op regionaal niveau: de dynamische stad van en voor Friesland, waarvoor een
centrumfunctie wordt vervuld;
op (inter-)nationaal niveaueen vestigingsplaats van hoogwaardige diensten in een
ruimte en kwaliteit biedende stadsomgeving.
De twee hoofdfuncties komen samen in de centrale ambitie om ook in de volgende eeuw
één van de twee hoofdsteden te zijn van Noord-Nederland.
In grote lijnen wordt ingezet op het versterken van het dienstenprofiel van Leeuwarden,
waarbij de kansen van de verdere verdienstelijking van de economische structuur in de
Westerse samenleving en de aanwezige sterke dienstensector in Leeuwarden worden
aangegrepen als basispotentieel.
Deze inzet geldt ook voor de van oorsprong belangrijke economische basis van
Leeuwarden, de agri-nutri-sector, waarbij onder andere handel en diensten de
sleutelfactoren zijn voor de toekomst. In algemene zin streeft Leeuwarden vooral naar een
meer kennisintensieve ontwikkeling.
Dit komt enerzijds tot uiting in het versterken van de relatie van de economische
ontwikkeling tot kennis (kennisclusters) en de arbeidsmarkt in algemene zin, maar
anderzijds ook in het verder ontwikkelen van het aspect kennis binnen de agri-nutri-sector.
Voor de toekomstige samenleving in het algemeen, maar voor de door Leeuwarden
nagestreefde ontwikkelingsrichting in het bijzonder, zijn de ontwikkeling en het benutten
van de mogelijkheden op informatie- en communicatiegebied, doorslaggevend. Deze
ontwikkelingsrichting sluit ook goed aan bij het streven naar een duurzame ontwikkeling
van de stad en haar omgeving. De genoemde onderdelen sluiten aan bij de twee
hoofdfuncties van Leeuwarden. Eén aspect van de twee geformuleerde hoofdfuncties van
Leeuwarden is met het voorgaande nog enigszins onderbelicht gebleven, te weten de
"ruimte en kwaliteit biedende stadsomgeving". Dit betekent immers ook investeren in (de
kwaliteit van) de stadsomgeving aansluitend bij twee sfeerbeelden van Leeuwarden, aan de
ene kant de onthaaste, historische, culturele stad ((inter-jnationale rust), maar aan de andere
kant ook de levendige, bmisende, culturele stad (regio-dynamiek). Beide overigens
gerelateerd aan leefstijlen met aandacht voor de "quality of life". Alhoewel beide beelden
op het eerste gezicht moeilijk met elkaar te verenigen lijken, is dit ook nu reeds als basis
terug te vinden in bijvoorbeeld de oude historische binnenstad van Leeuwarden.
De centrale ontwikkelingsrichting, waarmee Leeuwarden dit alles wil bereiken en
waarmaken, is logischerwijs "full-service city waarvan de contouren nu reeds zichtbaar
zijn en die voldoende kansen en aanknopingspunten biedt voor de toekomst. Samenvattend
wordt binnen de ontwikkelingsrichting full-service city nog een aantal strategische keuzen
gemaakt, in de vorm van een viertal thema's:
Financiële Service-sector.
Agri-nutri.
Brainport (kennis).
Verzorgende Culturele Hoofdstad.
Zeer wezenlijk is tenslotte dat de gemeente in de toekomst een andere, maar uiterst
belangrijke rol zal vervullen. De gemeente Leeuwarden is dan pro-actief, stimulerend en
initiërend, maar het is eerder regel dan uitzondering dat anderen dan de gemeentelijke
overheid de hoofdrol vervullen. Binnen de benodigde formule is daarom de
organisatiekracht van de gemeente cruciaal. Omdat de gemeente de vormgeving van de
ambities en de toekomstige ontwikkeling niet alleen kan realiseren, zijn de wisselwerking
tussen bestuur en samenleving én partnership en samenwerking belangrijk.
3. SAMENHANG PIJLERS
In de Toekomstvisie Leeuwarden 2030 is een toekomstperspectief geschetst dat in dit
MeerjarenOntwikkelingsProgramma wordt/is vertaald voor de periode tot 2010 met het
accent op de periode tot en met 2003. Deze eerste editie van het MOP geeft een basis. De
komende jaren zal het instrument verder ontwikkeld worden en een gemeenschappelijk,
richtinggevend document moeten worden van gemeente en externe partijen.
2
Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010
De verschillende gemeentelijke beleidsclusters zijn verdeeld over de pijlers sociaal, fysiek
en economie. Voor de beschrijving van de inspanningen is dit een werkbare indeling. De
inspanningen in de verschillende pijlers dienen echter samenhangend te worden uitgevoerd.
Deze paragraaf geeft de samenhang tussen de verschillende pijlers weer.
Het gaat goed met de werkgelegenheid en de werkloosheid daalt. Nu moet er voor gezorgd
worden dat Leeuwarden, en al haar inwoners en bedrijven, de vmchten kunnen plukken van
deze ontwikkelingen. Daarvoor zal het vestigingsklimaat voor zowel burgers als bedrijven
verder versterkt worden. De centrale ontwikkelingsrichting van Leeuwarden is immers
"full-service-city". Als er maar beperkte middelen zijn kan niet overal tegelijkertijd een
plus op gezet worden, kan niet alles tegelijkertijd aangepakt worden, maar moet ingezet
worden op een beperkt aantal terreinen, waarbij de verwachting is dat succes op die
terreinen ook een positief effect heeft op andere terreinen.
3.1 Versterken aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven
Centraal staat het consolideren en uitbouwen van de gunstige economische ontwikkeling in
Leeuwarden. Het zorgen dat mensen werk hebben, is immers er tegelijk voor zorgen dat
sommige sociale problemen worden voorkomen. Daartoe moet Leeuwarden een
aantrekkelijk vestigingsklimaat bieden voor bedrijven en instellingen. Niet alleen voor
nieuwe bedrijven, maar met name voor het bestaande bedrijfsleven. Dit krijgt onder meer
vorm in versterking van het relatiebeheer en de acquisitie. Een stad kan allang niet meer
volstaan met het investeren in en aanbieden van nieuwe vestigingslocaties. Leeuwarden wil
dan ook cluster- en ketenvorming stimuleren, gekoppeld aan kansrijke, belangrijke sectoren
als de financiële service-sector, kennis en agri-nutri (handel, kennis diensten). Dit zijn
ook drie van de vier centrale thema's in het kader van de Toekomstvisie Leeuwarden 2030.
Het investeren in de economische ontwikkeling is des te meer noodzakelijk vanwege de
ligging van Leeuwarden in een economisch relatief zwakke regio.
Bereikbaarheid is cruciaal voor de economische ontwikkeling van een stad en haar regio.
De realisering van de "Haak om Leeuwarden" is daarbij een onontbeerlijke schakel. De
verbetering en completering van de wegenstructuur alleen kan de bereikbaarheid niet
voldoende optimaliseren, derhalve worden er ook maatregelen genomen om de OV-
infrastructuur te verbeteren en langzaam verkeer/OV te stimuleren.
Naast bereikbaarheid komt ook de werking c.q. het functioneren van de regionale
arbeidsmarkt steeds hoger te staan als beslisfactor voor het bedrijfsleven. Naast een
verdienstelijking heeft de economie steeds meer te maken met een kennisintensivering. Met
het oog daarop schenkt Leeuwarden aandacht aan deze twee essentiële succesfactoren in
het versterken van de economie. Leeuwarden wil hiermee een toegevoegde waarde (aan-)
bieden aan bedrijven. Ingezet wordt op de verdere versteviging van het onderwijs (HBO) en
het kenniscluster. In overleg met bedrijven en onderwijsinstellingen wordt bovendien
gekeken naar hoe specifieke opleidingsprogramma's ervoor kunnen zorgen dat bedrijven in
Leeuwarden een passend en goed opgeleid arbeidsreservoir kunnen aanboren. Het
onderwijs heeft overigens ook nog twee andere functies voor Leeuwarden, de instellingen
zijn namelijk belangrijke werkgevers in de stad en de studenten zorgen voor het levendige
karakter van de binnenstad van Leeuwarden en zijn een belangrijke factor in het
uitgaansleven.
Voor de toekomstige arbeidsmarkt is ook de arbeidsparticipatie van belang. Deze is in de
regio momenteel lager dan het landelijk gemiddelde. Niet alleen passende scholings-/
opleidingsprogramma's, maar ook ondersteunende faciliteiten als kinderopvang kunnen dit
streven ondersteunen c.q. versterken. Hierbij is een centrale rol weggelegd voor werkgevers
en werknemers.
Een aantrekkelijk woon- en leefmilieu, met voldoende voorzieningen en activiteiten, is
evenzo een belangrijke voorwaarde voor een concurrerend vestigingsklimaat voor bedrijven
en een positief stedelijk imago.
3
Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010