Blad 4 Aangezien de zeggenschap van de Friese gemeenten bij beide scenario's op dezelfde wijze is verzekerd, dient naar het oordeel van de RvC bij beide scenario's het financiële aspect bij de keuze van de scenario's voor de gemeenten de doorslag te geven. Scenario 1 is voor de gemeenten in financieel opzicht verreweg het aantrekkelijkst. Dit grote prijsverschil is gelegen in het feit dat NUON een duidelijke voorkeur heeft voor de overname van alle aandelen en daarom bereid is voor scenario 1 een aanmerkelijk hogere prijs te betalen. Hierbij kan nog opgemerkt worden dat over de overnamesom overeenstemming is bereikt na langdurige onderhandelingen. Hierbij was de N.V. Waterleiding Friesland vertegenwoordigd door leden van de RvC en de directeur, bijgestaan door het Accountantskantoor Moret Ernst Young. Voor de hoogte van de overnamesom in beide scenario's is met name bepalend geweest het eigen vermogen van N.V. Waterleiding Friesland en de winstverwachting, alsmede de synergie-effecten, met name op het gebied van de klantencontacten, die NUON met de fusie kan bereiken. Uitgaande van deze factoren is een resultaat bereikt, dat naar het oordeel van de RvC alles zins bevredigend is. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat bij overname van waterleidingbedrijven geen relatie kan worden gelegd met het aantal aansluitingen, zoals in de energiewereld gebruikelijk is. 6Afweging en keuze gemeente Leeuwarden 6.1 Afweging van de beide scenario's Het eigen vermogen van N.V. Waterleiding Friesland bedraagt volgens de balans per 31 december 1997 f 47,5 miljoen. Het dividend over 1997 bedroeg voor Leeuwarden f 301.000,-. Bij een dergelijk dividend en een huidige rentestand van 4% bedraagt de rendementswaarde van de aandelen f 7,5 miljoen. De winst over 1997 bedroeg f 6.811.000,-. De rentabili- teitswaarde van het bedrijf bedraagt bij de huidige lage rentestand van 4% f 170 miljoen. Het voorliggende aanbod van f 169 miljoen (Leeuwarder aandeel ca. f 23,6 miljoen) kan dan ook als een uitstekend bod worden gekwalificeerd. Met betrekking tot de twee scenario's kan het volgende worden opgemerkt. Bij een rente van 4% is de keuze tussen scenario 1 (100% van de aandelen verkopen) en scenario 2 (70% van de aandelen verkopen) budgettair neutraal. Bij een hogere rentestand is scenario 1 aantrekkelijker, bij een lagere rentestand scenario 2. Blad 5 Hoewel voorspellingen over rente-ontwikkeling een uitermate speculatief karakter hebben, lijkt ons bij deze uitgangs punten scenario 1 aanmerkelijk aantrekkelijker dan scenario 2. Daarbij komt dat scenario 2 ons de maximale eigen beleids vrijheid geeft, terwijl wij bij scenario 2 een deel van de middelen voor 10 jaar vastzetten. Door de randvoorwaarden die zijn overeengekomen, zijn volgens ons de drinkwatervoorziening, zeggenschap en werkgelegenheid in Friesland voldoende verzekerd in beide scenario's Daarnaast zal in de nieuwe Waterleidingwet, die in 2001 moet ingaan, naast een liberalisering in de sector, tegelijkertijd privatisering van de waterleiding worden verboden. Waterleiding als nutsvoorziening is daarmee voor de toekomst gewaarborgd, immers ook NUON is op dit moment in overheidshanden. In een eerdere presentatie van de N.V. Waterleiding Friesland heeft de WLF bovendien aangegeven dat de gekozen manier van samenwerking en de fusie met de N.V. NUON de totstandkoming van een zogenaamd "breed waterspoor" niet verhindert Gelet op deze gegevens en mede gelet op de ervaring met gedeeltelijke aandelenverkoop bij Frigem/EDON, stellen wij u voor in te stemmen met de verkoop van 100% van de aandelen van de gemeente Leeuwarden in N.V. Waterleiding N.V. aan N.V. NUON. 6.2 Bestemming verkoopopbrengst en financiële consequenties Wij stellen u voor de opbrengst ad f 23.686.614,17 (bij scenariokeuze 1) te verminderen met de boekwaarde van de aandelen (f 89.000,-) toe te voegen aan het in te stellen brede stedelijk investeringsfonds (in het verlengde van de besluitvorming in het kader van de verkoop van de aandelen Frigem/EDON) De budgettaire consequenties, te weten derving van de dividenduitkering (indicatie: in 1997 was dit f 301.000,-) minus de vervallen rentelasten - zullen middels een begrotingswijziging als tegenvaller worden verwerkt in de begroting 1999.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 21