Blad 6 7. De overdrachtsdatum is gesteld op 1 juni 1999. Sociaal statuut De wijze waarop omgegaan wordt met reorganisaties is door de gemeente neergelegd in het Sociaal Convenant dat in 1993 werd afgesloten. Bij dat convenant hoort een sociaal plan. Dat plan is nu voor de gelegenheid van de overdracht van de CBB-taken uitgewerkt in een sociaal statuut. In het sociaal statuut zijn de basisgaranties vastgelegd, die aan het personeel worden meegegeven bij de overname van het dienst verband door het RBA. Op deze garanties kan de gemeente worden aangesproken, ofwel in het geval dat de nieuwe werkgever zich niet houdt aan de overeengekomen regelingen, ofwel omdat de rechten niet worden overgedragen maar bij de gemeente blijven bestaan. De tekst van het statuut is voor u ter inzage gelegd. Kortheidshalve verwijzen wij daarnaar. Hier vermelden wij enkele hoofdpunten: 1. alle medewerkers in vaste dienst van de gemeente ten behoeve van CBB-taken treden in dienst bij het RBA. Aan iedere medewerker wordt in de nieuwe organisatie de functie aangeboden die hij in de oude organisatie ook uitoefende. De medewerker is verplicht deze functie te aanvaarden. Indien de oude functie in de nieuwe organisatie niet voorkomt wordt een passende functie aangeboden, zoals gedefinieerd in het Sociaal Plan; 2aan de medewerkers die overgaan naar het RBA wordt een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd aange boden met daarin de persoonlijke garanties. Tevens ontvangen zij een ontslagbesluit van de gemeente Leeuwarden en een exemplaar van het Sociaal Statuut. Er is bij de nieuwe werkgever geen sprake van een proeftijd. Vanaf de datum van overgang is de CAO Arbeidsvoorziening van toepassing; 3. aan de medewerkers die overgaan naar het RBA wordt een zogenaamde netto-netto-garantie gegeven. Deze garantie houdt in dat de netto salaris-aanspraken die verbonden zijn aan de huidige functie, tezamen met de aan de functie gebonden vooruitzichten en de van toepassing zijnde toelagen worden gegarandeerd. Dit onder de voorwaarde van voldoende functioneren, ter beoordeling van de nieuwe organisatie; 4. bij ingrijpende functiewijziging of ontslag als gevolg van reorganisatie van de nieuwe organisatie, zal het RBA zich maximaal inspannen om de vm. CBB- medewerkers een andere passende functie aan te bieden. Indien de reorganisatie het rechtstreekse gevolg is van een besluit van de gemeente Leeuwarden en tevens geldt dat de bedoelde passende functie in Blad 7 de nieuwe organisatie niet kan worden aangeboden, zal ook de gemeente Leeuwarden zich maximaal inspannen om een passende of geschikte functie te zoeken en aan te bieden; 5. voor medewerkers in vaste dienst die overgaan naar de nieuwe organisatie geldt dat zij gedurende 2 jaar na overgang aangemerkt worden als interne kandidaat voor passende functies die bij de gemeente Leeuwarden vacant komen; 6. ten aanzien van de wachtgeld- en uitkeringsaanspraken van de CBB-medewerkers is afgesproken dat de opge bouwde rechten van het personeel worden gegarandeerd. In de bovengenoemde overeenkomst is vastgelegd dat deze rechten qua niveau en duur door het RBA worden overgenomen Over de voorwaarden voor de overname van het dienstverband met de CBB-medewerkerszoals geformuleerd in het Sociaal Statuut, is in beginsel overeenstemming bereikt in het Georganiseerd Overleg van 13 januari jl.. Later is de tekst op enkele punten gewijzigd en aangevuld met een aanhangsel, waarna volledige overeenstemming tot stand is gekomen. Ook de Adviescommissie voor het CBB heeft in de vergadering van 2 februari jl. positief geadviseerd. Omdat het voorstel ingrijpende consequenties heeft, zowel voor het CBB-personeel als voor de structuur van de gemeentelijke organisatie, is het overeenkomstig de Wet op de Ondernemingsraden voor advies voorgelegd aan de OR. In de overlegvergadering van 15 maart j.l. is het voorstel met de WOR-bestuurder besproken. In aansluiting daarop heeft de ondernemingsraad zijn advies uitgebracht. De strekking van het advies is om met het voorstel akkoord te gaan. Projectkosten De voorbereiding van de thans voorgestelde integratie van het CBB en Friop binnen de organisatie van het RBA heeft plaatsgevonden in de vorm van een project, waaraan door de drie betrokken partijen werd deelgenomen. Vooraf werd afgesproken dat de kosten van het project gelijkelijk over de participanten zouden worden verdeeld. In de praktijk zijn kosten gemaakt voor projectleiding, accountants onderzoek en juridische ondersteuning. De totale kosten zullen rond de f 120.000,- bedragen. Het aandeel van de gemeente zal dus max. f 40.000,- bedragen. Wij achten het reeel dat de gemeente een aandeel neemt in de gemaakte ontwikkelingskosten. Daarom stellen wij u voor deze kosten te accepteren en ze als een tegenvaller te beschouwen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Raadsverslagen van de gemeente Leeuwarden, 1865-2007 (Bijlagen) | 1999 | | pagina 229