Hoewel zeker op het terrein van de planning- en control-cyclus belangrijke verbeteringen
zijn gerealiseerd, zijn wij van mening dat een verdere ontwikkeling de komende jaren nog
de nodige aandacht vraagt. Het risicomanagement is op dit moment nog teveel een ad hoe
gebeuren, terwijl het een structurele permanente activiteit zou moeten zijn.
Met inachtneming van de betrekkelijkheid van de functie van de vrije Algemene Reserve
voor het weerstandsvermogen blijft voor ons het niveau van vijftien miljoen uitgangspunt.
In 1998 heeft de tweede opschoningsactie van reserves en voorzieningen plaatsgevonden.
Resultaat daarvan is het afboeken van immateriële activa voor een bedrag van circa f 11
miljoen, waarmee de vermogenspositie een gunstiger aanzien heeft gekregen. In 1998 en
begin 1999 zijn aandelen van nutsbedrijven (Frigem/EDON en WLF) afgestoten, waarmee
stille reserves zijn gerealiseerd, welke thans via het Strategisch Ontwikkelmgs- en
InvesteringsFonds worden ingezet voor de structuurversterking van Leeuwarden. Daarmee
is slapend vermogen nu stimulerend ingezet voor de ontwikkeling van de gemeente.
1.3 Financiële startpositie
Na de vaststelling door de Raad van de begroting 1999 was de financiële positie als volgt:
Meerjarenperspectief
1999
2000
2001
2002
2003
Startpositie op 1/1
2.529
14
132
2.267
0
Mutaties volgens meerjarenraming 1999-2002
-2.515
118
2.135
-2.267
0
Eindstand 31/12
14
132
2.267
0
0
Ontwikkeling algemene reserve
1999
2000
2001
2002
2003
Startpositie per 1 januari
18.576
12.056
14.116
19.855
23.753
Door de Raad niet geaccepteerd vrijval voorz. WVG
-2.532
Hogere stortingen dan geraamd 1998
954
Gecorrigeerde stand per 1 januari 1999
16.998
12.056
14.116
19.855
23.753
Rentetoevoeging
1.105
784
918
1.291
1.544
Rentesupplement overige reserves/voorzieningen
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Onderuitputting kapitaallasten
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
Vermogenswinsten
300
300
300
300
300
Diverse mutaties volgens begroting 1999
-9.215
-2.477
-915
0
Incidentele uitzettingen/inkrimpingen, (begroting 1999)
-646
-179
-330
-1.193
0
Structureel begrotingsresultaat
14
132
2.267
0
0
Eindstand 31/12
12.056
14.116
19.855
23.753
29.097
Tabel II-1
Wij merken op dat de Algemene Reserve in deze tabel per 1 januari 1999 f 954.000,=
gunstiger is als in de begroting 1999, doordat hogere boekwinsten op afgestoten activa zijn
gerealiseerd.
1.4 Prognose financieel resultaat 1999
Sinds de vaststelling van de begroting 1999 hebben er ontwikkelingen plaatsgevonden die
van invloed zijn op de financiële positie.
Uitzettingen en inkrimpingen
Zoals elk jaar is er sprake van budgetuitzettingen en -inkrimpingen, tengevolge van externe
mee- en tegenvallers en deels door het niet realiseren van taakstellingen en het gevolg van
het gevoerde beleid. De budgetinkrimping op rente is daarvan een voorbeeld. Over de
totale beleidsperiode wordt een voordeel verwacht van f767.000, tengevolge van niet
beïnvloedbare tariefontwikkehngen en f 617.000,= dankzij een actief beleid op terrein van
herfinanciering.
20
Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010
Een specificatie van de uitzettingen en inkrimpingen is opgenomen in de separate bijlage A
(pagina 2 t/m 8 - deel 1).
Algemene uitkering Gemeentefonds
De ramingen voor de algemene uitkering uit het gemeentefonds zijn bijgesteld. De correctie
in meerjarenperspectief van de foutieve interpretatie van de berekeningssystematiek in de
voorgaande Perspectiefnota en Begroting is hierin natuurlijk eveneens meegenomen. De
algemene uitkering uit het gemeentefonds wordt overigens negatief beïnvloed door een op
zich positieve ontwikkeling, namelijk de (geraamde) daling van het aantal uitkerings
gerechtigden.
Ontwikkeling woningbouwaantallen
De gevolgen van de bijgestelde planning als gevolg van de door ons voorgestane
versnelling van de woningbouwproductie, is in financiële zin vertaald in het
meerjarenperspectief. Dit betekent enerzijds een hogere verwachte OZB-opbrengst,
anderzijds een negatieve correctie op de algemene uitkering uit het gemeentefonds. Ook op
het terrein van onderwijs, brandweer e.d. is rekening gehouden met enige kostenstijging
dientengevolge. Tevens is in de berekening de waarde van nieuwbouw en sloopwoningen
geactualiseerd.
Voorgaande ontwikkelingen leiden tot het volgende beeld van het financieel perspectief
voor de komende beleidsperiode (bij ongewijzigd beleid):
Meerjarenperspectief
1999
2000
2001
2002
2003
Startpositie op 1/1
2.529
-1.397
-756
-175
-3.299
Mutaties volgens meeijarenraming 1999-2002
-2.515
118
2.135
-2.267
0
Structurele uitzettingen en inkrimpingen
1.963
1.869
-314
142
430
Gemeentefonds
-3.392
-1.451
-952
-996
-1.055
Effect woningbouw e.d
18
105
-288
-3
977
Mutaties Lv.m. prognoses woningbouw
-700
Eindstand 31/12
-1.397
-756
-175
-3.299
-3.647
Ontwikkeling algemene reserve
1999
2000
2001
2002
2003
Startpositie per 1 januari
18.576
9.154
9.101
11.490
11.184
Door Raad niet geaccepteerde vrijval voorziening WVG
-2.532
Hogere stortingen dan geraamd in 1998
954
Lagere afboeking immateriële activa
1.500
Gecorrigeerde stand per 1 januari 1999
18.498
9.154
9.101
11.490
11.184
Rentetoevoeging
1.202
503
501
632
615
Rentesupplement overige reserves/voorzieningen
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
Onderuitputting kapitaallasten
1.500
1.500
1.500
1.500
1.500
Vermogenswinsten
300
300
300
300
300
Diverse mutaties volgens begroting 1999
-9.215
-2.477
-915
0
Incidentele uitzettingen/inkrimpingen (begroting 1998)
-646
-179
-330
-1.193
0
Vermogensresultaten Greunsweg e.a.
-753
Investeringsbijdrage nieuwbouw MCL
-1.700
Sportboulevard Kalverdijkje
-200
Incidentele uitzettingen/inkrimpingen. NIEUW
-435
-945
-491
-246
0
Structureel begrotingsresultaat
-1.397
-756
-175
-3.299
-3.647
Stand 31/12
9.154
9.101
11.490
11.184
11.953
Tabel II-2
21
Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010