Blad 4
van de ambities i.e. de operationele doelen en de middelen
die ingezet moeten worden. Een 2e confrontatie wordt in de
Perspectiefnota ook al aangekondigd. Deze confrontatie zal
plaatsvinden op basis van het uitgebreide MOP dat ten
behoeve van het Rijk wordt opgesteld.
Het gaat in deze Perspectiefnota dus om een eerste
exercitie, die zeker nog niet perfect is c.q. zal zijn. Er
moet in de organisatie nog meer ervaring worden opgedaan
met deze werkwijze. Ieder jaar zal de afstemming dan ook
beter plaats kunnen vinden. Wel is het nu zo dat voor het
eerst de confrontatie ambities versus beschikbare middelen
beter, meer integraal en op zo'n lange termijn basis,
plaatsvindt
Het behalen van de doelen in net MOP is, zoals gezegd,
mede afhankelijk van de hoeveelheid beschikbare middelen,
zowel intern als extern. Omdat wij op dit moment nog geen
zicht hebben op de omvang van de geldstromen, die in het
kader van het Grote Steden Beleid, het Investeringsbudget
Stedelijke Vernieuwing, het convenant met de provincie en
de Europese Structuurfondsen beschikbaar komen, heeft een
volledige confrontatie tussen doelen en middelen nog niet
voldoende kunnen plaatsvinden. Immers indien er extern
minder of meer middelen beschikbaar komen, kan dat van
invloed zijn op het behalen van de doelen. Bovendien zijn
externe middelen in een aantal gevallen communicerende
vaten met de eigen gemeentelijke middelen. Dit kan derhalve
nog leiden tot aanpassingen van de operationele doelen uit
het MOP.
Ten aanzien van de meetbaarheid van de operationele doelen
nog het volgende. Er is zoveel mogelijk gezocht naar
indicatoren c.q. operationele doelen die we als gemeente óf
al meten óf eenvoudig kunnen gaan meten (b.v. ook in het
kader van het wijksignaleringssysteem of informatieraster
en er is zoveel mogelijk aangesloten bij de nu bekende
eisen vanuit het Rijk met betrekking tot indicatoren.
Het is overigens niet mogelijk en wenselijk om alle
indicatoren jaarlijks te meten, als het b.v. gaat om
bestedingen in de binnenstad, dan is dit een redelijk
omvangrijk, tijdrovend onderzoek dat de nodige kosten met
zich meebrengt, deze doelen zullen dus eens per zoveel jaar
worden gemeten.
Het is ook niet zo dat alle operationele doelen, zoals
opgenomen in het MOP nieuw zijn. Met name in de fysieke en
economische pijler gaat het veelal om bestaande doelen dan
wel komen ze voort uit relevante stukken voor het
desbetreffende beleidsterrein. Daardoor kunnen de termijnen
waarin bepaalde doelen gerealiseerd moeten zijn ook nog
enigszins verschillen. De operationele doelen in de sociale
pijler zijn wel deels nieuw, in de beleidsterreinen in deze
pijler is er soms ook nog relatief weinig ervaring met het
operationaliseren van doelen en effectmeting.
Blad 5
Jaarlijks kunnen natuurlijk de operationele doelen in de
Perspectiefnota-cyclus eventueel worden bijgesteld door de
gemeenteraad. Voor een nieuwe richting of aanpak voor een
bepaald beleidsterrein zullen natuurlijk door de
gemeenteraad altijd opnieuw de operationele doelen moeten
worden bepaald c.q. vastgesteld. Daarbij moet natuurlijk
wel altijd de samenhang tussen en de gevolgen voor de
verschillende (andere) doelen in het oog gehouden worden.
Nog enkele meer specifieke zaken in relatie tot de
operationele doelen:
24 uurs-bereikbaarheid milieuklachten: vanaf eind juni
1999 tot het eind 1999 zal bij wijze van proef door een
beperkt aantal medewerkers van de sector Milieu, die
zich hiervoor vrijwillig hebben opgegeven, een
dergelijke bereikbaarheid worden gedraaid; daarna wordt
bekeken of, en zo ja hoe, een eventueel vervolg
geregeld wordt;
de formulering van het operationele doel is dienover
eenkomstig gewijzigd.
de formulering van de operationele doelen met
betrekking tot binnenstadsbestedingenen preventief
milieuregels naleven" zijn enigszins aangepast, naar
aanleiding van opmerkingen in de commissies ter zake.
beheer: naar aanleiding van de commissiebehandeling
zijn hier alsnog operationele doelen ingevuld
(strategische doel is ook enigszins aangepast)
Financiële gevolgen daling aantal uitkeringsgerechtigden
In de Perspectiefnota Plus hebben wij al aangegeven dat
onze algemene uitkering uit het gemeentefonds negatief
beïnvloed wordt door een op zich positieve ontwikkeling,
namelijk de (geraamde) daling van het aantal uitkerings
gerechtigden. De daarbij behorende ramingen voor de
verminderde uitkerings- en uitvoeringskosten zijn reeds in
de begroting verwerkt.
In de commissie is gevraagd naar de gevolgen voor de
instrumenten van het gemeentelijk minimabeleid. De volgende
effecten zijn waarneembaar:
KwijtscheldingsbeleidIn 1998 is het bedrag voor
verleende kwijtscheldingen voor OZB met f 30.000,--
gedaald. Gezien de samenstelling van het uitkerings
bestand, ruim 60% alleenstaanden, en de voorgeschreven
regels voor bepaling van de betalingscapaciteit is een
gestage verdere afname van het bedrag aan verleende
kwijtscheldingen een reële verwachting.
Bijzondere bijstandsverleningHet afgelopen jaar liet
bij een forse daling van het aantal uitkerings
gerechtigden een stabilisering van de uitgaven zien.
Dit wijst erop dat de gemeente er steeds beter in
slaagt het niet-gebruik tegen te gaan.