiging werking erfpachtsovereenkomst.
De vennootschap is, zoals gemeld, erfpachter van het
perceel grond waarop de voormalige vuilverbrandings
installatie is gebouwd. Het gevolg van het sluiten van de
voorliggende overeenkomst is, dat aan de werking van deze
overeenkomst een einde komt.
Alle rechten en verplichtingen die voor partijen nog uit
deze overeenkomst zouden kunnen voortvloeien, zijn met
uitzondering van de verplichting tot betaling van de canon,
volledig vervallen en partijen verlenen elkaar terzake
kwijting en decharge.
7.7. Vestiging opstalrecht.
Ten behoeve van de aanwezigheid in het verkochte van
gemeentelijke rioolpersleidingen (Camminghaburen) wordt op
het verkochte een opstalrecht gevestigd voor het hebben,
houden, gebruiken etc. hiervan.
Blad 9
Onder mededeling dat de Commissie Stadsontwikkeling in
haar vergadering van 7 december 1998 heeft geadviseerd met
ons voorstel in te stemmen, stellen wij u voor te besluiten
overeenkomstig bijgevoegd ontwerp-besluit
Leeuwarden, 7 januari 1999
Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,
P.E.J. den Oudsten loco-burgemeester.
mr. F.M.J. Steijvers secretaris.