Een dergelijk pact wordt een samenwerkingsverband waarbij regionale partijen (b.v. RBA,
provincie en gemeente) in gezamenlijkheid het werkloosheids- en werkgelegenheids
vraagstuk oppakken.
Kennis
Het versterken van de kennisinfrastructuur en de koppeling van kennis en economie zijn
elementen van het strategische projectcluster in het kader van LEVI 2030 en het concept
"full-service-city". Begin 1999 hebben wij het rapport "Kenniscluster Leeuwarden" laten
opstellen. Op dit moment wordt gewerkt aan de concretisering en uitwerking hiervan. Wij
proberen in ieder geval de zogenaamde Kenniscampus van de grond te tillen.
De aandacht voor het versterking van de kennisinfrastructuur krijgt zowel een vertaling bij
nieuw beleid als bij de investeringen (deel III).
3.3 De fysieke pijler
Bereikbaarheid
De problemen met betrekking tot de bereikbaarheid van Leeuwarden kunnen niet van
vandaag op morgen worden opgelost. Naast het (middel-)lange termijn traject, zal in 2000
getracht worden de belangrijkste knelpunten (opgenomen in het GVVP) op te lossen via
een aantal incidentele verkeersmaatregelen, om de bereikbaarheid op korte termijn te
verbeteren. Het gaat hierbij om verbeteringen op de invalswegen vanaf Drachten en
Heerenveen en het realiseren van medegebruik van busbanen voor vrachtverkeer (deel III).
Volkshuisvesting, stedelijke vernieuwing en woningmarkt
Om de geweldige opgave waar Leeuwarden voor staat met betrekking tot de woningmarkt
waar te maken, zal het accent de komende periode liggen op een aanzienlijke versnelling
van de woningbouwproductie tot 2010 (realisatie van ruim 8.000 woningen). Hiertoe zullen
meerdere locaties tegelijkertijd in voorbereiding c.q. ontwikkeling genomen moeten
worden. Naast de uitvoering van de locatie Hempens-Teems, wordt onder meer gewerkt
aan de voorbereiding van de locatie Bullepolder, evenals het inbreien in bestaand stedelijk
gebied (voorstel nieuw beleid: extra planontwikkelingcapaciteit).
Tegelijkertijd staan ingrepen in de bestaande woningvoorraad (het project Stedelijke
Vernieuwing) op stapel. In de periode tot 2003 zal begonnen worden met de gebieden:
Achter de Hoven/Vegelin, Vrijheidswijk, Bilgaard en Camminghaburen-Noord.
Beide onderwerpen zullen de komende jaren zeer veel tijd en energie vragen van de
organisatie.
Er is op dit moment nog geen duidelijkheid over de hoogte van het gemeentelijk aandeel
voor Leeuwarden vanuit het Investeringsbudget Stedelijke Vernieuwing, dat per 01-01-
2000 ingaat. Voor de stedelijke vernieuwing worden mogelijkheden gecreëerd binnen het
Strategisch Investerings- en OntwikkelingsFonds (zie deel III).
Beheer
Met betrekking tot de onderdelen "verhardingen", "openbare verlichting" en "bomen" zijn
inmiddels inventarisaties opgesteld, ten aanzien van andere onderdelen (waarvan de
belangrijkste "openbaar groen" is), ontbreekt deze inventarisatie op dit moment nog. Er
wordt naar gestreefd deze zo snel mogelijk op te (laten) stellen. Door eerdere raadsbesluiten
ontwikkelt het structurele onderhoudsbudget (openbare ruimte) voor de jaren 1996 tot en
met 2001 zich van f 3,5 miljoen naar f 8 miljoen per jaar. Wij kiezen ervoor de
onderhoudsbudgetten niet verder structureel te verhogen. Op basis van de wegingscriteria
die uit de inventarisaties naar voren komen, zullen wij nadere keuzes maken en prioriteiten
bepalen binnen de beschikbare middelen. Voorts zal voor het achterstallig onderhoud
(incidenteel) zoveel mogelijk een koppeling met structuurversterkende investerings
projecten gezocht worden c.q. daarin geïntegreerd worden (qua uitvoering als ook in
financiële zin), b.v. stedelijke vernieuwing, binnenstad. De dienst Stadsontwikkeling zal
hiertoe een plan van aanpak opstellen. Ten aanzien van het dan nog resterende deel
achterstallig onderhoud (incidenteel) verwijzen wij naar hetgeen is vermeld bij de richtlijn
met betrekking tot het afromen van de Algemene Reserve. Voor 2000 wordt incidenteel f 1
miljoen beschikbaar gesteld.
32
Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010
Ook hiervoor geldt dat wij op basis van de beschikbare wegingscriteria tot nadere keuzes en
prioriteiten zullen komen. De beschikbare middelen, die begrensd zijn, geven het kader
voor het tempo waarin de achterstand kan worden ingehaald.
Vastgoed stelt op dit moment een inventarisatie op met betrekking tot het achterstallig
onderhoud van gebouwen. Uit diverse kleine reserves is enkele jaren geleden een grote
reserve voor "achterstallig onderhoud gebouwen" van ongeveer f3,9 miljoen (excl.
onderwijs ca. f2,4 miljoen) gecreëerd. Deze middelen zijn impliciet geoormerkt omdat ze
in principe gekoppeld zijnAvaren aan één bepaald gebouw.
Op basis van de hiervoor genoemde inventarisatie door Vastgoed zullen wij een en ander
heroverwegen en herprioriteren. Ten aanzien van het achterstallig onderhoud van de bij
Vastgoed resterende (strategische) panden wordt de volgende lijn gevolgd:
1Inzetten van de reserve achterstallig onderhoud gebouwen.
2. Inzetten van de eventuele boekwinst vanuit de verkoop van niet-strategische panden.
Milieu
Het milieubeleid is facetbeleid bij stedelijke ontwikkeling en richt zich op het realiseren
van een kwaliteitsimpuls aan projecten op andere beleidsterreinen. Een belangrijk
samenbindend element is het thema "water", dat de komende periode accent zal krijgen.
Handhaving
Tot op heden is een redelijk passief beleid gevoerd. Gemeentebreed een actief
handhavingsbeleid inzetten voor alle overtredingen is niet mogelijk. Op korte termijn zal in
een aantal prioritaire ruimtelijke gebieden gestart worden met een actiever beleid. Het
accent zal liggen op leefbaarheid, op die zaken waar burgers daadwerkelijk iets van
merken, derhalve is gekozen voor handhaving van de Wet RO, Woningwet en
Huisvestingsverordening (gehonoreerd voorstel nieuw beleid). Duidelijk is dat daarmee het
totale pakket wensen met betrekking tot handhaving niet wordt ingevuld en de knelpunten
dus niet volledig kunnen worden opgelost.
3.4 Randvoorwaarden
Organisatie
Duidelijk is dat in de huidige dynamische omgeving de organisatie zich in een continu
ontwikkelingsproces zal bevinden. De organisatie (structuur en cultuur) moet zich
aanpassen bij de veranderende rol van de gemeente. In 1999 wordt een discussienotitie
hieromtrent opgesteld en aan u voorgelegd.
Wij willen in 2000 bovendien starten met het verbeteren van de (organisatorische)
randvoorwaarden rondom het bestuurscentrum (stadhuis).
Informatie
Door de gewijzigde rol van de gemeente zal de relatie met de uitvoerende partijen zich
meer gaan kenmerken door het sturen op prestaties en resultaten. Een en ander
veronderstelt naast scherp geformuleerde doelen en effecten, goede informatie over de
voortgang en de bereikte resultaten. Een systeem van management- en bestuursinformatie
voorziening is in ontwikkeling (planning: 2000). Informatie- en communicatietechnologie
krijgt bovendien een prominentere plaats door het ontwikkelen/onderhouden van een
gemeentelijke internetsite en het aansluiten van raadsleden op intranet (zie paragraaf 2.3).
Personeel
Voor het toekomstige personeelsbeleid wordt gekeken naar de toekomstige rol en de
organisatiestructuur én naar de toenemende noodzaak om adequaat te kunnen anticiperen en
reageren op maatschappelijke ontwikkelingen en trends. Volgend op de discussienotitie
over de organisatie-ontwikkeling zal in 1999 dan ook een actualisatie plaats vinden van het
concembrede personeelsbeleidsplan. Hierin zal aandacht besteed worden aan mobiliteit,
flexibiliteit, het opsporen en ontwikkelen van talent (loopbaanplanning, etc.) en beloning.
33
Perspectiefnota Plus 2000 - 2003 - 2010